Operarecensie

Orpheus en Euridice in het zwembad

De Long Beach Opera hernam eind vorige week een productie van Orpheus & Euridice, een opera van de hedendaagse Amerikaanse componist Ricky Ian Gordon. De locatie was hoogst ongewoon: een zwembad. Maar het werkte.

Todd Palmer en Elizabeth Futral (foto: Keith Ian Polakoff).

Van de vele verhalen die over Orpheus geschreven zijn, zijn we vandaag de dag het meest bekend met die van Virgilius. Volgens hem trouwde Orpheus met Euridice, die echter al snel gebeten werd door een slang en stierf. Hij was radeloos en zong liederen die zelfs de nymfen en goden roerden. Zij stonden het toe dat Euridice terugkeerde naar de aarde, op voorwaarde dat Orpheus niet naar haar omkeek tijdens de reis.

Zodra Orpheus de aarde had bereikt, keek hij om. Hij realiseerde zich echter niet dat Euridice een paar stappen achter hem liep en dus de aarde nog niet had bereikt. Hij verloor haar voor eeuwig.

Virgilius’ verhaal is de basis van Ricky Ian Gordons Orpheus & Euridice. De Amerikaanse componist schreef zowel het gedicht als de muziek voor zijn opera, dat je ook zou kunnen zien als een liederencyclus, aangezien er slechts één karakter zingt. Euridice is zowel de bruid die sterft als de verteller, terwijl Orpheus een klarinettist is.

Op vrijdag 11 juni 2010 hernam de Long Beach Opera een productie van Gordons Orpheus & Euridice in het Belmont Plaza Olympic Pool in Long Beach, Californië. Dat is een overdekt zwembad, omringd door stoeltjes om zwemwedstrijden te kunnen volgen. Een nogal ongewone plaats voor opera, maar de Long Beach Opera is bekend vanwege haar prikkelende locaties.

In de productie stelde het zwembad de rivier Styx voor, die Orpheus moest oversteken om zijn geliefde Euridice uit de onderwereld op te halen. Orpheus en Euridice werden slechts af en toe nat, maar figuranten en dansers begaven zich voor het grootste deel van de voorstelling in het ‘water van de Styx’.

De rol spelen van een musicus die de bewoners van de aarde, de Olympus en de onderwereld kan betoveren, is een zware opdracht, maar klarinettist Todd Palmer deed het voortreffelijk. Het was gemakkelijk voor te stellen dat zijn expressieve, welluidende klanken hem de kans gaven om met de goden van de boven- en onderwereld te onderhandelen.

Scène uit de productie (foto: Keith Ian Polakoff).

Gekleed in een smaakvolle, korte gele japon en een passend omhusels van de voor een Emmy genomineerde ontwerper Marcy Froelich, was Elizabeth Futral als Euridice een droombeeld van fysieke schoonheid. Bovendien zong ze met evenveel vocale schoonheid.

Vanwege de locatie moesten de uitvoerders microfoons gebruiken, maar het geluid was goed geregeld door Bob Christian. Zo klonken Futrals glanzende, zilveren klanken bijna even mooi als in de akoestiek van de San Diego Opera. Ze zong haar melodieën met veel helderheid en overtuiging en acteerde bijzonder aantrekkelijk.

Regisseur Andreas Mitisek (tevens artistiek directeur van het operahuis) wist met capabele artiesten, minimale decors van Alan Muraoka en een zeer inventief lichtontwerp van Dan Weingarten het zwembad te veranderen in de mythische rivier van uit de klassieke Griekse legende.

Qua begeleiding werden we getrakteerd op een honingzoet strijkersensemble, als aanvulling op de uitstekende, virtuoze pianobegeleiding van Melvin Chen. Dirigent Stephen White leidde de dramatisch levendige, romantische voorstelling sterk, en haalde uit iedereen gedegen prestaties.

Het was al met al een zeer interessant experiment. Een groot succes ook: het applaus aan het einde was overdonderend. Zeker toen de componist verscheen.

Vorig artikel

Ricciotti ensemble speelt Pinocchio in Love

Volgend artikel

Sabine Hogrefe: een ster in de dop

De auteur

Maria Nockin

Maria Nockin