FeaturedOperarecensie

Butterfly aangrijpend in gestileerde schoonheid

Lang is de Nederlandse lijst van opvoeringen van Puccini’s topper Madama Butterfly: ruim 85 producties sinds de eerste voorstelling in 1908. De Nationale Opera voegde er dinsdagavond één aan toe. Fenomenaal gezongen door de Russische sopraan Elena Stikhina. Een wereldster in wording, die in Amsterdam eclatant debuteerde.

Elena Stikhina vulde de bewegingspatronen van Wilson met verbluffende souplesse in. (© BAUS / DNO 2019)

Vlak voor Butterfly zichtbaar het toneel betreedt, zingt ze al. ‘La voce di Butterfly’ staat er in het libretto. Niet een voce, maar een klank die een zoete rilling opwekte, zweefde vanuit de coulissen de zaal in. Die klank zette zich voort terwijl Cio-Cio-San in de persoon van de Russische sopraan Elena Stikhina binnenschreed in de gestileerde beweging die regisseur Robert Wilson voor alle spelers uitdacht. Een drama in abstracte schoonheid over een Japans meisje dat aan de wensen van een Amerikaans zeeofficier moet voldoen.

Wilson maakte de productie in 1993 voor de Opéra national de Paris en DNO nam hem in 2002 over. Het is geen gewone enscenering, maar een kunstwerk waarin met licht, beweging en kleur een spannend beeldverhaal wordt verteld, dat schijnbaar losstaat van wat er in de teksten en de muziek tot klinken komt. Toch smelten die componenten op wonderbaarlijke wijze samen tot een sensatie voor ogen en oren. Zeker in deze tweede herneming, dankzij hoofdrolvertolkster Elena Stikhina en dirigent Jader Begnamini, die het Residentie Orkest aanvuurde in de heftige dramatiek waarin Puccini zich uitdrukte, maar evenzeer de lyriek ten volle liet bloeien.

Overal april

DNO heeft een bijzonder gevoel voor Puccini’s Butterfly. In 1983 produceerde de toenmalige Operastichting een zeer realistische, wonderschone productie in een regie van Monique Wagemakers en in een aankleding van Hermann Soherr. Allemaal schuivende wanden, zoals huwelijksmakelaar Goro dat beeldend beschrijft als hij zeeofficier Pinkerton het huis toont waarin de Amerikaan met zijn Japanse bruid zal leven. En een lawine aan bloesems, naar de enthousiaste woorden van Butterfly: “Wij zaaien overal april.”

Een onvergetelijke productie, mede door de Koreaanse sopraan Sun Sook Lee, die als Cio-Cio-San de harten veroverde met haar zang en acteren. Nog twee keer hernam DNO die productie in wat toen Het Muziektheater heette, maar geen van de opvolgende Butterfly-sopranen tipte aan Sun Sook Lee.

Robert Wilson bereikte oogstrelende effecten met behulp van het achterdoek. (© BAUS / DNO 2019)

Hoe totaal anders is de in abstracte schoonheid gehulde Wilson-productie, die nu ook voor de derde keer een adembenemende ervaring opleverde. Op het vrijwel lege podium (met grijze en bruine steentjes belegd) bereikt Wilson oogstrelende effecten met behulp van een achterdoek ter breedte van achttien meter. Aan de onderkant zorgt een lange lijn van lichtbuizen voor kleurwisselingen.

Wilson schildert als het ware ter plekke decors met licht. Hij suggereert met een perzikkleurige achterwand perfect de bloesems waarmee Butterfly en haar gedienstige Suzuki de woonruimte sieren. Ook in de belichting van de personages zorgt Wilson voor bijzondere accenten, door alleen een hoofd of een hand uit te lichten.

Souplesse in stilering

In deze herneming stond voor de eerste keer een zangeres die de gedetailleerde, strak gestileerde bewegingspatronen met verbluffende souplesse invulde en Butterfly als een kwetsbaar mens uitbeeldde. En dankzij een geweldige technische beheersing kon Elena Stikhina navenant in haar stembewegingen haar rol tot bloei brengen.

Op het moment waarop ze zich afvraagt: “Chi sarà, chi sarà”, waarin de zanglijn naar de laagte gaat, kleurde ze haar vertwijfeling met een altachtig effect. Ze smolt samen met de intense expressie van het orkest. Een aangrijpend moment. In de dramatische ontwikkelingen wist ze zich met snijdende felheid te verzetten tegen het dreigende noodlot, uitmondend in de onthutsende schreeuw: “Morte.”

Voor de rol van Pinkerton had DNO de qua postuur en stemkracht indrukwekkende Spaanse tenor Sergio Escobar geëngageerd. Hij was robuust in zijn expressie en zong zijn hoge noten met veel lef, passend bij het karakter van deze dominante Amerikaan, met als uitschieter: “America forever.” Hij wist echter ook met mooie lyrische momenten indruk te wekken, zoals in zijn bekentenis ‘Addio, fiorito asil’. In de lange witte jas die Robert Wilson voor Pinkerton bedacht, bewoog hij zich wat ongemakkelijk. Escobar leek enige moeite te hebben om te passen in Wilsons beeldtaal.

