BuitenlandFeaturedOperarecensie

Diana Damrau debuteert als Maria Stuarda

Wie wordt de nieuwe koningin van het belcanto? In Zürich dingen Diana Damrau en Serena Farnocchia naar de troon van Engeland, en naar het hart van Pavol Breslik als Leicester, in een scenisch en muzikaal helaas niet onvergetelijke uitvoering van Maria Stuarda.

Diana Damrau als Maria Stuarda. (© Monika Rittershaus)

Italiaanse romantiek vraagt om grote interpreten. Mooie stemmen, goede octaven, waterdichte techniek, sterke theatraliteit. En een zeldzaam goed begrip voor de balans tussen gematigdheid en expressie. Anders gezegd: een goede stijl. Al deze kwaliteiten in één persoon vinden, is niet makkelijk.

Sinds de herontdekking van het belcantorepertoire na de Tweede Wereldoorlog hebben tenoren en bovenal prima donna’s met hun onmiskenbare interpretaties van Donizetti’s rollen hun namen voor eeuwig in het operafirmament gebeiteld. Callas, Gencer, Sutherland, Caballé, Gruberova, Miricioiu, Netrebko en, sinds kort, Diana Damrau.

De Duitse stersopraan, wier schitterende carrière ik sinds haar eerste optredens twintig jaar geleden heb kunnen volgen, breidt haar repertoire momenteel uit met de Donizetti-koninginnen. Voor haar spectaculaire debuut als Maria Stuarda koos ze Zürich, vrijwel exact twee maanden nadat Gruberova daar met een galaconcert min of meer afscheid nam van dezelfde rollen.

Technisch gezien brengt Damrau een interpretatie van het hoogste niveau. Het is niet makkelijk vandaag de dag een trefzekerder uitvoering te vinden. Aan rijke, schone klanken en virtuositeit ontbreekt het Damrau absoluut niet. Toch blijft haar Maria enigszins vlak, met meerdere manco’s.

De harde rauwheid van sommige frases en het ontbreken van de hoge noten die je aan het einde aan van een akte verwacht, zijn één ding. Het echte manco is dat ze ondanks haar trillers, haar gedurfde sprongen in het lage register, haar werkelijk onberispelijke dictie en de ruimtevullende resonantie van haar stem niet verder komt dan een muzikaal amper verinnerlijkte, oppervlakkige lezing van haar karakter. De spanning en geloofwaardigheid van haar mooie zang worden in meerdere delen bedorven door de overdreven frasering en gaan in de langzame, statische cadensen zelfs helemaal verloren.

Pavol Breslik als Leicester. (© Monika Rittershaus)

Het valt de prima donna niet geheel aan te rekenen. Had een maestro met meer gevoel voor deze muziek op de bok gestaan, dan had Damrau ongetwijfeld meer uit haar stem en zangkunst kunnen halen. Enrique Mazzola, die de opera voor het eerst dirigeert, wil niet nuanceren. Op zoek naar theatrale effecten stampt hij op het gaspedaal, vereist veel volume en botst doelloos en buiten adem tegen de grenzen van de banaliteit. Zelfs in het hemels mooie ‘Preghiera’ komt het spel niet tot rust: het is een paardenrace! Het fameuze koor van het Opernhaus levert op bombastische wijze één van zijn meest grijze prestaties.

Serena Farnocchia overdrijft graag in de rol van Elisabetta. Met gekunstelde middelen drijft ze de weinig koninklijke klank van haar sopraan over de top. Ze barst van de scenische energie, maar haar stem heeft weinig ‘respiro’ en mist eveneens ‘armonici’. Ze is begrenst en geforceerd in de hoogte en eentonig qua kleur.

Pavol Breslik kampt als Leicester met een verkoudheid en kan niet echt schitteren. Erg kalm en soeverein is daarentegen Nicolas Testé (de echtgenoot van Diana Damrau), die een warme en elegante Talbot vertolkt. Een eiland van rust te midden van de wervelende actie.

En de enscenering? Regisseur David Alden houdt zijn fantasie in toom. Rondom de grote confrontatie tussen de koninginnen verloopt alles volgens een niet bepaald verrassend schema, in een ruimte met marmeren muren (een decor van Gideon Davey, die ook voor de kleurrijke kostuums tekent), met weinig rekwisieten en de gebruikelijke stereotype operagebaren, inclusief de obligate rijzweep, onmisbaar voor Elisabeth om de eerste akte te beëindigen. Het geheel wordt gezouten met een snuifje surrealisme en veel ironie onder de figuranten.

Concluderend kun je stellen dat routine-uitvoeringen als deze in het oude Pereira-tijdperk spannender waren dan op deze avond (de trailer van de productie spreekt wat dat betreft boekdelen). Eind mei voert het echtpaar Damrau-Testé Maria Stuarda concertant uit bij de Deutsche Oper Berlin. Een kans voor fans om hen met eigen oren in deze nieuwe rollen te horen.

Maria Stuarda is nog tot en met 12 mei in Zürich te zien. Zie voor meer informatie de website van het Opernhaus Zürich.

Vorig artikel

Py regisseert Lohengrin bij de Munt

Volgend artikel

Fischer presenteert nieuwe cd in Paradiso

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni