FeaturedOperarecensie

Mooie Médée in première bij OPERA2DAY

Het kleine Haagse gezelschap OPERA2DAY presenteerde maandag de opera Médée van Luigi Cherubini. Gespeeld werd de oorspronkelijke Franse versie van het meesterwerk, zij het met aangepaste dialogen. Een ad hoc-orkest begeleidde op instrumenten uit de ontstaansperiode, eind achttiende eeuw. Het werd een mooie voorstelling.

Çapucine Chiaudani (foto: Dayna Casey).
Çapucine Chiaudani (foto: Dayna Casey).

Om met de deur in huis te vallen: ik ben geen voorstander van het spelen op ‘authentieke’ instrumenten. Vooruitgang dient de mens en dat geldt ook voor ‘muziek-hardware’. Ik neem het voor kennisgeving aan als een orkest naar oude instrumenten grijpt. Zo ook nu. Wat niet wegneemt dat het allemaal prima klonk.

Dat de tragedie Médée formeel tot het genre opéra-comique wordt gerekend, heeft slechts van doen met de gesproken dialogen die erin voorkomen. Ook dat is aan mij niet echt besteed. Die dialogen zijn vaak regelrechte showstoppers, hoezeer er ook aan gesleuteld wordt.

Voor deze productie van artistiek leider Serge van Veggel waren relatief korte dialogen in eigentijds Frans geschreven, waarbij elektronische achtergrondmuziek (Ezequiel Menalled) voor wat extra spanning moest zorgen. Dat lukte wonderwel, maar toch: het blijven onderbrekingen.

Het orkest hield in mijn beleving een wat laag tempo aan, waardoor met name de aria’s van Médée onvoldoende vaart hadden. Hierdoor liep alles te weinig vloeiend en kreeg de zang het karakter van losse, na elkaar gezongen zinnetjes. Of dit op instigatie van de zangeres gebeurde of uit de koker van dirigent Hernán Schvartzman kwam, kon ik niet ontrafelen.

De loodzware partij van Médée werd vertolkt door de Italiaanse sopraan Capucine Chiaudani, nadat Maribeth Diggle de voorpremière op zaterdag voor haar rekening had genomen. Chiaudani gaf werkelijk alles wat ze in huis had en het resultaat was zeker bevredigend. Maar ik had graag wat langere lijnen en meer snelheid gehad.

De wijze waarop de regie haar neerzette, was ook niet altijd even gelukkig. Médée kwam op als een woedende feeks die iedereen met de grootst mogelijke minachting tegemoet trad. Dat werd versterkt door haar lichaamstaal: hoofd een beetje tussen de schouders, lichaam wat voorover gebogen. Ze wekte geen moment de indruk Jason terug te willen winnen om hemzelf. Het ging haar er alleen om dat niemand anders hem zou krijgen. En om zo veel mogelijk schade aan te richten in zijn nieuwe woonomgeving, huize Creon te Corinthe.

Alle emoties waren hierdoor voor de toeschouwer levensgroot nep. De vertwijfeling was gespeeld, de droefheid vals. Te weinig douleur en chagrin, te veel mépris en fureur. Pas in de laatste akte loste dit zich op, toen Médée werkelijk twijfelde tussen wraak en de liefde voor haar kinderen.

Bij de andere protagonisten speelde dit niet, zij oogden echt in hun angst, vertwijfeling en woede. Creon werd uitstekend vertolkt door de Nederlandse bas-bariton Huub Claessens. Ik was met name onder de indruk van zijn prachtige acteerwerk.

De Argentijnse tenor Darío Schmunck nam Jason voor zijn rekening, ook zeer bevredigend. De Amerikaanse sopraan Alexandra Schoeny was een in alle opzichten overtuigende Dircé en Barbara Kozelj kreeg opvallend veel bijval voor haar Néris (als voormalig student aan het Haags conservatorium zong ze in zekere zin een thuiswedstrijd).

Vergelijkenderwijs komt Chiaudani er zo wat bekaaid vanaf. Dat heeft echter voornamelijk te maken met de ongelijke strijd die zij moest leveren met haar collega’s. Haar rol stelt nu eenmaal veel hogere eisen en dan is het moeilijk om daar volledig aan te voldoen.

Alexandra Schoeny als Dircé (foto: Dayna Casey).
Alexandra Schoeny als Dircé (foto: Dayna Casey).

De kostumering (Joost van Wijmen) was zeer goed verzorgd: eigentijds, met veel mooie avondkleding bij de dames in het koor. Het eenvoudige decor (Herbert Janse) was effectief en oogde prettig. Het gulden vlies werd getoond als gouden avondjurk met ramshoorns erboven; een fraaie oplossing.

