AchtergrondBinnenkortFeatured

‘The Great Zazzini’ komt naar Amsterdam

Als tiener stond Lawrence Zazzo bekend als ‘The Great Zazzini’, vanwege de goocheltrucs die hij voor andere kinderen opvoerde. Die tijd is lang voorbij, maar de bijnaam blijft actueel nu hij als sterzanger in barokopera’s de wereld rondreist. Op 12 april zingt de countertenor in het Concertgebouw de titelrol in Händels Giulio Cesare. Een kennismaking.

Lawrence Zazzo - Eric Richmond 2
Lawrence Zazzo (foto: Eric Richmond).

Lawrence Zazzo (1970) is geboren en opgegroeid in Philadelphia, Pennsylvania. Hij studeerde aan Yale University, King’s College en het Royal College of Music en maakte zijn operadebuut als Oberon in A Midsummer Night’s Dream.

Inmiddels treedt de countertenor wereldwijd op in barokopera’s en hedendaags repertoire. In Nederland zong hij eerder bij De Nationale Opera (Giulio Cesare) en de Nederlandse Reisopera (Orfeo ed Euridice). René Jacobs noemde hem eens “de beste countertenor van dit moment”.

Waar begon jouw passie voor muziek?
“De eerste keer dat ik bij klassieke muziek dacht: ‘ja, dit is iets wat ik zou willen doen’, was bij een uitvoering van Carmina Burana met het Philadelphia Boy’s Choir waarin ik zong, samen met het Philadelphia Orchestra, het Westminster Choir en Riccardo Muti. Ik zat pal naast de percussie. Zinderend!”

Goochelen was kennelijk ook een passie van je. Was je goed?
“Slecht was ik niet. Ik was 12 jaar en trad voor jongere kinderen op. Mijn moeder moest haar best doen om te voorkomen dat de ouders van de kinderen achter mijn goocheltafel gingen kijken hoe ik een en ander deed. Kennelijk was ik dus goed genoeg om sommigen paf te laten staan…

Ik stopte met goochelen toen ik 14 was. Ik kan nog steeds wat munttrucs en heb één keer op magische wijze een boeket tevoorschijn getoverd als Apollo in een productie van Mozarts Apollo et Hyacinthus…”

Countertenoren worden soms als enigszins ‘vreemde vogels’ aangezien. Merk je dat?
“Aan de ene kant denk ik dat countertenoren de strijd om geaccepteerd te worden als volwaardig ‘Fach’ in de klassieke muziek gewonnen hebben. Ik merk gezonde nieuwsgierigheid en positiviteit bij het publiek en andere zangers, en slechts zeer zelden spot of afwijzing.

Aan de andere kant zing je als countertenor heel vaak rollen die oorspronkelijk voor castraten zijn geschreven, en dat waren beslist ‘onnatuurlijke’ zangers in hun tijd. Als het je doel is om het publiek mee te nemen in die sfeer en tijd, zouden we als countertenoren het verlies van het ‘anders-zijn’ van onze stemmen juist moeten betreuren. Ik hoop daarom dat we ook weer niet té mainstream zullen worden.”

In het Concertgebouw in Amsterdam ga je de titelrol in Giulio Cesare zingen, een rol waar je zeer vertrouwd mee bent. Wat is dat voor partij?
“Cesare is een fascinerende rol, omdat het één van Händels meer dubbelzinnige helden is. Hij is een heroïsche veroveraar, die tegelijk een rol speelt in de ondergang van het Romeinse Rijk. Eén van de uitdagingen voor mij is het precieze moment te vinden waarop hij Cleopatra niet meer als één van zijn volgende veroveringen ziet, maar echt verliefd wordt op haar.

In Amsterdam ga ik samenwerken met Michael Chance als dirigent. Zijn zang bewonder ik al sinds ik begon als countertenor en ik heb veel geleerd van zijn masterclasses bij het Royal College of Music. Ik kan dus niet wachten om samen met hem muziek te maken!”

(foto: Eric Richmond)
(foto: Eric Richmond)

De opera wordt concertante uitgevoerd. Wat vind je van die vorm?
“Ik houd ervan. Natuurlijk zijn sommige entrees en exits onmogelijk op het concertpodium en ook slapen, sterven en vechten zijn lastig te verwezenlijken, maar over het algemeen kan ik de grotere intimiteit met het publiek en de uitdaging om een scène ter plekke te improviseren erg waarderen.”

Je hebt enorm veel rollen gezongen en opgenomen. Wat rest nog? Wat wil je nog bereiken?
“Er blijft altijd heel veel te doen, zelfs in het Händel-repertoire. En ook naast Händel ligt er een ongelofelijke hoeveelheid onuitgegeven, onontdekte opera’s in bibliotheken en archieven in Europa. Het is bijzonder om betrokken te zijn bij de niet-aflatende zoektocht naar de schatten tussen al die oude en nieuwe muziek. Ik hoop dat dat bijdraagt aan het doel om opera en klassieke muziek een levende kunstvorm te laten zijn.”

De concertante uitvoering van Giulio Cesare staat onder leiding van Michael Chance. De andere rollen worden vertolkt door onder anderen Anna Christy (Cleopatra), Tania Kross (Tolomeo), Patricia Bardon (Cornelia) en Abigail Levis (Sesto).

Zie voor meer informatie en het bestellen van kaarten de website van het Concertgebouw. Met de code FL120415AC krijgt u 20 euro korting.

Vorig artikel

Gorissen zingt Gershwin, Weill, Bernstein

Volgend artikel

Podcast: Bouwmeester en zijn 1000+ opera's

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Olivier Keegel
    8 april 2015 at 22:29

    Zou wel eens een spectaculaire uitvoering kunnen worden, gezien de solisten. Die Anna Christy heeft trouwens ook nog een dijk van een Lucia in huis. Ik ben er bij zondag, maar het wordt een lange zit…