BuitenlandOperarecensie

Duistere Don Giovanni verdeelt Brussel

18+. Met dat label veroorzaakte de Munt in Brussel al voor de première van zijn nieuwe Don Giovanni controverse. Na de première begin december nam de storm enkel toe, met zeer uiteenlopende opinies. Ik was bij de voorlaatste voorstelling, op zondag 28 december, en moet zeggen: ik vind het een ongemakkelijke maar zeer rake productie.

Scène met Andreas Wolf, Barbara Hannigan, Sir Willard White en Jean-Sébastien Bou (foto: Bernd Uhlig).
Scène met (van links naar rechts) Andreas Wolf, Barbara Hannigan, Sir Willard White en Jean-Sébastien Bou (foto: Bernd Uhlig).

Het uitgangspunt voor Warlikowski’s regieconcept is de ‘catalogusaria’ van Giovanni’s bediende Leporello. De Don heeft nogal wat seksuele veroveringen behaald: 640 vrouwen in Italië, 231 in Duitsland, 100 in Frankrijk, 91 in Turkije en in Spanje maar liefst 1.003. Wat bezielt een man om zo veel vrouwen het bed in te lokken? Heeft zo’n persoon er nog wel plezier in of is dit ziekelijk gedrag?

Bij Warlikowski is er sprake van ziekelijk gedrag en lijdt Don Giovanni, uitstekend gezongen en vol overgave geacteerd door Jean-Sébastien Bou, aan een seksverslaving. Hij verleidt vrouwen om een leegte op te vullen en om duistere verlangens te onderdrukken. Soms krijgt het publiek een glimp te zien van deze duistere verlangens. Zo voert Warlikowski een aantal keer een wel erg kinds meisje ten tonele, naar wie de Don met ongepaste opwinding loert.

Giovanni’s seksverslaving leidt echter niet tot verlossing, maar stort hem steeds verder in het verderf. Dat de Don de overleden Commendatore uitnodigt voor een diner bij hem thuis lijkt dan ook eerder voort te komen uit een intens doodsverlangen dan uit een arrogante verachting van de dood. Hij helpt de Commendatore uiteindelijk zelfs een handje door hem te assisteren bij het doorsnijden van zijn eigen keel.

Minstens zo verknipt is Donna Anna. Iedereen die de opera heeft gezien zal weleens het vermoeden hebben gehad dat Anna haar aanrander stiekem wel ziet zitten. Warlikowski probeert de ambiguïteit die in het karakter besloten zit te doorgronden en uit te vergroten. In Barbara Hannigan heeft Warlikowski een ideale Donna Anna, die zich, al is haar stem soms wel erg licht voor de rol, geheel aan zijn regieconcept committeert en tot het absolute uiterste gaat om de duistere kanten van haar personage voor het voetlicht te brengen.

Zo duwt Anna tijdens de ouverture Giovanni het pistool in handen waarmee hij haar vader, overtuigend vertolkt door de warme bas Willard White, vermoordt. Wanneer ze vervolgens de handen van het stoffelijk overschot van haar vader pakt en daarmee haar borsten streelt, wordt duidelijk dat Anna hoogstwaarschijnlijk in het verleden door de Commendatore misbruikt is.

Haar gedrag in de opera is dan ook dat van een ernstig beschadigd slachtoffer van seksueel misbruik: op sommige momenten bespringt ze Don Giovanni of Don Ottavio en biedt ze zich op pijnlijke wijze seksueel aan, op andere momenten gaat ze zichzelf of anderen als een wild beest te lijf. Ze kent slechts twee manieren om zich tot mensen te verhouden: door middel van seks of door middel van allesvernietigende agressie.

Scène met (van links naar rechts) Rinat Shaham, Julie Mathevet, Jean-Luc Ballestra en Barbara Hannigan (foto: Bernd Uhlig).
Scène met (van links naar rechts) Rinat Shaham, Julie Mathevet, Jean-Luc Ballestra en Barbara Hannigan (foto: Bernd Uhlig).

Ook Donna Elvira, prachtig geacteerd en met een heerlijk stemgeluid gezongen door Rinat Shaham, heeft een problematische verhouding tot seksualiteit. Het is duidelijk dat ze smoorverliefd is op Giovanni en dondersgoed weet dat dit niet wederzijds is. Toch probeert ze hem koste wat kost aan zich te binden door zich seksueel aan hem aan te bieden en al zijn mogelijke avontuurtjes met andere vrouwen te dwarsbomen. Ze verwart seks met liefde en probeert door middel van het eerste wanhopig het tweede te verkrijgen. Maar voor Don Giovanni heeft seks niets met liefde te maken en hij kwetst haar diep door zijn bediende als stand-in haar slaapkamer in te loodsen.

Eigenlijk zijn alle karakters in deze Don Giovanni seksueel in meerdere of mindere mate verknipt. Voor Zerlina, uitstekend gezongen door Julie Mathevet, is seks een machtsmiddel om van mannen gedaan te krijgen wat ze wil. Haar kersverse echtgenoot Masetto (verdienstelijk gezongen door Jean-Luc Ballestra) heeft dit dondersgoed door, maar laat zich toch steeds weer manipuleren.

Don Ottavio is een man die het niet erg veel lijkt te kunnen schelen dat Donna Anna er geestelijk erg slecht aan toe is. Hij leent zich maar wat graag voor de intense seks die zij hem te bieden heeft en neemt haar agressieve uitbarstingen op de koop toe. Zijn twee hondsmoeilijke aria’s werden, ondanks de moeilijke bochten waarin hij zich soms fysiek moest wringen, prachtig en vol overgave gezongen door tenor Topi Lehtipuu.

Ook Leporello, een uitstekende Andreas Wolf, lijkt het weinig te kunnen schelen of hij iemand kwetst met zijn gedrag. Hij neemt gretig de plaats van zijn meester in voor een nachtje met Elvira.

Aan het eind van de opera staat er geen groep fatsoenlijke mensen die eindelijk verlost zijn van de corrumperende aanwezigheid van Don Giovanni, maar een groep ernstig beschadigde mensen, met wie het echt niet zomaar goed komt.

Dit alles vindt plaats in een decor dat doet denken aan het New Yorkse appartement van de seksverslaafde hoofdpersoon in de film Shame van Steve McQueen, waar Warlikowski zich door heeft laten inspireren.

Scène met (van links naar rechts) Andreas Wolf, Jean-Sébastien Bou, Sir Willard White en Barbara Hannigan (foto: Bernd Uhlig).
Scène met (van links naar rechts) Andreas Wolf, Jean-Sébastien Bou, Sir Willard White en Barbara Hannigan (foto: Bernd Uhlig).

Wat opvalt aan de personenregie is het detail en de overtuiging waarmee Warlikowski de zangers laat acteren. Dat wordt vooral duidelijk in de passages die zich aan de zijkant van het toneel afspelen en waarin Warlikowski live close-ups laat filmen, die op een scherm midden op de bühne geprojecteerd worden. Alle zangers gaan volledig op in hun rol; niemand maakt zich er makkelijk van af.

Het orkest van de Munt speelde onder leiding van Ludovic Morlot vlot en spanningsvol, en droeg zo haar steentje bij aan de dramatische impact van de avond.

Het eindresultaat was een erg heftige, verontrustende voorstelling. Voor een deel van het publiek ging dit een brug te ver. Er werd dan ook al na de eerste akte door een aantal bezoekers luidkeels boe geroepen. En tijdens de opening van de tweede akte klonk een aantal keer hard ‘ridicule!’ door de zaal.

Ik kan me deze reactie voorstellen. Ook ik vond het soms uiterst ongemakkelijk en pijnlijk om naar te kijken. Maar moet kunst ons vermaken en afleiden van een soms al vervelende buitenwereld? Of moet kunst ons juist onthutsen en aan het denken zetten over die vervelende buitenwereld?

Met zijn Don Giovanni probeerde Warlikowski – zoals overigens veel zogeheten regietheaterproducties – overduidelijk dat laatste. En wat mij betreft met eclatant succes. Ik zag op het toneel een rake, zij het wellicht tot in extremen doorgevoerde, reflectie van hoe weinig seks in onze hevig geseksualiseerde samenleving soms nog met liefde of andere warme gevoelens te maken heeft en hoe disfunctioneel seksuele contacten in de 21e eeuw kunnen zijn.

Don Giovanni is nog te zien op dinsdag 30 december. Zie voor meer informatie de website van de Munt.

Vorig artikel

Ambrogio Maestri wint Prix d'Amis 2014

Volgend artikel

Reisopera wint Schaunard Award 2014

De auteur

Laura Roling

Laura Roling

15Reacties

  1. Olivier Keegel
    29 december 2014 at 18:18

    PORNO JOHNNY “ZET ONS AAN HET DENKEN”

    Regisseur Warlikowski verklaarde over zijn meesterwerk. “Het is ‘Don Giovanni’ van vandaag, van morgen en van overmorgen. Het is vandaag gerealiseerd, dus het gaat over ons, mogelijk over één van ons. Er bestaat geen voorbeeld, een realisatie is een levend iets. Het is telkens opnieuw een universum uitvinden.” Dit om even het kader van zelfoverschatting en regisseursprietpraat neer te zetten.

    “Eigenlijk zijn alle karakters in deze Don Giovanni seksueel in meerdere of mindere mate verknipt,” aldus de recensent van Place de l’Opéra. En met deze uitspraak is eigenlijk meteen samengevat waarom deze recensie opzichtig tekortschiet. Want de meest verknipte der verknipten is uiteraard regisseur Krzysztof Warlikowski zelf, die heeft gemeend een aantal zieke c.q. aan een ziek brein ontsnapte beelden uit te spuwen onder de naam “Don Giovanni” . Zulks met begeleidende muziek van de gelijknamige opera. Donna Anna braakt witte, op sperma gelijkende vloeistof, om slechts één van de vele hoogtepunten te noemen.

    Wanneer een dergelijk monstrum als dit Warlikowski-product tracht zich als opera te vermommen, verwacht ik van een recensie toch echt een degelijke analyse van de verhouding tussen de opera Don Giovanni en hetgeen in De Munt te zien is geweest, maar wij krijgen alleen een eindeloze opsomming van de hemeltergende clichés uit het vademecum der operaparvenu’s. Het begint al met het opgemelde uitgangspunt voor Warlikowski’s regieconcept, de catalogusaria, verrijkt met “inspiratie uit de film Shame”. Het is allemaal braaf genoteerd, maar wat zijn de gedachten van de recensent hierover? Is dit uitgangspunt niet wat te beperkt, zijn uitgangspunt en inspiratie werkelijk op hun plaats? Wordt Mozart er recht mee gedaan?

    Hetzelfde geldt voor het anachronistische begrip “seksverslaving”. Zijn hier niet een paar pittige vragen bij te stellen? Is deze 21e-eeuwse term wel van toepassing op de legendarische 17e-eeuwse vrouwenversierder? “Giovanni’s seksverslaving leidt echter niet tot verlossing “, staat in de recensie en dat is het enige wat we te weten komen. Leidt niet tot verlossing? In tegenstelling tot de meeste verslavingen die wél tot verlossing leiden? Een raadselachtige opmerking.

    Nog even terug naar de sperma brakende Donna Anna. “Iedereen die de opera heeft gezien zal wel eens het vermoeden hebben gehad dat Anna haar aanrander stiekem wel ziet zitten,” aldus de recensent. Een niet ter zake doende, speculatieve opmerking. Net als “het wordt duidelijk dat Anna hoogstwaarschijnlijk in het verleden door de Commendatore misbruikt is.” Ook hier geldt: wat hebben we aan observaties die “hoogstwaarschijnlijk duidelijk worden”? Waarom niet de talloze onverklaarbare strapatsen van deze Donna Anna, die gevingerd en gebeft wordt, eens tegen het licht van het libretto houden? Of, misschien lastiger, beschouwen in het kader van de natuur, het elan, het sublieme en het subtiele van deze (elke!) Mozart-opera? Ik zou in een recensie bij voorbeeld ook liever iets lezen over de ongerijmdheid dat Don Giovanni al tijdens de ouverture in bijzijn van Donna Anna de Commendatore neerschiet. Hoe is dit te rijmen met “Or sai chi l’onore” c.q. de scène waarin Donna Anna beseft dat Don Giovanni haar vader vermoord heeft? Is dat niet opgevallen? Ik lees een in een recensie graag slimme opmerkingen van iemand met verstand van zaken. Niet die afgekloven terminologie van “verontrustende voorstellingen” die ons “aan het denken” (het staat er echt!) zetten. Of de tenenkrommende Leger des Heils praat over “reflectie van hoe weinig seks in onze hevig geseksualiseerde samenleving soms nog met liefde of andere warme gevoelens te maken heeft en hoe disfunctioneel seksuele contacten in de 21e eeuw.” Bespreek dat op het tweewekelijkse theekransje Vrouw en Maatschappij, maar stel je in een operarecensie, indien mogelijk met verstand van zaken, kritisch op. Neem de regisseur, die naar verluidt voordien nog nooit één Don Giovanni had bijgewoond, eens de maat. Warlikowski verklaarde zijn Don Giovanni alsvolgt:

    “Het hiernamaals en het bovennatuurlijke zijn duidelijk aanwezig, maar op een andere manier. Het hiernamaals, dat is onze hartstocht (…). Het bovennatuurlijke is hier van mentale aard.”

    Magnifieke kletspraat, 9,9 op de Van Oekel schaal, maar geen woord van te begrijpen met een overeenkomstig resultaat op het operatoneel. Of vertel ons lezers eens iets over het gebrek aan ambachtelijk vakmanschap van deze regisseur: dat velen die rechts in de zaal zaten hele gedeelten niet konden zien, waarop ze middels een briefje (!) door De Munt gewezen werden: ze moesten het maar met een videoprojectie doen.

    Jammer dat de Brusselse regietrash zo slaafs en kritiekloos gevolgd wordt, dat er niet met verstand van zaken meedogenloos door deze bagger heengeprikt wordt. Van een recensie op een site voor en van operakenners had ik meer verwacht.

    Tot slot drie citaten. Op http://www.gopera.com staat deze kernachtige samenvatting: “Ik vraag me toch af hoeveel meesterwerken Warlikowski nog moet verknallen voor men doorheeft dat deze keizer geen kleren aanheeft ?” Kernachtig, dunkt me.
    En Jean Cocteau schreef ooit: “Le metteur en scène qui ne respecte pas l’oeuvre n’est qu’un accoucheur qui se prend pour le père”! (De regisseur die het werk niet respecteert is als een verloskundige die denkt de vader te zijn.)

    En mijn persoonlijke favoriete citaat in dit soort gevallen is van Peter Handke: „Aufstehen und gehen, welch ein Glück!“

  2. kersten
    29 december 2014 at 21:10

    Heb deze productie via de tv gevolgd. Prachtzangers. Geweldige acteerprestaties en bijgevolg een geweldige regisseur. Als mijn schoonmoeder – groot operetteliefhebster uit de tijd van Jan Kiepura en Martha Eggerth – mij had gevraagd nou eens mee te mogen naar zo`n opera van mijn afgod Mozart, zou ze me vast gevraagd hebben wat dit in godsnaam voor `bordel` was. Waarop mijn antwoord zou zijn geweest: het werk van een regisseur die zijn doorgedraaide confrères een spiegel wil voorhouden.

  3. Mark-Jan
    30 december 2014 at 08:00

    Dank je wel Laura voor de mooie recensie. Ik heb de voorstelling een paar weken geleden in Brussel gezien en kan me helemaal in je oordeel vinden.
    Jammer Olivier dat je zo een lange reactie moet schrijven zonder blijkbaar zelf de voorstelling gezien te hebben. Beter om je tot commentaar te beperken op de dingen die je wel gezien hebt.

  4. Yves
    30 december 2014 at 09:56

    Een leuke recensie. Ik zag de productie ook, in tegenstelling tot sommige reageerders hier op de site.
    Ik ben zelf allesbehalve een Warlikowski-fan, maar met deze productie heeft hij mij overtuigd. Misschien éénmalig, misschien voor altijd. Dat zal de toekomst uitwijzen.

    Laura: leuke recensie, goede documentering, doe zo voort!!

    Olivier: ik zal u een goed gevoel geven en u gelijk geven op één punt: Warlikowski houdt nooit rekening met de opstelling van zijn regie, en er zijn altijd mensen in het publiek die niet alles kunnen zijn. Dat is niet leuk. Einde onderwerp. Verder vind ik het vrij verwerpelijk dat u de recensent op deze manier aanvalt. Als u geen inhoudelijke opmerkingen hebt kan u beter zwijgen. De vorm van een tekst wordt bepaald door de schrijver, niet door zijn publiek. U verwijt aan Laura bepaalde zaken die u zelf niet kan laten. Ik zal ook eindigen met een Frans citaat in dat kader: “L’hôpital se moque de la charité”. Blijf bij de zaak, Olivier, en uw leven wordt zoveel beter.

  5. Yves
    30 december 2014 at 09:57

    Met mijn excuses voor de fout. “….in het publiek die niet alles kunnen ZIEN”, uiteraard.

  6. Onno
    30 december 2014 at 11:11

    Grappig om te lezen dat sommigen die deze provocerende voorstelling zeer konden waarderen, hun afkeur uitspreken over een provocerende bijdrage aan dit forum. Het wekt de indruk dat provoceren alleen is toegestaan als je het ermee eens bent.

  7. Yves
    30 december 2014 at 18:08

    Onno, er kan ook geprovoceerd worden zonder mensen persoonlijk aan te vallen en te beledigen. Dat heeft namelijk zeer weinig stijl. Als je een voorstelling zelf niet gezien hebt moet je geen kritiek geven op een recensie. Je kan je hoogstens eens doodergeren. Maar dat hoeft dan niet op deze uiterst dubieuze manier.

  8. Onno
    30 december 2014 at 19:34

    @Yves: ik heb me ook gestoord aan de recensie maar heb dat in stilte gedaan, dus laat ik het daarbij houden. Verder heb ik er geen enkele moeite mee als mensen reageren op de (luidkeels verkondigde) uitgangspunten van (in dit geval) Warlikowski, zonder dat ze de voorstelling hebben gezien. Hierbij speelt ongetwijfeld een rol dat ik allergisch ben voor regisseurs die een boel onzin verkondigen en mij een spiegel willen voorhouden. Tot slot: onlangs heb ik op dvd naar Anna Nicole gekeken. Niet ´my cup of tea´, maar in ieder geval een dappere poging om het genre te vernieuwen. Al die pogingen om ´oude opera´s´ te moderniseren vormen een doodlopende weg. Maar goed, dat is mijn mening.

  9. 30 december 2014 at 20:30

    Aan de eerste overwegingen van Olivier Keegel wil ik graag iets toevoegen, en wel een vraag aan de schrijfster van de recensie: wat heeft volgens haar deze voorstelling te maken met de tekst van Da Ponte en de muziek van Mozart? Dat wordt in de recensie namelijk niet opgehelderd, verklaard, toegelicht – of wat dan ook. De recensente besluit met: “Ik zag op het toneel een rake, zij het wellicht tot in extremen doorgevoerde, reflectie van hoe weinig seks in onze hevig geseksualiseerde samenleving soms nog met liefde of andere warme gevoelens te maken heeft en hoe disfunctioneel seksuele contacten in de 21e eeuw kunnen zijn.” Ik gun haar die ervaring, maar nergens maakt zij duidelijk wat dat alles te maken had met de opera van Mozart en Da Ponte. Of zijn tekst en muziek niet meer van belang? Dienen die puur als muzikaal behang? Muzak bij een theaterstuk dat Mozart en Da Ponte in ieder geval nooit geschreven hebben? In een recensie dient te allen tijde het verband te worden gelegd tussen stuk en voorstelling, en als dat verband niet wordt gelegd, ga ik mij afvragen waarom dat zo is. Omdat de recensent(e) daarvan heeft afgezien, omdat de recensent(e) daar niet toe in staat was of omdat er gewoon helemaal geen verband was? In ieder geval bleef de recensie dan op dit punt in gebreke. Een recensent heeft op dit punt een verantwoordelijkheid en als die niet genomen wordt, dreigen de discussiërenden uiteen te vallen in twee kampen: de mensen die praten over de voorstelling van Warlikowski en de mensen die praten over de opera van Mozart en Da Ponte. Het gevolg is alleen maar dat die twee kampen lijnrecht tegenover elkaar komen te staan in een “zij snappen er niets van” en dat er uiteindelijk geen discussie meer mogelijk is. Juist bij zo’n controversiële voorstelling is de taak van de recensent de lezers duidelijk te maken wat – volgens hem/haar – het verband is tussen enerzijds het stuk en anderzijds de interpretatie van de regisseur. Het gaat erom of de regisseur ook op dát punt geslaagd is, of dat hij alleen maar spectaculair theater heeft afgeleverd.

    Paul Korenhof

  10. Anna Minis
    31 december 2014 at 13:50

    Ik denk dat Paul Korenhof het laatste woord moet hebben. Hij slaat de spijker op zijn kop zonder iemand te beledigen.
    Toch nog even dit: Don Giovanni is mede zo spannend omdat de luisteraar/toeschouwer nergens zeker van is. Tekst en muziek fluctueren tussen licht en duister, er heerst een uiterst intrigerende dubbelzinnigheid.
    Ik heb de indruk dat de regisseur een te botte bijl en een te scherpe schijnwerper heeft gehanteerd. Maar goed, ik heb de voorstelling niet gezien en houd verder mijn mond.

  11. Leen Roetman
    31 december 2014 at 15:21

    Free online streaming van 7 tot en met 27 januari via de website van de Munt.

  12. 2 januari 2015 at 17:54

    Ik ken niet de identiteit van de personen die gereageerd hebben.
    Maar ik ben Belg, woon op een 20-tal km van Brussel.
    Was in een vorig leven fervent abonnee van De Munt.
    Ik ben gelukkig dat ik voor deze voorstelling geen kaartjes had, heb de voorstelling via Livestream gezien.
    1 commentaar : wansmakelijk !
    Ik schreef het ook al op een andere site : koren op de molen van diegenen die willen besnoeien op cultuur. Deze dure voorstelling (decor + Warlikowski) had men beter concertant opgevoerd. Dan hadden de zangers ook nog kunnen “zingen” !

  13. Agnes McFeddon-de Groot
    3 januari 2015 at 11:37

    Maar wansmakelijke voorstellingen moeten ook gerecenseerd worden! Ze zijn een fact of life. Sorry voor mefrouw Roling dat haar recensie zo afgebroken wordt, en wel erg lief dat enkelen het voor haar willen opnemen. Maar meneer Keegel en meneer Korenhof hebben wel gelijk – de review en het jargon (“het vademecum der operaparvenu’s” van Mr Keegel J ) komen voort uit vrij recente, tijdens het regietijdperk gecreëerde idées reçues en mist een fundamenteel-kritische, met historisch (opera)besef tot stand gebrachte bevraging. Een kritische bevraging waar deze Warlikowski-charade als het ware om schreeuwt! Ik ben een niet frequent lezer van Opera Magazine, en woon meestal niet in Nederland, dus misschien heb ik iets gemist, maar ik zie steeds weer andere reviewers langskomen. Zijn dit lezers die het ook een keer mogen proberen of behoren allen tot een nieuw gecreëerde staff van reguliere Place de l’Opéra reviewers? Dan heb ik zo mijn twijfels. De eisen die aan een operareview mogen worden gesteld, zijn door Mr Korenhof nog eens duidelijk op een rijtje geset. En een opstel over Mr Warlikowski en zijn freak show voldoet niet aan die eisen. – Agnes McFeddon. (Postscriptum – Having seen the actual opera or not is completely irrelevant for this discussion.)

  14. Anna Minis
    3 januari 2015 at 14:02

    Ik zie het zo: als men spreekt over regisseurtheater of recensie schrijven in het algemeen, is het niet relevant of men een bepaalde opera heeft gezien, of een bepaalde recensie heeft gelezen.
    Als men over een concrete voorstelling spreekt, is het wel zo correct om die niet af te kraken zonder hem gezien te hebben.

  15. Leen Roetman
    15 januari 2015 at 18:37

    In het intellectueel testament van ‘operapaus’ Gerard Mortier, “Dramaturgie van een passie”, ‘een begeesterende introductie tot opera’, lees ik grote bewondering voor de regisseur Krysztof Warlikowski,
    Volgens Gerard Mortier was diens regie van Glucks Iphigénie en Tauride (Parijs 2006) “meesterlijk en zal een mijlpaal blijven omdat Warlikowski het stuk van zijn vervelende zogenaamde classicisme ontdeed en er de blijvende actualiteit van toonde. Veel ‘operaliefhebbers’ hebben een leugenachtige visie op het begrip ‘classicisme.'” (Voor de verdere context en onderbouwing leest u allen het boek van Gerard Mortier!)
    Misschien hebben wij ook een verkeerde kijk op Don Giovanni?