AchtergrondNieuws

Het Belvedere-verslag: de 2e halve finale

Het Belvedere-concours is deze week neergestreken in Amsterdam voor zijn finaleronden. Van de 141 deelnemers die tot de eerste ronde waren toegelaten wisten er 56 door te dringen tot de eindronden. Donderdag 4 juli vond de tweede halve finale plaats en werden de finalisten bekendgemaakt. Deel twee van een verslag.

De Kleine Komedie was donderdag voor het laatst toneel van het Belvedere. De finalisten gaan nu richting Het Muziektheater, waar zaterdagavond de finale plaatsvindt.
De Kleine Komedie was donderdag voor het laatst toneel van het Belvedere. De finalisten gaan nu richting Het Muziektheater, waar zaterdagavond de finale plaatsvindt.

Laat ik maar op zijn Hollands met klagen en statistieken beginnen: De Kleine Komedie heeft niet de beste akoestiek ter wereld. Hard wordt er heel erg hard en subtiliteiten raken verdwaald tussen muren en deuren. Jammer.

Jammer ook dat de namen van de pianobegeleiders nergens werden genoemd. Waarom? Zij zijn onontbeerlijk: niet alleen doen ze een fantastische en zeer moeilijke job, zij zijn ook de steun en toeverlaat van de vaak eenzame zielen in een vreemd en onbekend land.

Onder de 22 grootheden in spe die vandaag hun opwachting maakten, kwamen er 5 (!) uit Zuid-Korea, 2 uit Zuid-Afrika en 4 uit Rusland. Van de 12 dames waren er 11 sopranen en de heren gingen van lager tot laagst: 6 baritons en 3 bassen. Geen tenor.

Dat allemaal maakte dat de boel op een bepaalde moment toch wel een beetje eentonig werd. Totdat ik letterlijk opgeschrikt werd door de Russische Tatyana Metlina: haar Lady Macbeth-aria ‘Vienni t’afretta or tutti sorgete’ (inclusief de brief die ze letterlijk van een papier voorlas) blies ze met windkracht 12 de zaal in. Iedereen die al een beetje ingedut was, werd wakker gegild (dat bedoel ik letterlijk).

De schade aan in elk geval mijn oren kon niet meer hersteld worden. Ook niet door de lieflijke Iulia Elena Surdu uit Roemenië, die ons op een zeer virtuoos gezongen ‘klokjesaria’ uit Lakmé van Delibes trakteerde.

Gelukkig was de finish toen al in zicht. Maar eerst moest de laatste kandidaat, de Russische Valentin Anikin, zich nog door Gounods ‘Vous qui fraites l’endormie’ uit Faust worstelen. Zijn ‘hahahahaha’ deed mijn pijnlijke oren niet echt goed en om eerlijk te zijn: het enige wat ik wilde was zo snel mogelijk naar huis!

Ik was de enige niet: in tegenstelling tot de eerste helft van het programma werd geen één van de kandidaten van na de pauze door de jury teruggeroepen. Maar dat kan natuurlijk toeval zijn; de jury moest tenslotte nog vergaderen en de finalisten bekend maken!

Was het dan allemaal kommer en kwel? Welnee! Om te beginnen was er een Griekse bas, Georgios Alexandros Stavrakakis. Hij is nog maar 25 en moet – eerlijk is eerlijk – nog aan diepte (of noem het diepgang) winnen, maar niettemin daar er een zanger van formaat. Groot, indrukwekkend aanwezig en zeer charismatisch zong hij ‘The song of the viking guest’ uit Sadko van Rimski-Korsakov.

Hij imponeerde mij niet alleen met zijn prachtige materiaal, maar ook door zijn uitstraling en zijn communicatie met het publiek. Van de jury mocht hij terugkomen voor (jammer genoeg niet Boccanegra, waar ik op had gehoopt) de ‘catalogusaria’ van Leporello, waarin hij liet zien dat hij ook fantastisch kan acteren.

Zeer onder indruk was ik ook van de Franse Anna Kassian, die ons liet horen hoe geweldig goed Lucrezia Borgia van Donizetti is: haar ‘Era desso il figlio mio’ had een allure die deed denken aan een kruising tussen Miricioiu en Gruberova.

De Zuid-Afrikaanse bariton Boikhutso Owen Metsileng maakte op mij aanvankelijk weinig indruk. ‘Avant de quitter ces lieux’ (Faust van Gounod) vond ik te zwaar op de hand, maar nadat de jury hem terug had geroepen revancheerde hij zich met een onvoorstelbaar mooi gezongen ‘Pierrot lied’ uit Die Tote Stadt van Korngold. Zijn stemvoering en adembeheersing waren adembenemend, zijn Duits voortreffelijk en zijn ‘messa di voce’ meer dan voorbeeldig. Van hem gaan we zeker meer horen!

Ik wil nog even de Noorse sopraan Hamida Maryam Kristoffersen noemen; in haar hoorde ik al de belofte voor een Wagner-sopraan. Ze is nog maar 25, maar haar stem heeft al het ronde en romige wat ‘Porgi amor’ (Le nozze di Figaro) tot meer dan zo maar een aria maakt.

De jury heeft zich inmiddels uitgesproken. Van de 22 stemmen die ik vandaag gehoord heb zijn er 5 naar de finales en maar 1 ervan, Boikhutso Owen Metsileng, was ook mijn favoriet. Zo ziet u maar…

De finalisten:

Chrystal E. Williams, mezzosopraan, USA
Rebecca Jo Loeb, mezzosopraan, USA
Roman Burdenko, bariton, Rusland
Eve-Maud Hubeaux, mezzosopraan, Zwitserland
Stefanie Lauricella, mezzosopraan, USA
Paulo Augusto Lopes Paolillo, tenor, Brazilië
Wookyung Shin, bariton, Zuid Korea
Reinhaldt Moagi, tenor, Zuid Afrika
Don-Hwan Lee, bariton, Zuid Korea
Kresimir Stražanac, bariton, Kroatie
Oleg Budarackii, bas, Rusland
Boikhutso Owen Metsileng, bariton, Zuid Afrika,
Kelebogile Boikanyo, sopraan, Zuid Afrika

Zie voor meer informatie de website van de Belvedere Competition.

Vorig artikel

Death in Venice in vijfsterrenuitvoering

Volgend artikel

Opera aan de Schie houdt open podium

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski