Operarecensie

Dusapins Faustus onvergetelijk in première

Dusapins opera Faustus, The Last Night beleefde zaterdag een onvergetelijke Nederlandse première tijdens de ZaterdagMatinee. Een betere uitvoering dan die onder leiding van Jonathan Stockhammer en met solisten als John Hancock en Jaco Huijpen is moeilijk denkbaar.

Pascal Dusapin.

Allemaal dromen wij wel eens van de eeuwige jeugd, perfecte gezondheid, gelukkige liefde en vrijheid om te doen wat wij willen. En daar hebben we soms heel erg veel voor over. Desnoods een pact met de duivel. Ziehier de inspiratiebron voor talloze boeken, gedichten, opera’s, muziekstukken en schilderijen

Wij mensen houden van dromen. En van sprookjes. Maar duivels, mochten ze al bestaan, hebben iets beters te doen dan ons een paar decennia te dienen in ruil voor ons ziel. Ook de hemel en de hel zijn niet vanzelfsprekend en wellicht ook verzonnen?

Daar gaat Faustus, The Last Night van Pascal Dusapin (1955) over. Vergeet Goethe, want Mephistopheles is niet geïnteresseerd in de ziel van Faustus en Faustus wil niets verkopen. Er is ook geen Marguérite, geen liefde en ook geen kunstenaarschap. Er is NIETS. Een ‘nulla’, zoals verwoord door Iago in Otello van Verdi. En een totaal nihilisme van Mefistofele, uit de gelijknamige opera van Boito.

Dusapins opera, een werk in één nacht en elf scènes, werd voor het eerst in 2006 uitgevoerd in de Staatsoper unter den Linden in Berlijn. Lyon en Spoleto volgden en nu was Amsterdam aan de beurt, met een opvoering tijdens de ZaterdagMatinee. Gelukkig concertante, waardoor je niet gestoord werd door de (waan)concepten van een mallote regisseur.

Hoewel: concertante? Er gebeurde best veel op het podium van de Grote Zaal van het Concertgebouw. Er werd dankbaar gebruikgenaakt van de trappen en van de balkons. Alle zangers kenden hun rol uit hun hoofd (de meeste hebben de opera ook al elders gezongen), waardoor ze zich niet alleen maar op de hondsmoeilijke partituur, maar ook op het acteren konden concentreren.

De opera zelf is eigenlijk één lange conversatie over het wel of niet bestaan van dingen. En de zin of onzin van het leven. Existentialisme ten top.

Dusapin is niet makkelijk in een la te stoppen. Hij heeft les gehad van Franco Donatoni en Iannis Xenakis, maar heeft hun ideeën niet overgenomen. Hij heeft gelukkig ook een afkeer van ‘systemen’ en maakt dankbaar gebruik van alles wat er in de loop der jaren is ontwikkeld: jazz, elektronica, banda’s, toegevoegde pauken en blazers… Wat je ook niet bedenkt: Dusapin weet er raad mee.

Eclectisch? Jazeker, maar dat is gelukkig geen scheldwoord meer. Makkelijk? Nee. Maar zo waanzinnig fascinerend!

Behalve Faustus en Mephistopheles voert Dusapin nog twee personages op: de halfgod/halfduivel Togod (een anagram van Godot, denk aan het toneelstuk van Beckett) en Sly, een dronkelap en een risee. Ook hij is een ‘citaat’. Niet alleen uit Shakespeare, maar ook uit de opera van Wolf-Ferrari.

En dan hebben we ook nog een blinde engel, die zelf ook niet te zien is en die aan de hoofdpersoon alleen weet te vertellen dat hij opnieuw geboren moet worden. In de totale chaos die volgt, wordt de engel verteerd door vlammen.

Aan het eind dooft het vuur en fluisterend zacht dooft ook de muziek en worden de toeschouwers in het ‘Niets’ aan hun eigen lot overgelaten. Adembenemend mooi en pijnlijk ontroerend.

Over de uitvoering kan ik zeer kort zijn: beter kan het niet. Hoe en waar vindt men zulke schitterende zangeracteurs? Toegegeven, ze werden versterkt, maar dat kon niet anders. Tegen het geweld van pauken, trombones en elektronica is geen (menselijke) stem bestand. En toch… versterkt of niet, ik neem mijn petje voor ze af, allemaal.

Heather Buck (Engel) ‘wandelde’ met een doodsgemak door de haar voorgeschreven sprongen van maar liefst twee octaven. Adam Klein was bij vlagen hilarisch als de continu dronken Sly en toch wist hij ook de ernstiger kant van zijn rol te benadrukken.

De Nederlandse bas Jaco Huijpen was een zeer imponerende Togod en Stephen West was een niet te versmaden Mephistopheles. Wat een stem en wat een acteur!

John Hannock was een Faustus uit duizenden. Eigenlijk kan ik het nog steeds niet bevatten hoe hij de rol heeft ingevuld. Zijn stem leek van elastiek. Sprechgesang? Belcanto? Dramatisch? Alles kon en deed hij. En hoe!

Het Radio Kamer Filharmonie onder leiding van Jonathan Stockhammer klonk alsof ze met de muziek van Dusapin vergroeid waren, maar misschien is dat ook zo. Onvergetelijk.

Vorig artikel

Mijnssen regisseert Rusalka in Dortmund

Volgend artikel

Opera Zuid speelt Der Rosenkavalier

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski