Operarecensie

Vliegende Figaro op het Met-podium

Regisseur Richard Eyre maakte een nieuwe enscenering van Le nozze di Figaro voor de Metropolitan Opera. Voor James Levine was het de 75e keer dat hij deze opera in New York dirigeerde. Samen joegen ze orkest en zangers zaterdagavond in een aangenaam, zeer levendig tempo door het verhaal en de partituur. De Live in HD-camera’s hadden moeite om de actie bij te houden.

Scène uit Le nozze di Figaro, met Ildar Abdrazakov en Marlis Petersen (foto: Ken Howard / Metropolitan Opera).
Scène uit Le nozze di Figaro, met Ildar Abdrazakov en Marlis Petersen (foto: Ken Howard / Metropolitan Opera).

De heren hadden prettig samengewerkt, verklaarden beiden in de backstage-gesprekken rond Le nozze di Figaro. Regisseur Richard Eyre roemde de vooral dramaturgische inbreng van James Levine en die was weer zeer te spreken over de muzikaliteit van de regisseur. Het had even geduurd voor het pad van toneel-, musical- en operaregisseur Richard Eyre kruiste met dat van Met-muziekhoofd James Levine. Ze moesten er beiden 71 jaar en een paar maanden voor worden.

Samen zijn ze ruim 142 jaar oud en toch was hun eerste samenwerking bepaald geen oudemannenaangelegenheid. Integendeel, maar zelden hoorde en zag ik een Mozart-regie met zo veel vaart als deze Nozze in de Metropolitan Opera.

Levine dirigeerde zijn orkest met een enorme dynamiek. Dat bleek al bij de ouverture, die meteen een expositie was van het veelzijdige decor en van de hoofdrolspelers. Regisseur Eyre had kennelijk bij zijn ontwerp van de productie in vrijwel elke noot van Mozart een regie-aanwijzing gehoord en die ook bijna allemaal opgenomen in zijn aanpak.

De setting van de opera was bij Eyre een oud landhuis in Sevilla, aan het eind van de Roaring Twenties, de jaren twintig van de vorige eeuw. Dat Sevilla verdween soms wat naar de achtergrond; het deed af en toe heel Brits aan. De combinatie van de ‘upper class’ graaf en zijn personeelsleden bleef in deze benadering geloofwaardig.

Er zat detaillering in de vormgeving en het decor, maar ook in het spel van de zangers. Die zongen en acteerden met zo veel gemak dat je de indruk kreeg dat de productie al maanden liep en volledig ingespeeld was. Toch begon deze Nozze pas begin september aan zijn carrière, als opening van het Met-seizoen.

Bij de casting waren gelukkige keuzes gemaakt. Marlis Petersen, die Susanna zong, heeft een prachtige, volle sopraan en groot acteertalent. Haar gevoel voor timing is sterk ontwikkeld en ze bleek in staat dat in de drukte van een voorstelling als deze allemaal in te zetten.

Amanda Majeski maakt met de rol van de gravin Almaviva grote indruk. Ik had nog niet eerder van de in Chicago geboren sopraan gehoord, maar het lijkt me een naam om niet te vergeten. De dertigjarige zangeres combineert een mooi dramatisch geluid met stijlvolle looksl. Ze deed me enigszins denken aan een jonge Emma Thompson. Maar die zingt niet. En Amanda doet dat wel, onder meer in Frankfurt, waar ze komend voorjaar de Marschallin in Der Rosenkavalier zal zingen. Een wat klassiek uiterlijk en die stem met zijn rijke, volle klanken maakten het een groot genoegen om haar op het scherm te zien.

Scène uit Le nozze di Figaro, met Peter Mattei en Amanda Majeski (foto: Ken Howard / Metropolitan Opera).
Scène uit Le nozze di Figaro, met Peter Mattei en Amanda Majeski (foto: Ken Howard / Metropolitan Opera).

