FeaturedOperarecensie

Düsseldorf imponeert met Poulenc

Geloof het of niet, maar in Düsseldorf gebeurt het. De ooit zo mooie, statige stad, die nu gebukt gaat onder de chaos van de metrobouw (komt het iemand bekend voor?), heeft voor een operaliefhebber heel erg veel te bieden. Bijvoorbeeld een formidabele Dialogues des Carmélites.

Scène uit Dialogues des Carmélites (foto: Hans Jörg Michel).

Bij de Deutsche Oper am Rhein weten ze een heel erg interessant seizoen samen te stellen, waar zowat alle genres aan bod komen. Voor elk wat wils. Ze werken met een min of meer vast ensemble, waardoor ze vrijwel alle rollen moeiteloos uit eigen stal kunnen bezetten. Bovendien vormen ze een hechte eenheid. Dat merk je.

De meeste nieuwe producties (ik heb er drie in de laatste paar maanden gezien) zijn ook nog eens buitengewoon interessant en mooi om te zien. Ik weet niet hoe ze het voor elkaar krijgen, maar hun regisseurs (en dat zijn regisseurs van naam!) zetten hun ego even opzij om zich in dienst van het werk te stellen.

Zij blijven niet alleen trouw aan de muziek, maar (ongelofelijk maar waar!) ook aan het libretto. En denk nu maar niet dat het geheel daardoor hopeloos ouderwets, statisch of conservatief wordt. Ze drukken ontegenzeggelijk hun eigen stempel op het werk, ze komen ook wel eens met concepten (daar is op zich niets mis mee) en schuwen het updaten niet… Maar het allerbelangrijkste is: zij doen, wat zij horen te doen. Regisseren.

Nou is Dialogues des Carmélites een werk waar je je als luisteraar moeilijk een buil aan kan vallen: de muziek is zo schrijnend mooi, dat je desnoods je ogen dicht doet en je verbeelding doet de rest.

De opera gaat over angst. Angst voor alles, maar voornamelijk voor de dood. Kan je jezelf en je angsten ontvluchten? Hoe bevrijd je je van dat allesomvattende en allesvernietigende gevoel? Zijdelings gaat het ook over opoffering, martelaarschap, revoluties en ideologieën.

Bij Poulenc staat de melodie in het centrum van zijn universum en hij componeert zeer beeldend, waardoor je eigenlijk geen regisseur nodig hebt. En toch… als de regisseur goed is, gaat er een extra dimensie voor je open.

Sterfscène van Madame de Croissy, vertolkt door Anja Silja (foto: Hans Jörg Michel).

Guy Joosten heeft een zeer intieme voorstelling gecreëerd, met bijzonder veel aandacht voor details. Het begint al met een wit doek waarop de silhouetten van heen en weer marcherend gepeupel geprojecteerd worden. Vanaf het begin voel je je bedreigd. En als het doek even wordt opgetild en je ze daadwerkelijk ziet verschijnen, word je, net als de arme Blanche, doodsbang.

Zonder belerend te willen zijn en zonder een moralist te willen spelen, verwijst Joosten lichtjes naar de angstmomenten in de moderne geschiedenis. Zo krijgt Blanche van haar broer een rode jas aangereikt waarin zij kan ontsnappen (citaat uit Schindler’s List?) en wordt de nonnen voor de executie hun haar afgeknipt. Als er een habijt over hun hoofden wordt gegooid, lijken ze net vrouwen in boerka’s. En de vrouwen van het ‘volk’ dragen grijze mohair baretten. Vergis ik mij of zie ik daarin verwijzing naar de ultrakatholieke Poolse nationalisten?

In de eerste scène van de eerste akte bevinden we ons in de ‘oude wereld’: de bibliotheek van de Markies. Er is kleur, en al is de angst voor wat komen gaat al voelbaar, de nabijheid van boeken straalt een bepaalde rust uit. In de tweede scène van de laatste akte bestaat de wereld niet meer. De omgevallen en in brand gestoken bibliotheek smeult nog na en alles is grijs geworden.

De dood van de nonnen is mogelijk nog indrukwekkender dan het in Amsterdam was: iedere keer als de bijl valt, valt ook een zwart lint naar beneden. Tot alles zwart is en dan is het over.

De uitvoering is meer dan formidabel. Om te beginnen is er Anja Silja als Madame de Croissy. Alleen al voor haar sterfscène verdient zij een Oscar.

John Wegner overtuigt als Marquis de la Force met zijn grote, zeer imponerende stem. Hij begint met een beetje te veel vibrato, maar heel gauw herstelt hij zich.

Sabine Hogrefe is een prachtige Madame Lidoine. Haar stem klinkt precies zoals het moet: geruststellend en warm. En dat terwijl zij al Brünnhilde op haar repertoire heeft staan!

(Foto: Hans Jörg Michel.)

