AchtergrondInterviews

Roberta Alexander wereldwijd in Elektra

Dat Roberta Alexander in 2013 de rol van vijfde maagd in Elektra zong, was niet het gevolg van een geslaagde auditie. ‘Regisseur Patrice Chéreau koos iedereen zelf uit. We waren een handpicked cast’, vertelt de sopraan. De productie begon in Aix-en-Provence en bereikte in 2016 New York. Dinsdag is de opname te zien op de website van de Metropolitan Opera.

Roberta Alexander: ‘Het applaus voor Elektra klonk als een horde dieren, een brul van diep vanbinnen.’ (© Swinkels van Hees)

Er zit meer dan 43 jaar tussen het moment dat Roberta Alexander voor het eerst de vijfde maagd zong in Nederland en het gesprek dat we – per telefoon – hebben over haar optreden bij de Metropolitan Opera in New York. Die eerste keer was in februari 1977 bij de Nederlandse Operastichting onder regisseur Harry Kupfer. De productie van Elektra reisde langs vier theaters in Nederland en bracht naast Hanna Rumowska in de titelrol ook bekende Nederlandse namen op de bühne als Lieuwe Visser en Annett Andriesen.

Patrice Chéreau kreeg voor de editie van 2013 van het Festival d’Aix-en-Provence de opdracht Elektra te regisseren. Het zou zijn laatste regie worden; in oktober 2013 overleed hij. Het festival coproduceerde het stuk met de grote operahuizen van onder meer Berlijn, Milaan en New York. Op al die plaatsen zong Roberta Alexander de rol van 5. Magd. De uitvoering in New York op 30 april 2016 werd door de camera’s van het Live in HD-programma geregistreerd. In meer dan tweeduizend bioscopen zagen operaliefhebbers live de voorstelling, gedirigeerd door Esa-Pekka Salonen.

Het New Yorkse operahuis was geen onbekend terrein voor Roberta Alexander, die in de Amerikaanse staat Virginia geboren werd en sinds 1972 in Nederland woont. Met de zeven opvoeringen van Elektra in 2016 bereikte ze het imposante totaal van 85 optredens op de heilige grond van het theater aan Lincoln Square. De rol van Mimì in La bohème, de titelrol in Jenůfa en verschillende Mozartrollen gingen vooraf aan haar optreden in de opera van Richard Strauss.

Roberta Alexander blijft al een flink aantal weken binnen, in haar huis in de buurt van Amsterdam. Ze repeteerde tot begin maart in Milaan aan Salome. La Scala zou vanaf 8 maart een nieuwe productie brengen door regisseur Damiano Michieletto. Toen het virus tot vlakbij haar doordrong, vluchtte Alexander naar huis, haar bagage achterlatend in Italië.

Hoe verliepen die laatste weken voor de geplande première?
‘We hadden vijf weken keihard aan de productie gewerkt toen iemand van het koor corona bleek te hebben. De repetities werden voor vijf dagen opgeschort. We mochten de stad niet verlaten, omdat men er bij de Scala van overtuigd was dat we snel verder konden. Toen we na die onderbreking weer aan het werk waren, werd corona vastgesteld bij één van de leden van de cast.’

‘Ik was aanvankelijk niet erg bezorgd. Niemand scheen zich veel van de virusdreiging aan te trekken. Op een bepaald moment gingen de scholen dicht en het operahuis sloot, maar onze repetities gingen gewoon door. Op straat zag ik het steeds stiller en stiller worden. Er was niet veel informatie over wat er gebeurde, maar ik realiseerde me dat het echt mis was toen er mensen in beschermende pakken bij de artiesteningang van het theater verschenen, die bij binnenkomst je temperatuur opnamen.’

‘Er kwam een week uitstel van de première en ik dacht: hier ga ik niet op wachten. Ik nam wat spullen en mijn laptop mee en vloog terug naar huis. Daarna ging het ineens heel snel: alles werd gecanceld en teruggaan zat er niet in. Een deel van mijn bagage staat nog altijd in Milaan.’

