AchtergrondBinnenkortFeaturedInterviews

Wesseling debuteert als Jezibaba in Antwerpen

Vier grote roldebuten en een nieuwe regie: Maria Riccarda Wesseling werkt dit seizoen non-stop. Na haar eerste Herodias en haar eerste Amneris zingt ze vanaf 12 december bij Opera Vlaanderen haar eerste Jezibaba in Rusalka. “Soms komt er zo veel moois op je pad dat je niet nee kunt zeggen”, vertelt de zangeres aan Place de l’Opera.

Maria Riccarda Wesseling: “Ik interesseer me voor álle aspecten van opera.”

Na van 2015 tot 2018 de Dutch National Opera Academy (DNOA) te hebben geleid, is Maria Riccarda Wesseling begonnen aan een nieuwe fase in haar carrière. Een ‘Fachwissel’ naar lager repertoire paart ze aan een nieuwe carrière als regisseur. Bij DNOA maakte ze haar eerste regie, The Rape of Lucretia, en in maart 2020 volgt haar tweede grote productie, Die lustige Witwe bij het Theater Nordhausen.

In juli dit jaar debuteerde Wesseling in de rol van Herodias in Salome bij de Staatsoper Stuttgart. In september volgde Amneris in Aida bij het operahuis van Detmold. Aan het einde van het seizoen staat Klytämnestra in Elektra op haar programma, weer in Stuttgart.

Maar eerst dus Jezibaba, de ‘heks’ die van waternimf Rusalka een mens maakt in de bekende sprookjesopera van Antonín Dvořák. Een paar weken bevindt Wesseling zich inmiddels in Antwerpen om met regisseur/choreograaf Alan Lucien Øyen en dirigent Giedrė Šlekytė aan de productie te werken. Bijna alle punten staan inmiddels op de i, donderdag 12 december gaat de voorstelling in première.

“We hebben moeten vechten met tijdgebrek”, vertelt Wesseling vanuit haar appartement in de Vlaamse stad. “Voor de regisseur is het zijn eerste opera. In de laatste repetities moest nog veel gebeuren. Eén van mijn scènes heb ik pas bij de voorgenerale gedaan. Daarbij is het een productie met dansers. Bijna alle hoofdrollen worden gedubbeld door dansers. Dat vraagt extra tijd. Ook ging er veel tijd zitten in de technische kant van het bühnebeeld: een houtconstructie op twee verschillende, draaiende podiumelementen.”

Is Jezibaba een mooie partij?
“Heerlijk! Een grote uitdaging is het Tsjechisch. Ik kan zeven talen, maar niet Tsjechisch. Toen ik het begon te leren, was het allemaal hocus pocus. Gekke woordjes, die ik in mijn hoofd moest stampen. Woord voor woord leerde ik wat het betekende. We hadden hier een heel fijne taalcoach, die ons bijvoorbeeld geholpen heeft met klanken die we niet gewend zijn.”

“Misschien is Rusalka wel mijn kind”

Wat is Jezibaba voor personage?
“Het woord ‘heks’ heeft een negatieve connotatie, dus ik beschrijf haar liever als een wijze vrouw die vertrouwd is met magie en oerkrachten. Iemand als Erda of Azucena. Dat zijn niet allemaal kwade figuren, het zijn complexe figuren.

In deze productie kom ik aan het begin op als een vissersvrouw die haar kind verdrinkt. Die baby wordt tot een waternimf. Dus misschien is Rusalka wel mijn kind. Dat geeft mij veel voedsel voor de rol en het maakt de scènes met Rusalka veel gelaagder.”

Kijk je anders naar het werk van de regisseur nu je zelf ook regisseert?
“Ik heb altijd al met de ogen van een regisseur gekeken, omdat ik altijd wist dat ik dat op een gegeven moment zelf wilde gaan doen. Ik keek in producties altijd: wat wil de regisseur? Welke taal kiest hij of zij? Werkt het, werkt het niet? Ik heb altijd met dat perspectief gekeken, ook als ik gewoon als toeschouwer ergens in de zaal zat. Daarom ben ik – hoewel ik binnenkort pas mijn tweede grote productie maak – behoorlijk vertrouwd met het vak.”