De Amerikaanse bariton Brian Mulligan bewoog zich daarentegen als consul Sharpless ontspannen in zijn lange, bruinige jas. In zijn stem klonk veel empathie voor de tragiek van het Japanse meisje, zeker in het gesprek waarin hij tracht haar de brief van Pinkerton te overhandigen.

De vrouwen uit het DNO-koor vulden lieflijk dan wel venijnig het drama aan. (© BAUS / DNO 2019)

De Albanese mezzo Enkelejda Shkosa vertolkte Suzuki met passie en kleurde prachtig bij Stikhina in het ontroerende duet bij het versieren van het huis. Ook de kleinere rollen, zoals de makelaar Goro (de Italiaanse tenor Saverio Fiore) en huwelijkskandidaat prins Yamadoro (de Nederlandse bariton Tim Kuypers), waren uitstekend bezet. En de vrouwen uit het DNO-koor vulden lieflijk dan wel venijnig het drama aan.

De erepalm gaat zeker naar het Residentie Orkest. Het kleurde met verfijnd spel de scène in waarin Butterfly over echtscheiding discussieert, bracht een zwevende expressie teweeg in de nachtscène en zorgde voor een schitterende climax, eindigend met het dissonante, niet-oplossende slotakkoord bij de zelfmoord van Butterfly.

Madama Butterfly is tot en met 13 mei te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Lorenzo Viotti wordt chef DNO en NedPhO

Volgend artikel

DNO brengt familieopera van Menotti

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman

9Reacties

  1. Willem
    25 april 2019 at 08:40

    Op 2 mei zal ik dit gaan zien, het is hoop vol.

  2. Anna Minis
    25 april 2019 at 09:01

    Eindelijk eens iemand die deze productie niet afkraakt! Ik ben het helemaal met u eens, mijnheer Straatman.
    Even een flauwe opmerking: de tekst luidt: chi sarà, chi sarà…

  3. Rudolph Duppen
    25 april 2019 at 11:35

    Een nogal bizarre recensie in Het Parool. Opmerkelijk hoe recensenten zo van mening kunnen verschillen. Het lijkt wel of ze een andere voorstelling hebben gezien.

  4. Maarten-Jan Dongelmans
    25 april 2019 at 11:38

    @Anna: flauw zou ik het niet willen noemen. Zo’n Doris Day-achtige verschrijving verdient un bon mot.

  5. 25 april 2019 at 16:25

    Beste Anna Minis,

    Bedankt voor de correctie, de tekst is inmiddels aangepast.

  6. Leendert
    25 april 2019 at 16:31

    Het was prachtig. Elena Stikhina maakte grote indruk en werd na afloop terecht bedolven onder een overweldigende ovatie. Begrijp ook niets van de recensie in het Parool, maar ja, ik ben ook maar een eenvoudige operaliefhebber…

  7. Hans van Verseveld
    26 april 2019 at 11:31

    Fijn dat Franz Straatman nog even terugkomt op de schitterende Butterfly uit 1983 van Monique Wagemakers met de onvergetelijke Sun Sook Lee als Cio-Cio-San. Muzikaal is de Butterfly die nu bij de Nationale Opera gaat echt een fantastische belevenis. Alle zangers, koor en orkest onder Bignamini zijn werkelijk top, maar de 17 jaar oude productie van Robert Wilson heeft aan belachelijkheid niets ingeboet met als dieptepunt de dood van Butterfly.
    Naar Japanse traditie eindigt het verhaal met harakiri, maar dat vond meneer Wilson waarschijnlijk zo voor de hand liggen, dat hij daar maar iets anders voor ging bedenken en dat ziet er dan werkelijk zo lachwekkend uit, dat het bijna pijnlijk is. Met de ogen dicht is het een prachtige uitvoering!

  8. Rudolph Duppen
    26 april 2019 at 20:43

    @Hans van Verseveld: Ook ik herinner mij die prachtige Butterfly in de regie van Monique Wagemakers met de Koreaanse Sun Sook Lee als diep ontroerende vertolkster van de titelrol.

    Volgens mijn Japanse schoonzus wordt het woord harakiri in het Japans nauwelijks gebruikt. Ze gebruiken het woord seppuku. Het resultaat is, neem ik aan hetzelfde.Op Youtube kunt U zien hoe dat in zijn werk gaat.Don’t try this at home.

    Net als in Lucca staat er een beeld van Puccini (geheel wit) in Nagasaki en ook een bronzen beeld van Cio-Cio-San met kindje.

    Ik heb deze productie al twee keer gezien en ik weet niet of ik voor de derde keer ga alhoewel de reacties op het muzikale aspect over het algemeen positief zijn.Alleen Het Parool had het over een stroperige uitvoering.

  9. Willem
    3 mei 2019 at 09:53

    Zo, eigen waarneming, prachtige opera en Butterfly Brava, alleen de volgende Butterfly in traditionele uitvoeren.
    Het koper vond ik persoonlijk te hard, de harp was vaak niet te horen.
    Ach, een kok kan niet naar alle monden koken.

    Voor de eerste keer het buffet vooraf aan de opera genuttigd, prima en in de pauze koffie en iets zoets.

    Mogelijk in september in Luik en nieuwe kans.
    Ps. Een opera liefhebber