Isabel Leonard deed het heel goed als Dorabella in de Così fan tutte die de Met vorig seizoen op de planken bracht. De winnares van de Richard Tucker Award 2013 en de Beverly Sills Award bewees dat ze met haar vrij lichte mezzo ook een overtuigende Cherubino neer kan zetten. In haar rol van de jongeman, van wie het hoofd op hol gebracht wordt door elke vrouw die op de radar verschijnt, was ze een pittige knaap, die komisch werd als hij een vrouw moest lijken.

Is Ildar Abdrazakov een goede Mozart-zanger? Zeker. Hij stopte veel energie en beweeglijkheid in zijn zang en maakte met zijn bas-bariton een mooie tegentoon tegen al het sopranengeweld in Le Nozze. Net wat minder overtuigend was zijn spel. De eind-dertiger maakte een wat ouwelijke indruk en werd voor mij niet echt een Figaro.

Het minst onder de indruk was ik van Peter Mattei. Hij zag er niet alleen uit of men hem bij de schmink vergeten was, zijn geluid miste ook glans. Het leek of een recalcitrante geluidstechnicus aan de knoppen draaide als Mattei zong.

Helaas koos de regisseur voor wat karikaturale figuren in de kleine rollen. In die scene’s werd het een ‘Met-meets-Mountiesshow’ en verloor de voorstelling iets van zijn stijl. Al was Ying Fang’s Barbarina wel een pareltje.

Het hoge tempo was voor de videoregie soms niet bij te houden en het schakelde allemaal niet ideaal. De onthulling van de sluiers van Susanna en de gravin, in de laatste scène, kwam bijvoorbeeld niet lekker in beeld. Maar dat zijn de weinige aanmerkingen op een avond die in een goed gevulde Rotterdamse Pathé eindigde met publiek dat neuriënd op weg naar huis ging.

De volgende Live in HD-vertoning is op 1 november met Carmen van Bizet. Ook die wordt geregisseerd door Richard Eyre. Zie onder meer de website van Pathé.

Vorig artikel

Opera in de media: week 43

Volgend artikel

Domingo zingt Foscari in ROH Live Cinema

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.

3Reacties

  1. stefan caprasse
    20 oktober 2014 at 15:06

    Grotendeels mee eens. Ondanks de transpositie (waar men na een tijd nog amper aan dacht) een hele ‘gewone’ en hele levendige enscenering. Indrukwekkend prachtig decor. Dat de bijfiguren er ietwat karikaturaler bijliepen (wat mij niet ZO speciaal opviel) is normaal; Bartholo, Basilio, de tuinier en de rechter ZIJN ook eerder karikaturale types die contrasteren met de menselijke hoofdfiguren. Verder niets dan lof voor de hele bezetting (Petersen, Majeski, Leonard, Abdrazakov), alleen de Bartholo (Vendetta-aria) vond ik wat zwakker. Ik had ook helemaal geen problemen met Peter Mattei die ik een heel goed gekarakteriseerde, arrogante (de rol past hem ook geweldig, vind ik toch) en heel goed zingende (zijn aria in III !) graaf vond. Een grootse voorstelling!

  2. Maarten-Jan Dongelmans
    20 oktober 2014 at 17:52

    Helemaal met Stefan eens (zie mijn recensie van gistermorgen op blog.cinemec.nl). Lang niet meer zo gelachen tijdens een opera trouwens. Kan iemand mij vertellen of dat inderdaad Susanna was die half ontkleed tijdens de ouverture bij de graaf vandaan kwam?

  3. Maria
    20 oktober 2014 at 19:53

    Ja, ook in Pathé Haarlem was het een mooie avond in een behoorlijk gevulde zaal. Ik vond het een heerlijke voorstelling om naar te kijken en te luisteren. Zoveel vaart en humor en prachtige decors! Een landhuis in (bij?, landhuizen staan toch niet in de stad?) Sevilla zag ik er niet echt in terug, het rook eerder Brits, maar dat is een punt van werkelijk volstrekt ondergeschikt belang. Hopelijk komt er nog eens een dvd van. Dat zou echt een aanwinst zijn.