FeaturedRecensies

Herreweghe’s genuanceerde Hohe Messe

Philippe Herreweghe is volledig verknocht aan J.S.Bach. Maar zijn poëtische interesse verlegde hij recent meer naar madrigaalkunst en zijn kritiek op de drukkende, soms kwezelige teksten belicht de barrière die muziekfans bij Bach kunnen voelen. De passies en lijdenscantates zijn immers beeldbepalend. In de Mis in b-klein domineert vreugde boven zwaarte, zoals D-groot boven de toonsoort in de titel. Dat Herreweghe op 9 juni de mis voor de derde keer in 10 jaar naar Amsterdam bracht verbaast dus niet.

Dirigent Philippe Herreweghe Foto:@Annemie Augustijn

Het versteende Latijn in de Hohe Messe, een onhistorische titel, ontsluit enerzijds puur muziekgenot maar biedt anderzijds theologisch betrokkenen een ragfijn web betekenisdraden. En wie primair van opera houdt? Zij vinden misschien niet het direct rakende menselijk drama van de passies maar wel een glorieuze viering van zangkunst. Ook deze zondag troffen individuele en collectieve stemmen in alle mogelijke stijlen heerlijk doel bij het massaal naar het Concertgebouw toegestroomde publiek.

Het Kyrie had het vereiste vrome gewicht, toch klonk hier al de transparantie, zelfs lichtvoetigheid die Herreweghe’s Bach kenmerkt. Niet alleen door de kleine bezetting, maar naar mijn idee ook doordat de instrumentalisten van Collegium Vocale Gent minieme vrijheden mochten nemen. Terecht stond het continu centraal met het 19-tallig zangcollectief van hoog naar laag opgesteld achter het orkest.

Collegium Vocale Gent met dirigent Philippe Herreweghe. Foto:© Rudy Carlier

Een lichte toets staat niet gelijk aan kleurloosheid, bewees de gretige koorinzet tot het jubelende Gloria. Knap hoe het vreedzame van ‘in terra pax’ meer met expressieverschil dan met louter zachter zingen werd bereikt. De meeste intensiteit, met de breedste gebaren van de zo ingetogen leidende Herreweghe, kreeg het Gratias. Ernstig maar niet bedompt ontvouwde het Qui tollis en na een eerste sprankelende fuga eindigde het Cum sancto vóór de korte stempauze toch in een daverende climax.

De solistische delen van het in 1733 geschreven Kyrie en Gloria, die Bach in zijn levensavond tot een complete mis uitbouwde, weerspiegelen de elegante operacultuur in Dresden. Vanuit het ensemble één stapje zettend vertolkten sopranen Dorothee Mields en Hana Blažiková in ongehaaste ‘zusterlijke’ eendracht het duet Christe eleison, de eerste met zoet-stralend, de tweede met intiem-warm geluid.

Dorothee Mields Foto:© Harald Hoffmann

Het Laudamus te schreef Bach wellicht met operadiva Faustina Bordoni in zijn gedachten. Zachtjes wiegend zong Blažiková de aria op allerminst theatrale wijze, met haar relatief kleine maar vakkundig geprojecteerde stem. De capriolen die ze met concertmeester Christine Busch uitwisselde hadden dat onnadrukkelijke, quasi-geïmproviseerde karakter waarin Bachs genie zich vaak het allerbeste toont.

Hana Blažiková Foto: © Havlik Vojtech

Countertenor Alex Potter etaleerde een staaltje tekstexpressie door assertieve lange noten in Qui sedes, een tekst over vorstelijk zetelen, te ruilen voor klaagtonen op ‘miserere’. Het volstrekt unieke Quoniam was doordacht opgesteld: rechts van het orgel zong bas Johannes Kammler naast knorrende fagotten wellicht opzettelijk ietwat ruig, terwijl links de lage maar tegenover dit gekrioel toch Christus vertegenwoordigende ‘allerhoogste’ hoorn van Bart Cypers letterlijk het (hemel)rijk alleen had.

Alex Potter Foto:© J.Quast

Voor mij begint het wonder van de Hohe Messe echt met de delen die Bach in zijn laatste jaren op basis van oudere composities toevoegde. Met welk doel blijft een raadsel, de romantische gedachte dat hij zijn beste ideeën en kennis over eeuwen kerkmuziek wilde bundelen blijft het aannemelijkst. Elke beluistering is als een reis met steeds weer andere observaties die ik hier slechts deels kan delen.

Johannes Kammler Foto:© Matthias Baus

De dertien maten lamento-bas van het cruciale Crucifixus werden tot ware kruisgang, meer door felle continuo-accenten dan slepend tempo. Als ‘concertist’ van de eerste sopranen zong Dorothee Mields hier mee met de tweede sopranen van Hana Blažiková, die anders dan haar vier collega’s slechts twee ‘ripienisten’ tot steun had. Door de eerste sopranen weg te laten beoogde Bach een sober palet maar Mields’ individueel herkenbare timbre was voor mij alsof één zonnestraal Jezus bijstond op zijn pad…

Ook in het Confiteor verraste een vinnig continuo maar bedachtzame tempi boden glashelder zicht op de cantus firmus-lijnen, een oeroude techniek in één van Bachs allerlaatste composities. De overgang naar de wervelende opstanding van het Et expecto bevat ongehoord moderne harmonieën. In deze subtiele aanpak werd het geen bijna luguber ‘tussen dood en leven’ maar klonk ingehouden mysterie.

Een stoelendans leidde het Sanctus in. Aan weerszijden van de centrale bassen stonden de andere stemsoorten nu gesplitst opgesteld met beide sopraangroepen op de flanken. Dit bereidde al voor op het dubbelkorige Osanna maar in dit oudste deel van de ordinariumtekst, een visioen van de hemel, was het dankzij het resulterende stereo-effect werkelijk alsof scharen van engelen elkaar toezongen.

Nog genoemd dient tenor Guy Cutting die met Benedictus het in stijl meest galante deel vertolkte. De continuo-cello van Ageet Zweistra voegde zich met sonore lange tonen als volwaardig partner tussen traverso en vocalist. Cutting deed geen bij voorbaat vergeefse poging te wedijveren met de lieftallige fluit van Patrick Beuckels maar bood zijn kruidige, iets gespannen stemgeluid als treffend contrapunt.

Guy Cutting Foto:© Ben McKee

Het Dona nobis pacem herhaalde de Gratias-noten met evenveel warmte maar meer aarzeling. Een dankgebed voor vrede is in onze tijd zowel urgent als navrant, kwam bij me op. Luid gejubel veegde die gedachte resoluut van tafel en behalve met de obligate bloemen bezegelde concertorganisator Fred Luiten met een omhelzing voor Herreweghe de hoop op nog meer van diens fraaie optredens.

Philippe Herrewege voert met Collegium Vocale Gent de Hohe Messe uit op tournee door Europa. De laatste twee uitvoeringen zijn op 14 juni in Londen en op 16 juni in Leipzig.

Verder lezen, kijken en luisteren

Eerder dit jaar sprak concertorganisator Fred Luiten over 25 jaar Barok in het Concertgebouw.

Een kort interview met Phillipe Herreweghe

De hele Mis in B door Phillipe Herreweghe en Collegium Vocale Gent opgenomen in 2023 in het Concertgebouw

Vorig artikel

Jungrae Noah Kim wint 42ste Belvedere

Volgend artikel

Indrukwekkend mooie Jenůfa in Antwerpen

De auteur

Martin Toet

Martin Toet