FeaturedHeadlineOperarecensie

Nieuwe Donizetti met oud verhaal

De eerste NTR ZaterdagMatinee van het 65e seizoen besloeg de in 2019 gevonden Donizetti-opera Dalinda. Er werd redelijk, soms goed, soms erg goed gemusiceerd en zo was het een leuke kennismaking met deze opera, ook al is de aanduiding “Nederlandse première” wel een beetje overdreven, het werk komt namelijk grotendeels overeen met Lucrezia Borgia.

De censuur dwong Donizetti tot meerdere versies in een poging het stuk, gebaseerd op een toneelstuk van Victor Hugo, uitgevoerd te krijgen in Italië. Hiervan was Dalinda de laatste. Tevergeefs trouwens, de censuur werd alleen maar achterdochtiger en Dalinda verdween in het archief. De onbetrouwbare Lucrezia, die met gif aan de gang gaat en een groot aantal slachtoffers maakt, is als Dalinda een Perzische prinses in de vroege Middeleeuwen. Zij is niet meer een bastaarddochter van paus Alexander VI, maar een dochter van de beruchte Assassijnenleider Hassan-i Sabbah en hoewel ze eveneens met gif te maken krijgt, is zij in dit verhaal minder de aanstichter van alles. Er ontvouwt zich in Dalinda een exotisch, niet helemaal politiek correcte, en enigszins dromerige variant van het ‘Lucrezia’-verhaal.

Gaetano Donizetti rond 1830.

Dalinda als dochter van de censuur

Het is interessant te zien hoe Donizetti en librettisten zich onder de censuur vandaan probeerden te wurmen. Allereerst is er de totaal andere setting: de frivole festiviteiten van Venetië worden een viering van de wapenstilstand in Emessa in Syrië, in een ver land dus en wellicht ook minder banaal. Het kasteel van Lucrezia, oorspronkelijk in Ferrara, verhuist natuurlijk mee: we zijn na het eerste bedrijf in de burcht Alamut. Nog altijd ‘het hol van de leeuw’, want hier zal wraak genomen worden op wat in het eerste bedrijf heeft plaatsgevonden. Saillant detail: de afstand die overbrugd wordt in de oorspronkelijke opera is zo’n honderd kilometer, in de omwerking bedraagt deze afstand een onverklaarbare 1.700 km.

Lucrezia is lichtgeraakt als de feestgangers en public haar imago door het slijk halen: ze zou een seriemoordenares zijn en verantwoordelijk voor de dood van familie en bekenden. Het plan de beschuldigers daarom met gif om te brengen ontstaat schijnbaar snel en borrelt in haar brein tot de uitvoering ervan in het derde bedrijf. In Dalinda is dit allemaal ter wille van de censuur afgezwakt, en wel als volgt. Er is een extra aanleiding voor wraak, namelijk de sluier waarmee Dalinda zich tussen de feestgangers begeeft, wordt afgerukt, en zo is zij in haar eer aangetast. Daarnaast is de vrede erg pril, het voornemen de eerste mogelijkheid tot moord op de kruisridders aan te grijpen hangt in de lucht. Bovendien is het niet Dalinda die wraak wil, maar haar echtgenoot Acmet. Daarmee wordt Dalinda als personage vrij mysterieus: wat wil zij eigenlijk zelf? De connectie tussen haar en de eerdere moorden kan eveneens in twijfel worden getrokken, de kruisridders zijn doodsbang voor haar, maar misschien komt dat enkel omdat de prinses de dochter van Hassan-i Sabbah is.

De opera wordt dus onduidelijker, maar in de goede handen ook wel interessanter, er is immers door alle nuances meer ruimte voor interpretatie. Pas in het derde bedrijf blijkt, door het handhaven van tekst uit Lucrezia Borgia, dat Dalinda de wraak op de kruisridders net zo wenste als haar echtgenoot. Haar eigen zoon wordt echter ook slachtoffer, de tragische conclusie van zowel Dalinda als Lucrezia Borgia.

Ouverture en eerste scène

De opera begon direct goed met pauken en koper, waarbij opviel dat er niet alleen volume kon worden gemaakt, maar juist bijzonder goed ingehouden kon worden gespeeld. Het Radio Filharmonisch Orkest is onder leiding van Andrea Sanguineti heel behoorlijk, en soms zelfs fenomenaal. Ze spelen strak en beheerst en op de beste momenten met een ingehouden energie die wel lijkt te verwijzen naar het gevaar dat de prille vrede in de opera bedreigt. Vandaag de dag ook het interessantste element van deze opera.

