AchtergrondRecensies

Klaartje van Veldhoven herontdekt Nederlandse zang

Op een winteravond in een steenkoude Sint Josephkerk te Haarlem zong sopraan Klaartje van Veldhoven een programma met muziek van Nederlandse componisten. Zij stond voor in het fraaie kerkgebouw, haar begeleider Matthias Havinga achterin op het orgel, halverwege het gewelf. In het midden vloeiden zij klinkend samen om hun cd Miroir de peine te presenteren.

De aanzet tot een cd met werken van Nederlandse componisten uit het midden van de twintigste eeuw kwam voort uit de langgekoesterde wens van Van Veldhoven om een compositie van Hendrik Andriessen te zingen getiteld Magna res est amor, oftewel Het grootst is de liefde. Andriessen (de vader van Louis) schreef de noten in 1919 op een tekst van de Nederlandse mysticus Thomas van Kempen (gestorven 1471) voor sopraan met orkestbegeleiding of met orgel.

De bijna vier minuten durende compositie vond zijn weg in de Nederlandse muziekcultuur. Onder meer de befaamde Jo Vincent zong het bij het Concertgebouworkest onder leiding van Willem Mengelberg, en de niet minder befaamde Elly Ameling volgde in haar voetsporen bij hetzelfde ensemble geleid door Eduard van Beinum. Een mooie uitdaging voor Van Veldhoven, die in organist Matthias Havinga een enthousiaste partner vond voor een uitvoering met orgel.

Geweldig hoe de opgaande notenlijn op het woord ‘magna’ resoneerde in de akoestisch weelderige ruimte van de Josephkerk. Dezelfde kerk waar Andriessen tussen 1913 en 1933 het Frans-romantisch georiënteerde Adema-orgel bespeelde en veel van zijn geestelijke liederen en missen schreef voor uitvoering daar.

Frans-romantische stijl

Het bleef niet bij dat ene nummer over de geestelijke liefde. Van Veldhoven en Havinga gingen op zoek naar bijpassende composities. Logischerwijs kwam als eerste in zicht Andriessens uitgebreide toonzetting van een Frans gedicht, Miroir de peine (Spiegel van smart) van Henri Ghéon, over het lijden van Jezus Christus vanaf het moment in de Hof van Olijven tot en met de dood op het kruis. In de originele opzet met orgelbegeleiding vervult het de positie van titelsong voor de cd, net als alle andere nummers opgenomen in de Josephkerk. Origineler kan het niet.

Andriessen voelde zich als componist duidelijk aangetrokken tot de Frans-romantische stijl van grootheden als César Franck en Gabriël Pierné. Vernuftig schuift de zanglijn door allerlei tonaliteiten in het eerste van de vijf delen over de ‘Agonie au jardin’ (Angst in de tuin). Fijnzinnig zorgt het orgel voor kleuring van duisternis en tragiek.

Ook in de volgende delen slaagde Andriessen erin om meditatie en tekstuitbeelding in muziek te vangen, tot en met het stralende majeurakkoord op de slotwoorden in het vijfde deel (de Kruisiging). Met haar pure en ranke stem treft Van Veldhoven de innerlijke emotie van deze compositie prachtig, in combinatie met de omspeling door Havinga. De opname biedt een kwaliteit die overeenkomt met de live-ervaring tijdens de presentatie. Van Veldhoven gaat in september de versie met orkest zingen bij het Residentie Orkest.

Vergeten schoonheden

De zoektocht naar geschikt repertoire leidde ook naar andere tijdgenoot-componisten. Een bijzondere vondst bleek Hymne van Rosy Wertheim, één van de weinige vrouwen in het componistenbestel van de jaren twintig, dertig en veertig. Zij zette in Franse vertaling ook de tekst van Magna res est amor in 1929 op vloeiende, meditatieve muziek. ‘We hebben ons vanaf het begin gericht op Nederlandse componisten uit een tijd die vrijwel vergeten lijkt’, aldus Van Veldhoven bij de presentatie.

Met de toevoeging van Drie geestelijke liederen, sfeervol ingetogen getoonzet door Henk Badings op teksten van de zeventiende-eeuwse dichter Jan Luyken, en het markante ‘Vrijheidslied’ uit 1945 van Bertus van Lier op tekst van Jan Engelman, herontdekt deze cd vergeten schoonheden. Zij komen uit een tijdperk dat de Nederlandse muziek een levendige ontwikkeling doormaakte met toonkunstenaars als Jan van Gilse, Willem Pijper, Leo Smit, Henriëtte Bosmans en vele anderen.

Hoe kan het bestaan dat Hendrik Andriessen liefst veertien symfonieën schreef die door de hedendaagse Nederlandse orkesten gewoonweg genegeerd worden? De cd, uitgebracht door BrilliantClassics, bevat een indrukwekkende orgelcompositie van Andriessen, diens kleurrijke Sonata da chiesa, door Havinga voorbeeldig gespeeld op het originele instrument, en vijf spannende, virtuoze orgelstukken van Badings. Havinga: ‘Het is mooi, ook specifiek als Nederlander, om verbinding te zoeken met oudere wortels.’

Vorig artikel

DNOA pakt uit met Postcard from Morocco

Volgend artikel

Tien onvergetelijke operagesprekken

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman