Recensies

Vroege Verdi’s: Il battaglia di Legnano uit Triest

In een achtdelige serie besteedt Peter Franken aandacht aan evenzovele minder bekende opera’s van Giuseppe Verdi uit de periode 1839-1849. In de achtste aflevering: Il battaglia di Legnano, opgenomen in Teatro Lirico di Trieste in 2012.

Drie maanden na Jérusalem was er al de première van Il battaglia di Legnano, op 27 januari 1849 in het Teatro Argentina te Rome. Dit is het sluitstuk van Verdi’s vroege periode. In nog geen tien jaar tijd liet de componist veertien opera’s het licht zien, zij het dat Jérusalem natuurlijk niet geheel nieuw was.

Deze opera werd geschreven in de periode dat het erop leek dat de revolutie van 1848 in Italië voor blijvende veranderingen zou kunnen zorgen. Gedacht moet worden aan het verdrijven van het régime van de Bourbons uit het koninkrijk Napels en het terugdringen van de Oostenrijkers in Venetië, Lombardije en Toscane. Verdi componeerde in ijltempo een gelegenheidswerk op een libretto van Salvatore Cammarano, dat in alle opzichten bedoeld lijkt te zijn als propaganda voor de Italiaanse eenwording.

Ogenschijnlijk gaat het in deze opera over de slag bij Legnano eind twaalfde eeuw, waarin Frederik Barbarossa werd verslagen door de Lombardische Liga. Dat is het bewijs dat men vreemde heersers alleen uit Italië kan verdrijven door zich aaneen te sluiten. Toen was dat gelukt dankzij de samenwerking van een aantal rivaliserende steden, nu moest men zich aaneensluiten om de Oostenrijkers het land uit te krijgen.

Veelzeggend dat men zo veel eeuwen terug moest gaan om een aansprekend succes op te duiken dat de bevolking zou kunnen inspireren. En ook nu werd het niks; pas twaalf jaar later kreeg de eenwording eindelijk gestalte. Verdi’s propagandaopera had in die zin weinig effect; het pleit was al bijna beslecht en toen de gevestigde machtsorde was hersteld, liet geen enkele censor in Italië de uitvoering van het werk nog toe.

Klassieke verwikkelingen

Ik had La Battaglia di Legnano nog nooit eerder gezien en daar had ik niet echt veel aan gemist. Het werk viel me tegen, zeker na Giovanna d’Arco, dat ook behoorlijk nationalistisch getint is. De strijd tegen Barbarossa vormt de achtergrond voor een klein persoonlijk drama. De Veronees Arrigo is in een eerdere strijd gevallen, zo denkt iedereen. Zijn geliefde Lida is vervolgens getrouwd met Rolando, de hertog van Milaan en voorheen Arrigo’s beste vriend.

Als Arrigo na een aantal jaren plotseling weer opduikt en Lida hevige verwijten maakt dat ze hem niet trouw is gebleven, volgt een aantal klassieke verwikkelingen. Uiteindelijk sterft Arrigo na een soort zelfmoordactie en worden Rolando en Lida door zijn toedoen (de stervende zingt nog een tijdje door) met elkaar verzoend.

De enscenering van Ruggero Cappuccio bevestigt de feitelijke bedoeling van het tonen van de strijd tegen Frederik Barbarossa. De decors zijn erop gericht de periode rond 1848 op te roepen en ook de kostuums duiden op de ontstaansperiode van de opera. Het ziet er goed uit, maar de regie is nogal statisch, met name waar het de inbreng van het koor betreft.

Andrew Richards

De opera begint met een moeizame ouverture van maar liefst acht minuten. Soms is het alsof alles stilstaat, en dat komt later in het werk nogal eens terug. Ik mis de vaart en de vloeiende melodische lijnen die zo kenmerkend zijn voor Verdi’s andere opera’s. De koren zingen veelal afgemeten, lettergreep voor lettergreep. De solisten zingen in sommigen scènes met een soort ‘woord-voor-woord-staccato’, erg onaantrekkelijk. Uiteraard worden teksten over het vaderland, eenheid, de Oostenrijkse vijand en zo meer vooral door het koor verwoord. Maar ook de drie protagonisten nemen soms even vrijaf van hun persoonlijke problemen om een vaderlandslievende duit in het zakje te doen, vooral beide heren.

De uitvoering van dit in mijn beleving nogal problematische werk is zo goed als hij zijn kan. Koor en orkest doen wat van hen verwacht mag worden, niets op aan te merken.

De Argentijnse bariton Leonardo López Linares is een uitstekende Rolando. Omdat hij zich onteerd denkt als hij Arrigo in een tête-à-tête met zijn vrouw aantreft in een kamer, sluit hij beiden op, om zodoende Arrigo’s deelname aan de strijd tegen Barbarossa te verhinderen. Arrigo heeft zich echter bij een geheim doodseskader aangesloten en springt uit het raam om zijn leven tenminste eervol te kunnen beëindigen. De Amerikaanse tenor Andrew Richards heeft zijn postuur mee om deze bravoureactie geloofwaardig te uitvoeren. Hij draagt grote delen van de handeling en weet die rol goed waar te maken. Richards is de ster van de avond, zeer goed gezongen en prima geacteerd.

De partij van Lida kent ongemakkelijke momenten en klinkt nergens zo vloeiend als Verdi’s andere prima donna’s. Soms is het verloop gewoon moeizaam, maar dat kan in de hand gewerkt zijn doordat het de sopraan niet echt gemakkelijk leek af te gaan. De vertolking door de Griekse sopraan Dimitra Theodossiou kent fraaie momenten, maar je zit er niet ontspannen naar te luisteren. Het kan elk moment fout gaan, zo lijkt het

De rol van Barabarossa wordt vertolkt Enrico Giuseppe Iori; een goed optreden. De bezetting van de vele bijrollen is matig. De muzikale leiding is in handen van Boris Brott.

Lees alle afleveringen van de serie vroege Verdi’s.

Vorig artikel

Holland Festival presenteert programma 2021

Volgend artikel

Wu dirigeert Brahms met waardige expressiviteit

De auteur

Peter Franken

Peter Franken