Vlak voor de pauze vond nog een kleine flashmob plaats, waarbij overal in de zaal ‘de menigte’ begon te zingen op aangeven van Creon, die samen met Jason en Dircé vanuit een loge de adoratie van zijn onderdanen in ontvangst nam.

De actie in de zaal kwam voort uit de participatie van scholieren en amateurkoorzangers in deze productie. Aan elke voorstelling werken ruim honderd middelbare scholieren en dertig volwassen koorzangers mee. Bij de première was er ook nog een kinderkoor bij.

De middelbare scholieren krijgen van tevoren een paar workshops, waarin ze zingen, een inleiding op het verhaal krijgen en theatervaardigheden zoals speltechniek opdoen. De adviseur voor dit deel van het Médée-project is niemand minder dan Anthony Heidweiller, momenteel actief als organisator van het Amsterdamse project BOOM.

Al met al een geslaagde voorstelling. Veel waardering voor de durf van OPERA2DAY om, na de spraakmakende Don Giovanni van vorig jaar, dit lastige werk aan te vatten. Ik kijk al uit naar het volgende seizoen!

Médée is nog tot en met 9 december te zien in Den Haag, Alkmaar en Rotterdam. Zie voor meer informatie de website van OPERA2DAY.

Vorig artikel

Onbekend, onbemind: Sesostri

Volgend artikel

De Munt sluit jaar af met Thomas' Hamlet

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

2Reacties

  1. Peter Franken
    7 december 2013 at 11:37

    Op zaterdag 6 december bezocht ik deze voorstelling opnieuw, nu met Maribeth Diggle in de titelrol. Een andere wissel betrof Dircé die nu gezongen werd door Laura Pisani terwijl Alexandra Schoeny de rol van 1e dame voor haar rekening nam.
    Mijn totaaloordeel over de productie was positief en daarin is geen verandering gekomen. De Dircé wissel maakte in mijn beleving weinig uit. Op zich is dat mooi natuurlijk, een gelijkwaardige dubbele bezetting.
    Maribeth Diggle als Médée zorgde echter voor een groot verschil met mijn eerdere ervaring. Vocaal leverde ze een betere prestatie dan haar collega: minder krampachtig, langere lijnen, meer souplesse. Hooguit klonk haar stem in de hoogte zo nu en dan wat schel.
    Mijn voornaamste punt van kritiek op de eerdere bezochte voorstelling betrof echter het acteren van Chiaudani. Tot mijn grote opluchting zette Diggle een geheel ander personage neer. Zij was een lijdende vrouw waarvoor je als toeschouwer medeleven en zelfs sympathie kon voelen. Uit alle macht probeerde ze haar man en kinderen terug te krijgen en zodoende haar oude leven weer op te pakken. Tot aan het begin van de laatste akte, toen Medée met gif begon te knutselen aan de trouwjurk die door haar rivale Dircé gedragen zou worden, zat ik stevig in ‘kamp Médée’. Haar ultieme misdaad, het doden van haar twee kinderen louter en alleen om Iason voor de rest van zijn leven tot een emotioneel wrak te maken, deed dat wel kantelen in haar nadeel maar ja, dat kan ook nauwelijks anders. Medeleven en begrip zijn nu eenmaal eindig. Toch bleef ik onwillekeurig in spanning tot het einde toe: zal ze het doen, of ziet ze er toch vanaf?
    Ik ben blij dat ik nog een keer ben gegaan. Deze uitvoering van een van mijn favoriete opera’s zal nog lang in mijn geheugen blijven.

  2. 10 december 2013 at 11:20

    Ik bezocht de voorstelling eveneens, maar dan op vrijdag 6 december….
    Een mooie avond, niet in het minst door de overweldigende flashmob aan het einde van de 2e akte. Huub Claessens (Créon), Darío Schmunck (Jason), Barbara Kozelj (Néris), Alexandra Schoeny (première Femme) en Carolina Luppers (deuxième Femme) zongen en acteerden voortreffelijk. Maribeth Diggle (Médée) kwam dramatisch gezien in de derde akte pas echt op dreef en Laura Pisani (Dircé) tenslotte zag er prachtig uit, maar overtuigde niet. Koor en orkest vond ik erg goed, maar ik was niet enthousiast over de akoestiek van de Koninklijke Schouwburg, althans vanaf mijn plaats. Een compliment voor de uitvoering als geheel mag niet achterwege blijven!