CD-recensies

Ruiten excelleert in Lucio Silla uit Milaan

C Major heeft recent een productie van Lucio Silla van het Teatro alla Scala in Milaan uitgebracht op dvd en blu-ray. De opname uit 2015 toont Lenneke Ruiten als Giunia, één van haar glansrollen van de afgelopen seizoenen.

Mozart schreef Lucio Silla in 1772 voor het Teatro Regio Ducal toen hij, 16 jaar jong, met zijn vader enige tijd in Milaan verbleef. Omdat er geen vervolgopdrachten kwamen, bleef het bij dit bezoek. De componist keerde nooit meer terug naar Milaan.

Voor de enscenering was door de Scala een team aangetrokken onder leiding van regisseur Marshall Pynkoski. Zijn personenregie is subtiel; hij beperkt zich bijna tot choreografie. De hele productie wordt gekenmerkt door veel oog voor details, ingehouden bewegingen en gebaren. De kostumering en het decor zijn van de hand van Antoine Fontaine, die tot in perfectie een achttiende-eeuwse stijl aanhoudt. De oogstrelende kledij en steeds wisselende, fraaie panelen sluiten naadloos aan bij de sfeer van een barokopera, wat Pynkoski kennelijk voor ogen stond.

Op zich is dat wel toepasselijk, zeker als we afgaan op de openingsscènes van het werk. Na een uitvoerige ouverture betreden twee Romeinse senatoren het toneel: de verbannen Cecilio en zijn collega Cinna. De heren hebben een onderonsje en zingen dan beiden een eindeloos lijkende aria met een overmaat aan coloraturen; in totaal is met deze sopraanzang twintig minuten gemoeid. “Too many notes, Mozart, too many notes!” In de volgende scène komt, na een kort duet met haar broer Silla, de derde sopraan aan bod. Deze Celia zingt ook een volledige aria, maar het wordt al wat beknopter.

Giunia betreedt als vierde sopraan het toneel en in haar interactie met Silla beginnen de typische mozartiaanse stijlkenmerken wat duidelijker naar boven te komen. De opera begint als het ware als een verlate Händel en transformeert gaandeweg tot een vroege Mozart. Tegen het einde sluit het werk goed aan bij die andere opera seria, La clemenza di Tito.

Plot

De handeling speelt zich zo’n 21 eeuwen geleden af in Rome, ten tijde van de dictator Sulla (Silla). Zijn aartsrivaal Marius is verslagen en kort daarna gestorven. Zijn tegenstrever Cinna wil zijn bewind omverwerpen, maar doet zich voor als loyaal medestander. Giunia is de dochter van Marius, getrouwd met de verbannen Cecilio.

Silla heeft het gerucht in de wereld gebracht dat Cecilio dood is, om zo Giunia ertoe te bewegen hem te huwen. Giunia is daar niet van gediend. Als ze herenigd wordt met haar dood gewaande echtgenoot, steekt ze haar afkeer voor Silla, die blijft aandringen, niet onder stoelen of banken.

Iedereen verwacht dat Silla zowel Cecilio als Giunia ter dood zal laten brengen, maar de dictator draait om als een blad aan de boom. Hij laat zijn verstand prevaleren boven zijn primaire gevoelens en berust in zijn verlies. Sterker nog, hij treedt af als alleenheerser. Dat is overigens een historisch gegeven, Sulla trok zich terug uit het openbare leven na twee termijnen van een halfjaar als dictator. Ook in dit niet willen toegeven aan wraakgevoelens doet Lucio Silla denken aan La clemenza di Tito.

Sopranengeweld

De belangrijkste rollen komen voor rekening van Cecilio en Giunia. Eerstgenoemde werd vertolkt door de nog zeer jonge Franse sopraan Marianne Crebassa. Naar mijn smaak niet helemaal zuiver in de coloraturen van de lange openingsaria, maar gaandeweg steeds zekerder in haar rol. Crebassa heeft een heerlijke stem en dito uitstraling. Mooi gecast. Zo dacht het publiek er kennelijk ook over, want ze kreeg na afloop de grootste bijval.

De Nederlandse sopraan Lenneke Ruiten zong de rol van Giunia. Prachtig gekleed en met een mooi uitgespeelde hautaine houding jegens Silla wist ze vanaf het moment dat ze opkwam volledig te overtuigen als de dubbel vernederde vrouw: dochter van de verslagen Marius, echtgenote van de verbannen Cecilio. Silla mag dan wel de absolute macht hebben, in Giunia’s ogen is hij een proleet.

Kortgeleden zong Ruiten deze rol bij de Munt in Brussel, waar ze eerder al wist te overtuigen als Ophelia in Hamlet. Met de jaren is haar stem gegroeid en is ze alleen maar zekerder geworden. Met de bijzonder geslaagde vertolkingen in Milaan en Brussel begint Giunia een fraai visitekaartje voor haar te worden.

De kleinere rol van Cinna was in handen van Inga Kalna. In Milaan wist Kalna minder te overtuigen dan recent in Utrecht, waar ze op collega Martin Toet veel indruk wist te maken. Zeker in de openingsaria vond ik haar zang een beetje slordig en ook in latere bijdragen wist ze haar niveau niet boven dat van een bijfiguur uit te tillen. Haar Cinna was een beetje een fletse intrigant en het Milanese publiek dacht er afgaande op het plichtmatige applaus net zo over.

Giulia Semenzate kroop in de huid van Silla’s zusje Celia en deed dat met verve. Zo maak je van een bijrol een pseudohoofdrol. Ze speelde de ingénu, die niet zo onschuldig is als ze geacht wordt te zijn, met ondeugend acteerwerk en zong haar bijdragen, die wel iets minder veeleisend zijn dan die van haar collega’s, mooi. Om de vergelijking met Clemenza nog eens te maken: hier stond het operazusje van Servilia.

Dictator Silla heeft een relatief kleine rol, naar verluidt omdat de beoogde stertenor ziek werd en Mozart de compositie moest vereenvoudigen ten behoeve van diens minder begaafde vervanger. De uit Zagreb afkomstige tenor Kresimir Spicer stond als enige man tegenover vier vrouwen en wist in dat sopranengeweld onvoldoende indruk te maken met zijn relatief eenvoudige partij. Het zeer ingehouden moeten acteren hielp hem ook niet. Geen moment stond er een absoluut heerser op het podium, die kon beslissen over leven en dood. Zijn zang was goed verzorgd, maar het effect bleef uit.

Het orkest van de Scala stond onder leiding van Marc Minkowski, die uiteraard met deze partituur helemaal in zijn element was. Het ballet van de Scala leverde ook een belangrijke bijdrage in de vorm van dansende figuranten die het toneelbeeld verlevendigden met eenvoudige danspassen en soms aan de handeling deelnamen.

Dit is een voorstelling die het waard is om niet slechts beluisterd, maar ook bekeken te worden. Er is op alle punten gestreefd naar perfectie en daarin is men ver gekomen. Een aanrader, deze vroege Mozart.

Vorig artikel

Reijans coacht zangtalenten voor Magnificat

Volgend artikel

De Munt speelt meesterwerk van Poulenc

De auteur

Peter Franken

Peter Franken