Waar komt die wens om te regisseren vandaan?
“Ik denk dat het iets is wat in mij aangelegd is. Ik ben altijd een toneelpersoon geweest. Op de middelbare school speelde ik weliswaar verwoed piano – dag en nacht – maar ik was ook veel bezig met toneel. En in mijn familie werd altijd gezongen en toneel gespeeld. Ik interesseer me voor álle aspecten van muziektheater. Dirigeren had me ook mooi geleken en ik was al eens in de running voor een intendantschap. Ik vind alles waanzinnig interessant. Maar mijn hart klopt op dit moment het hardste voor het zelf doen.”

Hoe combineer je zingen en regisseren in één seizoen?
“Het zijn heel verschillende processen. Als zanger moet je je partij bij de eerste repetitie uit je hoofd kennen en technisch beheersen. Het proces van een regie begint veel eerder. Bijna een jaar van tevoren moet je je concept al inleveren, eventueel met afwijkende ideeën voor de bezetting. Je moet veel eerder veel verder zijn in je voorbereiding. Dat moet ik zorgvuldig plannen: hoe combineer ik het zingen met de voorbereiding van een regie?”

Maria Riccarda Wesseling: “Na vijfentwintig jaar in dit vak kan ik zeggen: eigenlijk begint het pas.”

Je volgende productie is Die lustige Witwe in Nordhausen. Hoe gaat het met de voorbereiding?
“Het verschil met mijn productie van The Rape of Lucretia is dat er veel gesproken tekst is. Die tekst dateert alleen van honderd jaar geleden en kun je nauwelijks meer op de bühne brengen. De manier waarop toen gesproken werd, krijg je nu niet meer op een natuurlijke manier over je lippen.

Ik heb ervoor gekozen om het verhaal te laten spelen in het heden, omdat de politieke situatie in het Montenegro van nu zo goed past bij het stuk. Ik heb de tekst in vier redactierondes bewerkt. Ik heb het zo kort en grappig mogelijk proberen te maken.”

De rol van Hanna Glawari wordt gezongen door de Nederlandse sopraan Zinzi Frohwein. Ken jaar haar nog van DNOA?
“Ze was net klaar met de academie toen ik kwam. Maar ik heb haar nog gehoord en heb haar in Nordhausen aanbevolen, waar ze tot afgelopen seizoen in het ensemble zat. Ze is echt een ideale Hanna Glawari. Ze heeft een prachtig ronde stem en veel allure op het podium.”

“Sinds februari ben ik non-stop bezig”

Na Die lustige Witwe zing je nóg een roldebuut, Klytämnestra in Elektra. Hoe speel je het klaar om vier nieuwe rollen in één jaar tijd aan je repertoire toe te voegen?
“Soms komt er zo veel moois op je pad dat je niet nee kunt zeggen. Het is prachtig dat ik, nu ik in een nieuw ‘Fach’ groei, meteen vier van de belangrijkste rollen kan doen. Ik heb een nieuwe docent en kan na vijfentwintig jaar in dit vak zeggen: eigenlijk begint het pas.

Vier nieuwe rollen vormen wel heel veel informatie voor je hersenen en je lijf. En je hebt maar een korte tijd om het te verwerken. Sinds februari ben ik dan ook non-stop bezig geweest. Maar dat vind ik heerlijk. Ik wil altijd nieuwe dingen blijven doen en nieuwe dingen leren. Bovendien komen alle rollen weer terug. Amneris zing ik bijvoorbeeld over een paar jaar in een groter huis en ook Klytämnestra komt terug.”

Wil je de komende tijd meer prioriteit aan het regisseren geven?
“Zingen en regisseren zijn op dit moment even fascinerend voor mij. Mijn hart slaat voor beide heel heftig. De komende tijd doe ik in elk geval één mooi regieproject per jaar. En verder is het vooral een kwestie van: go with the flow.”

Rusalka is van 12 tot en met 31 december in Antwerpen te zien. Van 9 tot en met 23 januari zijn er zeven voorstellingen in Gent. Zie voor meer informatie de website van Opera Vlaanderen. Zie ook de persoonlijke website van Maria Riccarda Wesseling.

Vorig artikel

Kirchschlager zingt Winterreise in Amsterdam

Volgend artikel

Cité de l’Opera: Elza, Ludwig en Maartje

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.