Recensies

Westbroek zingt en speelt sterke Anna

In het Opera Forward Festival van 2020 stond Eva-Maria Westbroek al aangekondigd als Anna in Die sieben Todsünden van Kurt Weill. Het mocht niet zo zijn en ook dit jaar zat een reguliere theateruitvoering er niet in. In plaats daarvan werd donderdag eenmalig een voorstelling als livestream uitgezonden. Westbroek stelde niet teleur.

Eva-Maria Westbroek was zingend en acterend een overtuigende Anna I. (© Sanne Peper)

Het korte ‘ballet chanté’ Die sieben Todsünden was het laatste gezamenlijke project van Kurt Weill en Bertolt Brecht. Beiden waren uit Duitsland gevlucht en Weill woonde in Parijs. Voor zijn bijdrage aan diens nieuwste project kwam Brecht korte tijd over uit Zwitserland. Lotte Lenya was voorzien voor de hoofdrol van Anna I. De vrouw van de opdrachtverstrekker moest in het stuk worden opgevoerd als een balletdanseres, Anna II.

De première vond plaats op 7 juni 1933 en het korte stuk heeft sindsdien vele beroemde vrouwelijke vertolkers gehad, uiteenlopend van Anja Silja tot Marianne Faithful. De twee Anna’s vormen feitelijk twee kanten van hetzelfde personage. De ene rationeel en berekenend, de andere emotioneel en impulsief. Anna II danst wat om Anna I heen en heeft weinig tekst. Samen gaan ze op pad voor een tournee van zeven jaar langs evenzovele steden in Amerika.

Het doel is geld te verdienen voor de familie thuis, zodat er in Louisiana een klein huisje aan de Mississippi kan worden gebouwd. Anna II is degene die het geld binnen moet halen, Anna I is haar impresario. In werkelijkheid is het de ene kant van Anna die rationeel tot het besluit komt dat iets de moeite waard is om te doen, terwijl de emotionele kant van haar persoon lijdt onder de uitvoering ervan.

Multidisciplinair

De oorspronkelijke titel luidt Die sieben Todsünden en de teksten worden in het Duits gezongen, zo ook door Eva-Maria Westbroek tijdens de uitvoering op het Opera Forward Festival. Haar alter ego werd vertolkt door Anna Drijver, die niet danste, maar gewoon een beetje om Eva heen bewoog. Het ‘dansaspect’ kwam voor rekening van de cameraman, die de twee Anna’s permanent volgde en filmde, wat de kijkers thuis te zien kregen. Het effect was een zeer nerveuze en bij vlagen nogal chaotische theaterervaring. Anna II was grotendeels niet meer dan een schim, aangezien de focus veelal lag op de zingende Anna I. Dat leidde bij mij wel tot enige irritatie.

Op de achtergrond was André Joosten bezig live een schilderij te maken. Veel meer dan iemand die iets met een verfroller deed kwam daarvan niet in beeld. De hele enscenering kwam nogal geforceerd over; een poging om van een relatief statisch stuk een multidisciplinaire theatervoorstelling te maken.

Ik heb me al snel geconcentreerd op de inhoud en de uitvoering maar gelaten. De tekst is goed beschouwd nogal moralistisch en belerend, maar wel met een dubbele bodem. Brecht moet niet letterlijk genomen worden, het is niet per se zijn mening die te horen is.

We maken kennis met de luie Anna. Dat was ze thuis ook al, zingt het koortje van de vier familieleden. Niet uit bed te branden die meid. De familie ziet Anna zoals ze is, één persoon, niks I en II.

In de volgende stad treedt Anna op als nachtclubdanseres, maar is te ‘hoogmoedig’ om uit de kleren te gaan. In Los Angeles maakt ze zich druk over al het onrecht dat ze ziet; natuurlijk niet goed voor business, zo’n houding. Anna I moet dan ook steeds weer corrigerend optreden, ofwel zichzelf tot de orde roepen, om de inkomsten op peil te houden. In Philadelphia mag ze niet te veel eten, omdat ze contractueel onder een bepaald gewicht moet blijven (thema vraatzucht). En in Boston neemt ze een vriendje, terwijl ze zich door een rijke man laat onderhouden. Brecht spreekt van ‘Unzucht’.

Hebzucht is het thema in Tennessee en afgunst het thema in de zevende stad, San Francisco. In de epiloog wordt duidelijk dat tussentijds zo veel geld naar de familie is gegaan dat het huisje daar inmiddels klaar is.

Familieleden

Eva-Maria Westbroek liet het niet bij zingen, heel overtuigend, maar zette ook acterend een prima Anna I neer. Haar alter ego, gespeeld door Anna Drijver, kwam wat minder uit de verf doordat ze te veel ‘out of focus’ of alleen vanaf de schouders te zien was. De familieleden kwamen ook zo nu en dan in beeld, al dan niet zingend. De twee broers werden gespeeld door Michael Wilmering en Erik Slik. De vader door Marcel Reijans en de moeder door Peter Arink.

Het Rotterdam Philharmonisch Orkest stond onder leiding van Erik Nielsen. Het regieconcept kwam voor rekening van Ola Mafalaani. Met deze streaming werd de online editie van het Opera Forward Festival 2021 geopend.

Vorig artikel

Ongehoorde muziek uit Kroatië op cd

Volgend artikel

Opera in de media: week 12 van 2021

De auteur

Peter Franken

Peter Franken