U kwam thuis, ongerust?
‘Absoluut. Ik heb een paar weken echt op ground zero gezeten en heel lang niets gedaan. Dat niets kunnen doen is vreselijk. It’s so boring, it’s pathetic! Ik ben gezond, maar maak me grote zorgen over wat er om me heen gebeurt, ook in mijn geboorteland. Ik houd me strak aan de regels die in Nederland gelden, maar als ik naar mijn geboorteland kijk… horror! Ik ben heel dankbaar dat ik daar niet woon.’

Roberta Alexander (tweede van links) in repetitie voor Elektra in Aix-en-Provence, met rechts regisseur Patrice Chéreau. (© Pascal Victor / ArtComArt)

Daar, in New York, was Elektra een groot succes in 2016. Hoe begon het voor u, eerst in Aix en later in onder meer Milaan en Berlijn?
‘Een paar jaar voor we startten in Aix kreeg ik een e-mail van mijn agent: Patrice Chéreau heeft naar jou gevraagd voor de rol van vijfde maagd. Ik dacht: wat? Dat is een rol voor een jonge zangeres, je bent vijf minuten op en dat is het dan. Maar dat was niet het idee van Patrice. Hij maakte van de maagd een acteerrol. In zijn regie was zij een nanny voor Elektra en Orest en in die rol vrijwel voortdurend op het podium. Ik kon me niet herinneren dat ik Chéreau ooit had ontmoet, maar het leek me een geweldige kans om met hem te werken. Hij bleek me in 2004 gezien te hebben in Parijs, in Angels in America. Dat is nog eens een goed geheugen!’

‘Patrice koos iedereen zelf uit. We waren een handpicked cast, waarin hij bij iedere rol je achtergrond, je plaats in het huishouden van Atreus en de link met de andere karakters had bedacht. We waren één grote, onaangepaste familie. We noemden het onder elkaar Disfunction Junction, haha!’

‘Dit is geweldig, dacht ik meteen. Ook als hij met de andere karakters aan het werk was, luisterde je naar hem. Hij was charismatisch en zó briljant. Ik werk het liefste met de regisseurs die je een idee voorleggen, kijken wat je ermee doet en dan daarop verder bouwen, steeds meer lagen toevoegend aan het karakter. Zo werkte Chéreau.’

‘We wisten dat Patrice ziek was – in het weekend kreeg hij chemotherapie – maar oh my God, hij was zo gelukkig! Aanwezig bij elke uitvoering, intens genietend van iedere minuut. Na de voorstellingen stuurde ik hem in augustus een e-mail, die hij pas in september beantwoordde. Sorry, ik heb niet zo’n goede zomer gehad, schreef hij. In oktober is hij overleden.’

Hoe werd de productie ontvangen?
‘Het was een groot succes. Ik zal dat slotapplaus bij de première nooit vergeten. Je zit weken in de bubbel van het repetitieproces en dan zijn er ineens mensen die komen kijken naar wat je gemaakt hebt. Het applaus klonk als een horde dieren, een brul van diep vanbinnen. We stonden met alle zangers perplex naast elkaar op de bühne. Na de verbazing kwam er een soort giechel: jee, ze vonden het mooi!’

Een groot deel van de avond op de bühne, maar met relatief weinig noten. Hoe onthield u de enscenering?
‘Vergeet niet dat we in die zeven weken alleen al de eerste scène meer dan zeventig keer gerepeteerd hebben. Zo ging het met alle delen van de opera. Zijn energieniveau was enorm hoog, het was nooit minder dan 100 procent. We waren verrast over wat we terugkregen van het publiek, maar wat terugkwam, was wat we gaven.’

