Operarecensie

Plácido Domingo sterft als geen ander

Hoewel het zich op zo’n 6000 kilometer van CineMec in Ede afspeelde, raakte het baritonoptreden van Plácido Domingo in Simon Boccanegra me gisteravond (6/2) recht in mijn hart. Wat kan die man grandioos sterven. Weer een succes dat de Metropolitan Opera in haar ‘Live in HD’-boek kan bijschrijven.

Plácido Domingo als Simon Boccanegra in de productie in Berlijn (foto: Monika Rittershaus / Staatsoper Unter den Linden).
Plácido Domingo als Simon Boccanegra in de productie in Berlijn (foto: Monika Rittershaus / Staatsoper Unter den Linden).

De productie van Verdi’s Simon Boccanegra was het zesde deel in de ‘Live in HD’-uitzendingen van de Metropolitan Opera. Met dat programma zendt het New Yorkse operahuis een aantal keer per seizoen live een voorstelling uit in honderden bioscopen over de hele wereld. Bij de vorige uitzending, Carmen, keken ongeveer 240.000 mensen met het Met-publiek mee.

Die honderdduizenden ogen waren dit keer allemaal gericht op Plácido Domingo, de stertenor die de titelrol voor bariton op zich nam. Iets wat hij in oktober 2009 in Berlijn voor het eerst deed en wat hij nu in diverse steden herhaalt.

Ik moet zeggen dat ik niet direct onder de indruk was van zijn vertolking. Het leek alsof hij in het baritonregister minder nuance in zijn zang kon leggen (voor zover dat op basis van het witte doek te constateren is). Al zijn concentratie leek te gaan naar het produceren van volle baritonklanken.

Maar dan het slot van akte één. In de confrontatie met Paolo was hij zeer dreigend, in stem en spel. En in de slotakte deed hij daar nog tien scheppen bovenop. Zijn sterven was overrompelend van kracht; intens gespeeld en ontroerend gezongen. De rest van de cast viel erbij in het niet.

Ik zou Domingo’s baritonavontuur daarom zeker niet afdoen als hoogmoed of een dwaze stap van een bejaarde zanger (wat hij in feite wel is). Nee, zijn optreden deed de rol volop eer aan.

De rest van de cast mocht er ook zijn. Wat mij betreft met name Marcello Giordani als Gabriele. Zijn hoge uitspattingen waren indrukwekkend, net als de rauwe emotie in zijn stem.

Adrianne Pieczonka vond ik eveneens ijzersterk in het hoogste register, maar qua acteren kon ze me minder bekoren. Ze was geen standbeeld, dat zeker niet, maar ik miste de diepgang die Domingo wel had. Misschien dat ze haar dramatiek minder goed doseerde.

Opvallend mooi vond ik trouwens Stephen Gaertner, die Nicola Alaimo verving in de rol van Paolo. En maestro James Levine was een voorstelling op zichzelf. Soms leek het alsof hij bewusteloos op zijn krukje hing, maar als het doek dan weer openging, leefde hij helemaal op. Duidelijk hoorbaar in het orkest.

De enscenering van Giancarlo del Monaco vond ik nogal standaard. De decors van Michael Scott waren schitterend, maar in het spel tussen de personages gebeurde veel minder dan bijvoorbeeld in de productie van Carmen. Dat was goed te merken aan de videoregie, die veel minder creatief kon zijn.

Grote plus overigens was het geluid in CineMec, dat moet genoemd worden. De kwaliteit was aanzienlijk verbeterd ten opzichte van de vorige uitzending. Natuurlijk is het nog steeds niet te vergelijken met live geluid (en die concurrentie zal het ook nooit winnen), maar je werd er nu zeker niet door gehinderd.

