Achtergrond

Zeven duo’s, drie uur liedzang, twee uitblinkers

Het Internationaal Vocalisten Concours 2019 startte donderdagavond in het Theater aan de Parade in Den Bosch zijn eindronden. Zeven van veertien uitverkoren liedduo’s kregen uitgebreid de mogelijkheid om zich aan de jury te presenteren. Het was goed voor drie boeiende uren liedzang.

Vincent Kusters en Charlie Bo Meijering in actie. (© Rahul Gandolahage)

Het lied verdient een apart podium, vindt het Internationaal Vocalisten Concours (IVC). Helemaal mee eens. Opera en lied worden weliswaar vaak door dezelfde zangers uitgevoerd, maar het zijn echt verschillende genres. Prachtig dat het IVC dat zo prominent erkent, met naast het competitiedeel masterclasses, workshops, lezingen en meer. De niet altijd zo florerende liedwereld heeft het nodig.

De eerste halve finale op donderdag 21 november was voor mij dan ook eerst en vooral een eerbetoon aan de liedkunst. Zeven talentvolle duo’s mochten elk vijf tot zeven liederen uitvoeren, waardoor een weelde aan liedrepertoire passeerde. Veel duo’s toonden daarbij lef door ook minder bekende liederen te programmeren. Spannend om kennis te maken met bijvoorbeeld ‘Song for all seas, all ships’ en ‘Tears’ van Anno Schreier, ‘Betrunken’ van Viktor Ullmann en ‘The Seal Man’ van Rebecca Clarke.

Wat elk duo uit te voeren kreeg, was ‘Oh che tranquillo mar’, het plichtwerk dat componiste Sylvia Maessen voor de IVC-edities van vorig jaar en dit jaar schreef. De expressieve compositie was een prachtige ’tool’ om de duo’s als appels met elkaar te kunnen vergelijken. De interpretaties liepen interessant genoeg flink uiteen.

Een echte liedstem

Liefhebbers hebben vaak felle opvattingen over hoe liederen gezongen behoren te worden. De één hoort graag een meer extraverte zanger, die zijn stemgeluid frank en vrij laat vloeien, de expressie niet alleen zoekend in de poëzie, maar ook in zijn eigen instrument. De ander is puristischer en wil dat de gedichten zonder veel vocaal vertoon gebracht worden, elk woord verstaanbaar. Laat de poëzie haar werk maar doen.

Ik neig zelf steeds meer naar de tweede benadering. Waar in opera veel aandacht uitgaat naar zangkunst an sich en de schoonheid van stemmen, is dat in het lied van minder belang. Gezongen tekst moet mijns inziens altijd verstaanbaar zijn, maar in het lied is dat meer dan een randvoorwaarde; een heldere, doordachte voordracht van de woorden is de sleutel tot een geslaagde vertolking.

Zo bezien had ik twee duidelijke favorieten. De Oostenrijkste bas-bariton Matthias Hoffmann liet naar mijn idee een echte liedstem horen. Hij bracht de woorden die onder anderen Wolf, Schubert en Ullmann inspireerden kraakhelder voor het voetlicht, waarbij hij de liedinhoud met zijn animerende mimiek accentueerde. Vaak was al voor de inzet van de piano aan zijn gezicht te zien wat voor muzikale sfeer eraan zat te komen.

De liedjury op een rij, met in het midden voorzitter Dame Felicity Lott. (© Rahul Gandolahage)

Hoffmann pakte soms flink uit en was op andere momenten uiterst ingetogen; alles ten dienste van de tekst. ‘En sourdine’ van Fauré ademde een weldadig gevoel van rust. Zijn stem kreeg een softe kleur en zijn prachtige frasering sleepte je helemaal mee, goed harmoniërend met het spel van de Duitse pianiste Lisa Ochsendorf.

Bij Hoffmann bleek ook hoe bepalend repertoirekeuze kan zijn. Bij een lied als ‘Fahrt zum Hades’ van Schubert schuif ik direct verder naar voren op mijn stoel, nog ongeacht de uitvoering. Het duo had in dat opzicht slimme keuzes gemaakt. De zeven liederen boden alle mogelijkheden om hun talent van veel kanten te ontdekken.

Ook in het plichtwerk wist het duo meer spanning op te roepen dan anderen

Na de pauze maakten de Duitse tenor Maximilian Vogler en de Zwitserse pianist Sebastian Issler veel indruk op me. Met zijn hoge, slanke stem, zijn scherpe dictie en zijn intelligente frasering wist Vogler in elk van zijn zes liederen spanning te creëren en vast te houden. Daarbij straalde het duo veel chemie uit; meer dan bij andere duo’s voelde ik één gezamenlijk idee over muziek en tekst naar voren komen.

‘Über Wildemann’ van Schubert klonk fantastisch, ‘Tout disparut’ van Poulenc was kwetsbaar en meeslepend en ‘En sourdine’ van Fauré (eerder door Hoffmann gezongen) was ook nu wondermooi. Ook in het plichtwerk van Maessen wist het duo meer spanning op te roepen dan anderen.

Grillig

De vier zangeressen vielen me om heel eerlijk te zijn wat tegen. Ze hadden zonder meer fraaie stemmen, maar waren minder nauwkeurig in hun uitspraak. De nog heel jonge sopraan Erika Baikoff en pianist Gary Beecher zetten vooral in op romantisch repertoire. Baikoff creëerde met haar hoge en lichte stem een paar fraaie momenten, geholpen door haar stralende présence.

Mezzosopraan Teaa An was wel scherp in haar uitspraak en gaf met pianiste Eunshil Oh fraaie uitvoeringen van liederen van onder anderen Duparc, Poulenc en Wolf. Soms had ze zich naar mijn gevoel wel wat nadrukkelijker op de tekst mogen storten.

Sopraan Erika Baikoff en pianist Gary Beecher creëerde een paar mooie romantische momenten. (© Rahul Gandolahage)

In de eerste halve finale kwam ook het eerste Nederlandse duo aan bod: bariton Vincent Kusters en pianist Charlie Bo Meijering. In Schubert en Wolf kwamen ze heel verzorgd voor de dag, evenals in Debussy en Ravel. Soms hoopte ik dat ze iets meer kanten van zichzelf zouden laten zien. Dat gebeurde eigenlijk alleen in het plichtwerk van Maessen, waarin ze de nodige remmen loslieten en een onstuimige, grillige interpretatie gaven. Mij beviel het zeer. Ook ‘Tears’ van Anno Schreier liet iets meer van Kusters’ vocale kwaliteiten zien.

Stream

Vrijdagavond komt de andere helft van de halvefinalisten aan bod, met onder anderen bariton Raoul Steffani en pianist Daan Boertien en het Zwitsers-Nederlandse duo van sopraan Sarah Kollé en pianist Alexander Boeschoten. Na afloop van die tweede halve finale wordt bekendgemaakt welke vier duo’s zondagmiddag in de finale mogen zingen.

De tweede halve finale is net als de eerste live via een stream op de website van het IVC en op Parmando24culture.nl te volgen. Ik maakte donderdagavond zelf gebruik van deze dienst en naar tevredenheid. Op een ietwat asynchrone start en een hapering tijdens Vogler/Issler na functioneerde de service goed. Een tip voor iedereen die de komende dagen niet naar Den Bosch kan komen!

Zie voor meer informatie de website van het Internationaal Vocalisten Concours.

Vorig artikel

Matinee brengt nieuwe Padding en Andriessen

Volgend artikel

Dame Felicity Lott: mild en ondersteunend

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.