BuitenlandFeaturedOperarecensie

Holländer groot succes bij Staatsoper

Een nieuwe productie van Der fliegende Holländer vierde zondagavond een succes op alle fronten bij de Staatsoper in Berlijn. Van de titelvertolking van Michael Volle tot het concept van Philipp Stölzl: alles werd met lof en dank aangenomen door het premièrepubliek.

Scène uit Der fliegende Holländer (foto: Matthias Baus).

Wat is het buitengewoon plezierig om naar een Berlijnse operapremière te gaan waar het doek valt onder het geluid van oprechte, pure waardering. Applaus voor de artiesten, gejuich voor de ster, applaus voor de musici en dirigent (Daniel Harding) en – let op – gejuich voor het productieteam. Ik heb het niet over een overdreven reactie, maar over een publiek – een premièrepubliek – dat zijn volledige tevredenheid over en dank voor een fijne avond entertainment toonde.

Waar dit ongebruikelijke evenement plaatsvond? Bij de Berlijnse Staatsoper. En de gelegenheid? De nieuwe productie van de eerder in Basel vertoonde Fliegende Holländer.

De basis van het succes van de productie zit ‘m in het ontwerp (Philipp Stölzl, Conrad Moritz Reinhardt), dat strak vasthoudt aan het tegenwoordig bijna normale idee om de voorstelling vanuit het perspectief van Senta en haar neurosen te benaderen, meer dan vanuit dat van de Holländer.

De grote schilderijlijst op het toneel – het middelpunt van de actie – is fantastisch vormgegeven: het toont negentiende-eeuwse schilderijen, gemaakt op een 3D-achtige wijze, blinkend van licht, gonzend van de activiteit. Dit is de wereld van de Holländer, bij deze schilderingen op de muur van de prozaïsche bibliotheek van Daland (honderden boeken en een dozijn dienstmeisjes) zit en droomt Senta weg, als in een parallele wereld.

Het concept was voortreffelijk uitgewerkt, ontworpen en geregisseerd (Stölzl en Mara Kurotschka), ondanks de problemen waar de beginnend librettist, meneer Wagner, iedereen voor stelt bij deze opera, zoals de beschamende koren op het trouwfeest. Maar die problemen zullen wel niet vermeden kunnen worden. Het koor – vooral de vrouwen – zong in elk geval veel beter dan in Der Freischütz vorige week. Nu moeten ze alleen nog leren stil te staan en niet te ‘acteren’.

De ster van de avond was, terecht, de Holländer van Michael Volle. Hij lijkt geboren te zijn voor deze rol en zong en speelde hem met een rijke, krachtige bas-bariton en al die aantrekkingskracht die de instabiele en fantasierijke Senta zo laat doordraaien. Senta (Emma Vetter) had even nodig om op stoom te komen, maar was erg sterk in de laatste akte.

Michael Volle als Holländer (foto: Matthias Baus).

Een bijzonder fijne Erik werd neergezet door Stephen Rügamer, klinkend en gepassioneerd. Tobias Schabel was een competente Daland (wat meer dan ‘competent’ kun je van zo’n non-rol maken?). De stuurman (Peter Sonn) heeft een fraaie stem, maar ook een wobble.

Eén castingkwestie: als er zo veel energie wordt gestoken in de visuele kant van de show, waarom wordt Daland dan gecast met een man die net zo oud lijkt als Erik en wel Senta’s zoon had kunnen zijn? Ik weet dat het niet uit zou moeten maken, maar het bederft wel enigszins de geloofwaardigheid van het verhaal.

En een opmerking bij het ontwerp: kunnen die verschrikkelijke Gretchen-pruiken alsjeblieft verwijderd worden? Die peroxide-blonde, stroachtige, die de Duitse opera zijn binnengevallen? Die van Senta liet haar er, zeker bij haar trouwjurk, nogal lachwekkend uitzien.

Maar goed, er waren verder weinig tot geen aanleidingen om te klagen vanavond. Toen ik me naar mijn trein haastte, na de derde ‘curtain call’, stonden de toeschouwers nog steeds fanatiek te klappen.

Wat zou het fijn zijn als het altijd zo zou gaan…

Vorig artikel

Opera in Berlijn in 2013/2014

Volgend artikel

Doris Soffel: “Ich bin noch hungrig”

De auteur

Kurt Gänzl

Kurt Gänzl