De jonge Israëlische sopraan Alma Sadé (ja, familie van Gabriel) debuteert in de rol van Constance. Wat een heerlijke, lichte, meisjesachtige stem heeft zij toch! Alle tegenstrijdige gevoelens weet zij goed over te brengen. Vol levensvreugde, volop genietend en toch dromend van de dood. Is het wellicht omdat zij voor het eerst een echte vriendin meent tegen te komen, die zij niet kwijt wil? Van haar gaan wij nog meer horen.

Anett Fritsch is een droom Blanche. Haar sopraan is licht, wellicht een tikkeltje te, maar haar rolinvulling is zo formidabel! Ze weet haar angsten daadwerkelijk in haar stem te laten doorklinken en dat is een echte prestatie.

Maar de show wordt, althans voor mij, gestolen door Jeanne Piland in haar rol van Mère Marie. Hier staat een zangeres/actrice van formaat, met uitstraling en charisma. Van haar kan ik ook mijn ogen niet afwenden. Een legende al, maar haar stem staat nog steeds als een huis en heeft nog niets aan zeggingskracht ingeboet.

Alle kleine rollen zijn meer dan adequaat bezet en het koor is meer dan goed. Het orkest (Düsseldorfer Symphoniker) onder leiding van Axel Kober klinkt als een wereldorkest, maar misschien zijn ze dat inmiddels ook wel?

Is er dan geen enkel minpuntje aan de voorstelling? Ja, Corby Welch als de Chevalier. Maar ach, je gaat toch niet naar de opera voor de broer van de hoofdpersoon?

Ik zou zeggen: op naar Düsseldorf!

Vorig artikel

Muziekcentrum biedt Kamercommissie petitie aan

Volgend artikel

Van ’t Landt door in Una Voce Particolare

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

7Reacties

  1. alessandro
    25 oktober 2010 at 14:19

    Wow!

  2. 25 oktober 2010 at 15:49

    Hoi Basia!

    Zijn we je misgelopen? Gilbert en ik waren afgelopen vrijdag ook bij deze mooie premiere!

    Ik ben het voor 80% met je eens.
    Vond Sabine Hogrefe het goed doen en een mooie stem hebben in midden en onderkant, vond haar stem vanaf de boven passago eigenlijk gewoon lelijk..helaas…ik had me erg op haar verheugd, dus dat was jammer.

    Helemaal mee eens dat Jeanne Piland (al jaren daar vast verbonden en intussen dik in de 50…) de ster van de show was. Heel mooi, en ook erg leuk voor haar, gezien je vaak als ‘huiseigen’ overschaduwd wordt door allerlei hotshots die ze als gast inkopen.

    Ik was niet zo onder de indruk van het einde, was in Amsterdam veel meer ontroerd, maar wie weet kwam het doordat het mijn eerste kennismaking met het stuk was destijds.

    Verder hou ik erg van zo’n eenvoudige regie als deze.

    Groet,
    Wiebke

  3. Alessandro
    25 oktober 2010 at 20:21

    I can’t imagine Sabine Hogrefe was any less than gut – her high notes are radiant! (Can be she was a little tired or sick? She sang Brünnhilde in Freiburg and had reharsals in Düsseldorf, must have been hard for her. Normally she is fab and a good actress, too!)

  4. Pieter K. de Haan
    27 oktober 2010 at 12:24

    Geachte mevrouw Göetjes,

    De Amerikaanse mezzo-sopraan Jeanne Piland, o.m. in 1999 in Eindhoven gehoord in en gesproken na een concertante “Norma” (Adalgisa naast Nelly Miricioiù), is volgens The New Grove Dictionary of Opera geboren op 3 december 1945 en zal dus binnenkort….65 worden!

  5. 30 oktober 2010 at 21:03

    Wauw! Als Jeanne Piland als 65 is, neem ik nog meer mijn hoed voor haar af!!

  6. Pieter Alferink
    1 november 2010 at 19:41

    Jeanne Piland,

    Meer dan 30 jaar was ik de persoonlijk manager van Jeanne Piland.
    onze samenwerking begon nadat wij haar hadden leren kennen in Aix-en-Provence waar Miss Piland de Komponist zong naast Jessye Norman als Ariadne.
    Alleen omdat de betrokkene er zelf verre van een geheim van maakt, kan ik bevestigen dat Miss Piland op 3 december a.s. inderdaad de leeftijd van 65 jaar hoopt te bereiken. Ze denkt er – gelukkig – niet aan haar activiteiten als zangeres te beeindigen, hoewel zij inmiddels ook internationale naam heeft opgebouwd als pedagoge.

    Kammersängerin Jeanne Piland die onlangs door het Franse Minister van Cultuur werd geridderd zal op 2 april het middelpunt van een Gala zijn die de intendant van de Deutsche Oper am Rhein haar aanbiedt.

    Pieter G. Alferink