Operarecensie

Een sublieme staalkaart van componistes

Pianiste Reinild Mees en vier prachtige zangeressen vierden gisteravond Internationale Vrouwendag met een uiterst boeiende Vrouwenmuziekmarathon in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. In 3,5 uur tijd wisten ze 21 vrouwelijke componisten op de kaart te zetten.

V.l.n.r. Irene Maessen, Tania Kross, Roberta Alexander, Reinild Mees en Karin Strobos (foto: Janica Draisma).

Vrouwen. Je zou haast denken dat ze niet kunnen componeren. Wie bijvoorbeeld de Vocale Series in het Concertgebouw volgt, komt ze zelden tegen. Clara Schumann is nog wel bekend en ook Alma Mahler zal de meesten niet vreemd in de oren klinken. Maar staat er wel eens iets op het programma van Elisabeth Kuyper, Anna Cramer, Henriëtte Bosmans of Alba Rosa Viëtor? Ingewijden kennen ze misschien, maar ikzelf zag ze nooit eerder op een liedprogramma staan.

Tot gisteravond dus. Met de Internationale Vrouwendag als logische kapstok voerde presentatrice Maartje van Weegen het publiek mee langs de oeuvres van 21 vrouwelijke componisten. Van hen klonken telkens twee tot vier liederen, uitgevoerd door vier zangeressen en begeleid door Reinild Mees, de pianiste die het intiatief nam voor de marathon en het programma samenstelde.

Zonder iets af te doen aan de uitstekende vertolkingen die de vijf dames gaven, was het in mijn ogen vooral het repertoire dat de ‘show’ maakte. Allereerst vanwege de enorme diversiteit: het ging van middeleeuwen tot spirituals en van Berberians experimentele muziek terug tot klassieke poëzie van Heine en Goethe. Geen moment hoefde je je te vervelen, zeker ook met dank aan de interessante ‘biografietjes’ die Maartje van Weegen tussendoor van de componistes gaf.

Naast gevarieerd was het ook nieuw. Alsof de achterdeur van het standaard liedrepertoire op een kier werd gezet, zodat je een glimp kon opvangen van de schatten die achter de eeuwige Schuberts en Schumanns verscholen liggen.

Ik vond niet al de liederen even geïnspireerd, maar er zaten zeker meesterwerkjes tussen. Rijke melodieën van Elisabeth Kuyper, drie zeer tot de verbeelding sprekende liederen van Henriëtte Bosmans, opera-achtige kunststukjes van Pauline Viardot en veel meer.

Het blijft een feit dat het ‘mannelijke’ repertoire vele malen groter is en dus veel meer te bieden heeft – al was het maar omdat mannen eenvoudigweg meer kansen hadden. Dat neemt niet weg dat het recitalzangers zou sieren als ze vaker uit deze onderbelichte bronnen zouden putten.

Van de uitvoerenden maakte Tania Kross de grootste indruk op mij. De mezzo kwam uitermate muzikaal én veelzijdig voor de dag. Ze opende het concert gewaagd, met een lang middeleeuws lied van Hildegard von Bingen, gevolgd door een modern werk van Sofia Goebaidoelina. Beide a capella. Later zong ze onder meer het komische ‘Breasts!! Song of the innocent wild-child’ van Judith Weir en schitterende liederen van Bosmans.

In alles viel Kross op door haar meeslepende présence, haar diepe, soms zelfs zwoele mezzo, haar grote bereik en haar nog grotere expressie, haarfijn op de teksten van de liederen afgestemd.

Sopraan Roberto Alexander weet eveneens hoe je een lied moet brengen. Haar vertolkingen ademden grote inleving en beleving. Zeker in de spirituals ‘Is there anybody here that loves my Jesus?’ en ‘I’m a poor li’l orphan in this worl” raakte ze bij mij een snaar.

De andere sopraan, Irene Maessen, bracht haar liederen met gratie en heldere toon. Vooral in enkele lichtvoetige Franse liederen vond ik haar sterk.

De populaire mezzo Karin Strobos kwam eveneens sterk voor de dag. Haar stem was even stralend als haar gezicht en haar frasering was jeugdig, soms zelfs opgewonden. Op ‘ongerepte’ wijze bracht ze onder meer een setje van vier Alma Mahler-liederen ten gehore.

De zangeressen stuwden het programma naar een prachtige climax door te eindigen met twee duetten van Pauline Viardot García (ja, de beroemde prima donna uit de tijd van Rossini). Maessen en Strobos zongen een buitengewoon theatraal ‘Séparation’ en Alexander en Kross maakten van ‘Habanera’ de klap op de vuurpijl, hecht gezongen, boordevol humor en gevoel.

Het publiek huldigde de vijf musici met groots applaus en gejuich. Ze verdienden het dubbel en dwars. Zeker Reinild Mees, die de avond voortreffelijk begeleidde en het publiek weer verraste met een prachtig en origineel programma. Om in te lijsten.

Vorig artikel

Weense top-opname van Poulencs Carmélites

Volgend artikel

Opera in de media: week 11

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.