AchtergrondBinnenkortFeatured

Meinen kan niet genoeg krijgen van Rossini

Al van kinds af aan is Ivo Meinen gek van Rossini. Opera Trionfo gaf de jonge maestro de kans om zijn eerste volledige Rossini-opera te dirigeren: La pietra del paragone, nooit eerder in Nederland uitgevoerd. ,,Het is één van mijn lievelingsopera’s geworden.”

Scène uit La pietra del paragone (foto: Jurjen Stekelenburg).

Rossini schreef La pietra del paragone toen hij nog maar twintig jaar was. Het was zijn eerste opdracht voor de beroemde Scala in Milaan. De première was een enorm succes.

In Nederland werd het ‘melodramma giocoso’ echter nooit opgevoerd. Tot Opera Trionfo er zijn oog op liet vallen. Het gezelschap gaf de opera op woensdag 2 november zijn Nederlandse première en toert nog tot en met december met het werk door het land.

De maestro die de eerste speelreeks van La pietra del paragone mag leiden, is de jonge Ivo Meinen. De 31-jarige maestro studeerde viool in Amsterdam en Den Haag en daarna orkestdirectie in Maastricht en Essen, Duitsland. Hij studeerde in 2009 af en is vaste dirigent van het Zeister Philharmonisch Orkest, Musica Montana in Amersfoort en blaasensemble Timber.

Zijn naam werd bij Trionfo-directeur Jeanne Companjen aangedragen door Ed Spanjaard, die Meinen regelmatig als assistent meemaakte. Spanjaard zei: ,,Als je dit werk wil doen, móet je Ivo Meinen vragen. Hij is bijna met Rossini getrouwd.”

Vanwaar die grote liefde voor Rossini?
Meinen: ,,Dat is eigenlijk van kinds af aan al zo. Het begon uiteraard met Il barbiere di Siviglia. Ik hoorde die opera een keer als kind en vond het geweldig. De grapjes, het snelle zingen, de grote ensembles, alles. Die liefde is nooit weggegaan. Ik kan er gewoon niet genoeg van krijgen.

Ik probeer alle opera’s van Rossini op cd te verzamelen. Ik heb er inmiddels twintig. Iedereen kent hem van de komische opera’s, maar hij heeft ook vele serieuze werken geschreven. De Barbier is natuurlijk geniaal, maar er is nog zoveel meer. In die zin vind ik Rossini een onderschatte componist.

Ik hoop dat de uitvoering van zijn werk in Nederland meer van de grond zal komen. Want het publiek is altijd heel enthousiast bij de uitvoering van één van zijn opera’s. Bij Rossini weet je dat je een leuke avond zult beleven.”

Wat heb je zelf al aan Rossini-repertoire gedirigeerd?
,,Ik heb de ouverture van de Barbier gedaan en een keer een pianostuk van Rossini bewerkt voor blazersensemble. Meer niet. Daarom ben ik heel erg blij met deze kans en heel erg dankbaar dat Ed Spanjaard mijn naam noemde. Het is ongelofelijk dat ik dit nu al mag doen. Een godsgeschenk.”

La pietra del paragone is maar bij weinigen bekend. Hoe kan dat?
,,Ik heb werkelijk geen idee. Ik weet dat ze er in Duitsland eens een operette-achtige versie van hebben gemaakt, in het Duits vertaald. En in New York schijnt het eens opgevoerd te zijn. Maar een repertoirestuk is het nooit geworden. En dat is raar, want in Rossini’s tijd was het een enorm succes. Het is echt een hele belangrijke opera geweest.

Zelf kende ik de opera ook nog niet toen ik het aanbod van Trionfo kreeg. Maar ik ben er ingedoken en inmiddels is het één van mijn lievelingsopera’s. Het werk is echt de moeite waard.”

Wat voor opera is het?
,,Het wordt al snel een komische opera genoemd, maar dat is het niet helemaal. Het is meer een ‘dramma giocoso’ à la Don Giovanni. Het heeft ook echt een drama-element. Je ziet een andere Rossini, niet alleen die frivole componist. In die zin lijkt het werk wel een beetje op La Cenerentola, daar zit ook een serieuze laag in.

De muziek is typisch Italiaans, maar er zit ook een knipoog in naar Mozart. Je kunt horen dat Rossini Mozart bestudeerd heeft. Bij sommige passages denk je bijvoorbeeld: hier heeft hij Così fan tutte bestudeerd.”

Hoe zijn de eerste paar voorstellingen gegaan?
,,Erg goed. Alles gaat zoals het moet gaan en de zangers zijn heel erg op dreef. Ik beleef zelf ook telkens een leuke avond en sta soms ook te lachen. Elke voorstelling is een feest.

Het ensemble levert echt knap werk. We werken met een klein orkest van achttien instrumentalisten en een pianoforte. Dat vraagt heel veel van het orkest. Als je niet met twaalf maar met drie eerste violen bent, komt het heel nauw. Zeker in de muziek van Rossini, waar een ontzettende snelheid en virtuositeit in zit.”

Je werkt samen met regisseur Laurence Dale. Hoe is dat en wat voor productie heeft hij gemaakt?
,,De samenwerking is heel leuk. Dale is toch een groot regisseur en heeft zelf veel Rossini gezongen. Ik heb veel van hem geleerd.

Ivo Meinen.

Hij heeft zich sterk aan het verhaal gehouden, maar we moesten wel wat passages verplaatsen en wat overbodige stukken eruit halen. Trionfo heeft weinig budget, waardoor een koor bijvoorbeeld niet mogelijk was. Daarom moest onder meer het jachtkoor uit de opera worden gehaald. Dan wordt meteen de structuur anders.

Maar de veranderingen zijn niet rigoureus en ik denk dat het heel goed gelukt is. We hebben een goede versie voor kameroperasetting gemaakt. Het mooie is ook dat dat kan. Rossini heeft het allemaal zo ontzettend goed geïnstrumenteerd, dat zijn opera ook in deze bezetting overeind blijft. Daarom vind ik hem zo briljant.”

Smaakt deze productie naar meer Rossini?
,,Ja, ik zou heel graag meer van hem doen! Er is vooral één werk dat mij na aan het hart gaat: Mosè in Egitto. Die opera is zó mooi. Misschien dat er ooit iemand is die dat werk in Nederland wil produceren.”

La pietra del paragone is tot en met 16 december nog acht keer te zien in diverse theaters in Nederland. Zie voor meer informatie de website van Opera Trionfo.

Vorig artikel

Heidweiller krijgt Cultuurprijs in Utrecht

Volgend artikel

Opera in de media: week 46

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Ben Siebers
    13 november 2011 at 23:16

    La Pietra del Paragone is tot in den treure herhaald op Brava zodat het mij verbaast dat dit Meinen niet bekend is. Was de versie van het Teatro Real uit 2007 met als dirigent Alberto Zedda en als solisten Laura Brioli, Marie-Ange Todorovich, Raul Gimenez, Marco Vinco, Paolo Bordogna en Pietro Spagnoli.
    Overigens ben ik heel benieuwd naar de versie van Opera Trionfo die ik deze week in Heerenveen zal bekijken en beluisteren.