Hoe was die Live in HD-matinee bij de Metropolitan Opera op 30 april 2016 voor u?
‘Niet heel anders dan anders. Je doet wat je moet doen en dat vraagt zo veel betrokkenheid dat je niet opmerkt wat er om je heen gebeurt. De camera’s zijn vanaf de bühne vrijwel onzichtbaar. Er was alleen iets met het speciale licht voor de videoregistratie. Dat was veel sterker dan normaal. In de enscenering van Chéreau begint de opera bij zonsopgang en loopt het verhaal door in de nacht. Het wordt dan donkerder en donkerder, maar dat kon bij de Live in HD-opname niet vanwege het extra licht op het podium. We keken in de coulissen naar Elektra met de kaars, het zag er op het tv-scherm uit als heel donker, maar op het podium was het stralend licht. It was like Broadway and 42 Street, haha!’

‘Pas na de voorstelling kwam de opwinding. Ik wist dat mijn familie die avond, tijdens onze matinee in New York, in Tuschinski in Amsterdam keek. Ik heb in het applaus even naar ze gezwaaid. Kort na afloop kwam er een sms uit Amsterdam van één van de kleinkinderen: ‘‘Oma, we zagen dat je het heel erg naar je zin had.’’’

Eric Owens in Elektra bij de Metropolitan Opera, met links op de achtergrond Roberta Alexander. (© Marty Sohl / Metropolitan Opera)

Gaat u zelf kijken dinsdag?
‘Oh zeker, ik heb de registratie van New York nooit gezien. Er is wel een opname van de voorstelling in Aix, waar Chéreau zelf nauw bij betrokken was. Ik ben benieuwd hoe de regie in New York de opera in beeld heeft gebracht. Er gebeurt voortdurend iets op het podium, maar de regisseur kiest de beelden. Adrianne Pieczonka zong in New York – net als in Aix – de rol van Chrysothemis. Toen ik haar ‘Immer sitzen wir auf der stange’ bij de repetities voor het eerst hoorde zingen, wist ik: die vrouw zingt lied, anders kun je dat niet zó zingen.’

‘Op een moment in de voorstelling zingt Adrianne: ‘‘Orest! Orest ist Tod!’’ Chéreau gaf me de opdracht om, nadat het geklonken had, te lopen alsof ik het gewicht van de wereld op mijn schouders voelde. Adrianne zong zo mooi dat ik, toen ik op de trap neerviel, in tranen uitbarstte. En dat gebeurde me iedere keer. Het zat in close-up in de registratie van Aix-en-Provence. Later, in Barcelona, zag ik bij die scène in de zaal ineens honderden toneelkijkertjes omhoog gaan. Ze wilden zien of ik weer huilde.’

Hoe moet het verder met uw werk de komende tijd?
‘Ik hoop van harte dat we de Salome in Milaan alsnog kunnen doen. De cast was geweldig, met onder anderen Michael Volle en Malin Byström. En ik denk toch ook – als alles weer door kan gaan – aan rollen waarvan ik hoop dat ze nog eens op mijn pad komen, zoals Geschwitz in Lulu. De rol van Marcellina, die ik een paar jaar geleden bij het Orkest van de Achttiende Eeuw zong, zou ik heel graag nog eens zingen. Maar er moet een dirigent of een regisseur zijn die me vraagt. Mijn stem is nog prima. Verder kijk ik erg uit naar Peter Grimes, op het Wad in Friesland, dat voor september gepland staat. Ik wil er echt nog niet aan denken dat het niet door kan gaan.’

De stream van Elektra vanuit de Metropolitan Opera is vanaf dinsdagochtend 21 april om 01.30 uur te bekijken. De voorstelling blijft tot 18.30 uur die dag beschikbaar. Over Peter Grimes op het Wad kwam initiator Arnaud Oosterbaan onlangs aan het woord op Place de l’Opera. Meer informatie over Roberta Alexander vindt u op haar persoonlijke website.

Vorig artikel

Festival Oude Muziek 2020 geannuleerd

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Arturo, Olga en Ramsey

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.