Dirigent Andrea Sanguineti. Foto: ©Sanae Takeyama

Vervolgens krijgen we de viering in Emessa. Direct na de ouverture zet een bühneorkest in, in de matinee op de gang gepositioneerd. Snel, licht en precies op tijd. Schildknaap Ugo d’Asti (een Hosenrolle gezongen door Simone McIntosh) vertelt over een geest die hem waarschuwde voor Dalinda  – een opzet die lijkt op de latere Il Trovatore. Deze eerste scène steunt behoorlijk op de solisten van de kleinere rollen, en incidenteel mannenkoor, leden van het Groot Omroepkoor, ingestudeerd door Ines Kaun.  De veelal Nederlandse solisten Lucas van Lierop, Frederik Bergman, Jasper Leever en Mark Omvlee, met Italiaanse collega’s Giuseppe De Luca(niet te verwarren mijn diens illustere bariton voorganger) en Antonio Mandrillo zijn vaak wat zacht, wat op zich wel logisch is, want we luisteren hier niet naar de grote rollen en het orkest zit niet in de bak, en speelt trefzeker en gerust luid. Deze trefzekerheid ontbreekt wat bij de zangers, behalve dan bij McIntosh.

V.l.n.r. Lidia Fridman (Dalinda), Franco Vassallo (Acmet), Lucas van Lierop (Garniero), Giuseppe De Luca (Ubaldo) enAntonio Mandrillo (Guglielmo). Foto: © Lodi Lamie

De drie grote rollen

Als Dalinda dan opkomt, brengt zangeres Lidia Fridman wat meer stabiliteit de uitvoering in. Ze heeft een volle stem, ook in de laagte, en kan het personage vol overtuiging als dramatische sopraan ten gehore brengen. Aan het eind van de opera zit trouwens nog een coloratuur-aria, het lijkt wel of deze is weggelopen uit een andere Donizetti-opera. Maar ook die levert Fridman overtuigend af.

Sopraan Lidia Fridman (Dalinda). Foto: ©Sanae Takeyama

Een groot deel van het eerste bedrijf gaat vervolgens om het herkennen door Dalinda van haar uit het oog verloren zoon Ildemaro, en de ontmoeting tussen de twee. In vergelijking met haar is tenor Jose Simerilla Romero in deze scène te rommelig. Hij worstelt hier en daar met zijn klankvorming en daardoor komt ook zijn intonatie in het geding. Menige noot benadert hij van onderaf. Later heeft Romero een lange scène in labyrintische tuinen, die natuurlijk ook moeten voorkomen in de exotische omwerking. In die scène, de eerste helft van het derde bedrijf, komt hij eigenlijk veel beter uit de verf. Hij laat hier goed zijn lyrische tenor plus spinto-kwaliteiten horen.

Tenor Jose Simerilla Romero (Ildemaro) met leden van het Radio Filharmonisch Orkest. Foto: © Lodi Lamie.

Verder is er nog echtgenoot Acmet, de aanstichter van de ellende, want het plan met gif komt bij hem vandaan. In het eerste bedrijf heeft hij enkele een korte opkomst, hij is pas echt aan de beurt in het tweede bedrijf, in Alamut. Met Franco Vassallo is de rol goed bezet. De bariton heeft net als zijn tegenspeelster een laag, vol geluid met als enige kanttekening dat er een enkele keer wat benepen noten te horen zijn.

Hulde voor het orkest

Mooie zangers dus voor vooral de rollen van Dalinda en Acmet, tel daar de vele solisten en zangers van het koor bij op en het was een fijne middag. Maar de grote kracht was wat mij betreft dus het Radio Filharmonisch Orkest. Het hoornkwartet was vaak aan zet en speelde beheerst en kleurrijk, er was een belangrijke rol voor harp in het eerste bedrijf en net zo waren de fluiten vaak aan de beurt. Die speelden al even strak en zeker als de strijkers. Wat mij betreft droeg het orkest de uitvoering, deze keer. In een volgende versie van de opera gaat de prijs weer naar de zangers.

De gehele uitvoering is terug te luisteren op NPO Klassiek.

Verder lezen, luisteren en kijken

Peter Franken zag in 2023 Lucrezia Borgia in Essen die ook door Andrea Sanguineti werd gedirigeerd.

Korte repetitie video van Dalinda in de NTR Zaterdag Matinee, met Jose Simerilla Romero

Vorig artikel

RPhO opent seizoen vocaal verrassend

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Peter 't Hart

Peter 't Hart

Peter 't Hart reist stad en land af voor opera. Met een literatuurachtergrond intrigeren de verhalen hem enorm. Sinds 2013 zingt hij zelf ook (tenor).