Operarecensie

Worstelen met Haydn

De ZaterdagMatinee opende haar seizoen afgelopen zaterdag (5/9) met de opera Armida van Haydn. Ondanks de geweldige uitvoering van de topcast kon Haydn zelf mij niet boeien. Ik en Haydn, zou het nog eens goed kunnen komen?

Het Concertgebouw (foto: Hans Samson).
Het Concertgebouw (foto: Hans Samson).

Op een kleine opleving in de jaren zeventig van de vorige eeuw na, toen Antal Dorati zich over het opera-oeuvre van Haydn ontfermde, zijn bijna alle opera’s van Haydn een stille dood gestorven. Ze werden bijna nooit meer uitgevoerd. Vergeten en onder een dikke laag stof verstopt. Terecht?

Daar kunnen we tegenwoordig makkelijk achter komen: we zijn in het Haydn-jaar beland (de componist is 200 jaar geleden gestorven) en dat zullen we weten ook. De ene na andere opera van hem wordt afgestoft en uitgevoerd.

Ook de ZaterdagMatinee heeft haar 49e seizoen geopend een Haydn-opera: Armida, één van zijn meest bekende opera’s. Het verhaal van de tovenares Armida en de door haar in de val gelokte kruisridder Rinaldo was een inspiratiebron voor vele componisten. Ook Händel, Glück, Rossini en Dvorák (om een paar te noemen) hebben een opera over haar gemaakt.

Wat onderscheidt Haydn van zijn muzikale broeders? Voornamelijk heel erg veel noten. En heel erg veel da capo’s. Zonder fine. Een recitatief, een aria… Virtuoos, dat wel, en daar kun je, als je over mooie coloraturen beschikt, natuurlijk eindeloos in schitteren. Maar voor de toeschouwer is het allemaal toch iets te weinig om te boeien.

Althans voor mij. Heel erg dapper heb ik mij door de eerste helft geworsteld, met een zakdoek tegen mijn mond gedrukt (stel je voor dat ik betrapt werd tijdens het gapen!). Maar toen ik na de pauze op mijn goede zitplaats (de eerste rij balkon) plaatsnam en alvast begon te geeuwen, bedacht ik dat het misschien geen goed idee was om er langer te blijven.

Aan het orkest lag het niet. Dat speelde de sterren van de hemel. Strak, spannend, dramatisch, en waar nodig met de mooiste pianissimi. Hulde.

Aan de dirigent lag het ook niet. Jaap van Zweden deed alsof het de beste partituur was die hij in jaren op zijn lessenaar kreeg. Ik wou dat ik zijn passie voor die muziek kon delen.

Ook aan de zangers lag het niet. Meagan Miller (een last minute vervangster voor Eva Mei) was een felle Armida. Haar topnoten waren niet altijd zuiver en soms klonk ze een beetje schel, maar haar intensiteit en muzikaliteit waren meer dan indrukwekkend.

Gregory Kunde (Rinaldo) is een solide belcanto tenor met een mooi timbre en veel kleuren in zijn stem – daarmee is hij zonder meer één van de besten in zijn stemsoort.

De nieuwe, onlangs door Deutsche Grammophon exclusief gecontracteerde ‘megaster’ Mojca Erdmann (Zelmira) klonk zoals de meeste ‘megasterren’ tegenwoordig klinken: e(so)therisch, hoog, licht en wendbaar.

Eenmaal thuis terug heb ik de radio aangezet, en toen kon ik opeens genieten. Wellicht moet je sommige opera’s op je gemak in je luie stoel beluisteren? Of misschien moet ik me maar met het idee verzoenen dat ik en Haydn (zijn opera’s, althans) elkaar niet liggen.

Vorig artikel

La Juive: knappe zang, statige beelden

Volgend artikel

De niet-vergeten opera van Halévy

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

3Reacties

  1. Pieter K. de Haan
    7 september 2009 at 10:58

    Net als vorig seizoen bij “Orlando paladino” was de tweede helft boeiender dan de eerste, maar spannend werd het ook nu niet: mooi, maar vooral braaf!

    Pieter K. de Haan.

  2. Henrie
    7 september 2009 at 15:18

    Haydn,

    Geweldig of niet. Antal Dorati heeft inderdaad (bij het Philips label) zijn opera´s op een prachtige manier uitgevoerd. Maar of het nu to many notes zijn (doet mij denken aan de muziekfilm Mozart)? Ik denk dat het een kwestie van smaak en een aantal keer luisteren is. Zelf geniet ik erg van de opera´s van Haydn, maar het blijft een kwestie van smaak 🙂

  3. Kevin
    7 september 2009 at 22:51

    If you have a problem with too many notes in Haydn… how on earth do you survive the average Baroque opera? Not to mention Rossini. But it is true: some operas are best listened to in the privacy of your living room with a bottle of wine and cheese at hand. (I would not be surprised if that’s how Haydn’s operas were done in Esterhazy.)