Wat bij mij daarentegen wel vraagtekens opriep, was het publiek: oud en chique als altijd. Niets ten nadelen van die mensen – ik zou niemand het genot van deze nieuwe manier van opera beleven willen ontzeggen – maar moest ‘opera in de bios’ niet ook nieuw publiek aantrekken? Is de kunstvorm dan zo ontoegankelijk dat zelfs zoiets gangbaars als de bioscoop geen drempels slecht?

Vorig artikel

Youtube-portret: Marcello Giordani

Volgend artikel

Voor wie wil weten wat een contra-alt is

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

6Reacties

  1. Laura
    7 februari 2010 at 15:35

    Wat bij mij daarentegen wel vraagtekens opriep, was het publiek: oud en chique als altijd. Niets ten nadelen van die mensen – ik zou niemand het genot van deze nieuwe manier van opera beleven willen ontzeggen – maar moest ‘opera in de bios’ niet ook nieuw publiek aantrekken? Is de kunstvorm dan zo ontoegankelijk dat zelfs zoiets gangbaars als de bioscoop geen drempels slecht?

    Hier kan ik heel kort over zijn: In Tuschinski, mijn dichtstbijzijnde Met-bioscoop, kost een kaartje voor een Live in HD-uitzending 32,50. Tel bij dat bedrag een tientje op en je hebt zeer behoorlijke kaarten voor DNO of een Zaterdagmatinee (of, als je je in het buitenland bevindt, voor een opera aldaar). Zeker voor mijn generatie (de eerste lichting van het internettijdperk) zijn zaken die via een beeldscherm binnen komen (of dat nu het beeldscherm is van een computer of dat van een bioscoop) een beetje nep, een stapje verder verwijderd van de werkelijkheid. Je registreert een registratie. En de geluidsgolven die je oppikt komen ook niet uit de ruimte waarin je je bevindt, maar uit een speakerset met een X-aantal kanalen. Spectaculair, maar toch niet écht!

    En dat jongere publiek komt vanzelf wel naar de operahuizen. Ik ken in ieder geval meer dan voldoende leeftijdsgenoten die graag een opera meepikken (in Nederland of in het buitenland), maar die simpelweg geen 32,50 over hebben voor het pakken van een film.

  2. Basia Jaworski
    7 februari 2010 at 16:18

    En toch waren er behoorlijk veel jongeren, gisteren, in de helemaal volgepaakte (700 plaatsen!) Tuschinski.

  3. Nelly Barendregt
    7 februari 2010 at 23:57

    Inderdaad zijn de toegansprijzen in – vergelijking met België waar het nog geen 20 euro kost – erg hoog (in de twee Limburgse theaters zelfs 45 euro), maar om rechtstreeks getuige te zijn van voorstel-lingen met topartiesten als Plácido Domingo (die al 20 jaar niet in ons land heeft opgetreden), is het dat dubbel en dwars waard. Alleen jammer dat slechts een tiental theaters aan dit project meewerken en het zodoende een kleine groep opera-liefhebbers de kans hebben er naar toe te gaan.

    Nelly Barendregt

    Nelly Barendregt

  4. Thea Derks
    8 februari 2010 at 12:50

    Dat men meer dan dertig euro entree vraagt voor een live overdracht in een filmtheater van een opera in The MET, lijkt mij ook een forse drempel om hier naartoe te gaan. Hoe dan ook zit je toch niet naar het echte ding te kijken, maar naar een scherm, waar je verder toch al de hele dag achter zit. Het verbaast met niet dat er weinig jongeren op afkomen. Jammer, gemiste kans dus.
    Groet Thea Derks

  5. J. v.d. Bee
    8 februari 2010 at 16:40

    http://www.metoperafamily.org/met_player/join/index.aspx

    De tarieven om het thuis te kijken zijn zeer schappelijk 4,99 per HD uitzending. Op een full HD 42 inch plasma is het beeld erg goed.

  6. Henk
    8 februari 2010 at 21:00

    Voor Domingo is dit zeker geen baritonavontuur. Ooit is hij zijn professionele zangcarriere begonnen als bariton.