BuitenlandOperarecensie

Wagner maakt nieuwe Tristan in Bayreuth

Katharina Wagner viert haar promotie tot ‘Herrin’ van de Bayreuther Festspiele met een nieuwe productie van Tristan und Isolde. Eentje waarin de ‘Todestrank’ niet gedronken maar uitgegoten wordt. Christian Thielemann dirigeert voortreffelijk, Stephen Gould is een sterke Tristan.

Tristan und Isolde - Bayreuther Festspiele - Enrico Nawrath 1
Evelyn Herlitzius en Stephen Gould als Isolde en Tristan (foto: Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath).

Haar halfzuster Eva is met pensioen en dus heeft Wolfgang Wagners jongste dochter Katharina het rijk alleen in Bayreuth. Dat brengt een enorme verantwoordelijkheid met zich mee. Het besef daarvan zal mede aanleiding zijn geweest om het publiek geen controversiële voorstelling voor te schotelen. Critici kunnen zich de tanden stukbijten op Castorfs Ring, terwijl Katharina in de luwte opereert. Of dit een nieuwe trend is, zal de nieuwe Parsifal in 2016 moeten uitwijzen.

In de eerste akte zien we een enorm labyrint van onderling verbonden vlakken en trappen. Het doet wat denken aan de bibliotheek van Umberto Eco en uiteraard ook aan Escher. Aan de linkerzijde bevinden zich Isolde en Brangäne, aan de rechterzijde Tristan en Kurwenal.

Al snel wordt duidelijk dat Isolde stapelverliefd is op Tristan. Toen zij hem verpleegde, trof zijn blik de hare en was het liefde op het eerste gezicht. Nu hij haar is komen halen namens zijn oom Marke, is ze teleurgesteld en beledigd tegelijk. Dat verklaart haar dubbele houding: ze wil zich met hem verenigen, maar ze wil hem ook doden – liefst in die volgorde.

Brangäne en Kurwenal proberen het stel bij elkaar weg te houden, maar de twee weten aan hun ‘Betreuer’ te ontsnappen, geholpen door valdeuren in het labyrint. Isolde eist Tristan op en als dat gelet op de sociale verhoudingen niet mogelijk is, verkiest ze een gemeenschappelijke dood boven verder leven als Markes echtgenote. Tristan doorziet dit en gaat erin mee. De ‘Todestrank’ wordt niet gedronken, maar plechtig uitgegoten. Het liefdespaar tekent bewust het eigen doodvonnis.

In de tweede akte bevindt het viertal zich in een afgesloten ruimte, door een hoge muur omgeven. Brangäne en Kurwenal zijn in het groen gekleed, Tristan en Isolde in het blauw. Van boven kijken Marke, Melot en een paar helpers naar het stel beneden. Allen zijn in geel gekleed: de kleur van nijd en afgunst. Zo nu en dan wordt er een spot op hen gericht, bijvoorbeeld als Tristan jammert over een teveel aan licht. Het is duidelijk dat Tristan in de val is gelopen en dat Marke, kennelijk de heerser over een politiestaatje, zich heeft voorgenomen de ontwikkelingen nog even aan te kijken (uit sadisme?) alvorens de val te laten dichtklappen.

Scène uit Tristan und Isolde (foto: Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath).
Scène uit Tristan und Isolde (foto: Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath).

Tristan probeert wat privacy te krijgen door een doek zo op te hangen dat er een tentje ontstaat. Het stel krijgt de aanblik van twee spelende kinderen. De muziek weet het beter: nergens klinkt Wagner zo coïtaal als hier.

Als Marke genoeg heeft gezien, komt hij naar beneden en wordt Tristan geblinddoekt en geboeid. Hier is een geplande afrekening gaande: Marke is door Tristan bedrogen en gaat zich van hem ontdoen, geheel in maffiastijl. Ditmaal geen larmoyante koning, maar eentje die puur retorisch zijn voormalige favoriet laat weten hoezeer hij hem pijn heeft gedaan. “Ik heb je opgevoed als mijn eigen zoon, alles altijd toevertrouwd en nu bedrieg je mij. Wat doe je mij aan? Besef je wel dat ik je moet doden en hoe erg dat voor mij is?” Melot voert het vonnis uit door de geboeide Tristan in de rug te steken.

In de derde akte proberen Tristans mannen hun chef op te lappen. Ze geven hem zijn zwaard en helpen hem overeind; ze willen de indruk weken dat het allemaal wel meevalt. Tristan loopt voortdurend rond, zingend en hallucinerend. Hij ontwaart beelden van Isolde in kleine, driehoekige ruimtes die zomaar in de lucht lijken te zweven en als bij toverslag weer verdwijnen.

Eenmaal aangekomen blijkt ook Isolde in de ontkenningsfase te verkeren. Tristan is direct na haar aankomst gestorven en daarmee is het gemeenschappelijke project – samen sterven – definitief mislukt.

Marke zingt zijn monoloog met passende krokodillentranen. Hij legt even een arm van Tristan recht, als een politicus die een dode tegenstander publiekelijk eer komt bewijzen door aangedaan ogend een krans te leggen.

Isolde is verstijfd, bijna catatonisch, maar ontdooit in voldoende mate om haar ‘Liebestod’ te zingen. Als ze klaar is, sleurt Marke haar aan haar arm mee: de potentaat neemt zijn ’trophy wife’ weer in bezit. Brangäne, die ook nergens meer heen kan, blijft alleen bij Tristans lijk achter.

Georg Zeppenfeld als Marke en Stephen Gould als Tristan (foto: Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath).
Georg Zeppenfeld als Marke en Stephen Gould als Tristan (foto: Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath).

De nieuwbakken muzikaal directeur van de Festspiele, Christian Thielemann, wist het orkest tot grote hoogte op te stuwen. Het klonk prachtig wat er uit de bak kwam.

Vocaal was de voorstelling wat minder geslaagd. Door het plotselinge afzeggen van Anja Kampe moest op stel en sprong, vier weken voor de première, een nieuwe Isolde worden gevonden. Daarbij was Kampe al de tweede keus, na het afzeggen van Eva-Maria Westbroek.

Het contracteren van veterane Evelyn Herlitzius bleek duidelijk een noodsprong. Haar agenda was zo vol dat ze de generale moest overslaan omdat ze nog een Elektra in Zürich te zingen had. Haar stem is beslist nog geschikt voor rollen als Elektra, maar voor Isolde komt Herlitzius inmiddels tekort. Goed als ze ooit was: de slijtage heeft toegeslagen. Niettemin een compliment voor haar stamina in de eerste twee aktes en haar mooi gezongen ‘Liebestod’.

Stephen Gould, in Amsterdam bekend van zijn schitterende Siegfried, zette een uitstekende Tristan neer. Alle lof voor deze vertolking. Georg Zeppenfeld excelleerde als Marke; natuurlijk een paraderol voor een bas. Christa Mayer nam Brangäne voor haar rekening en daarmee was deze rol feitelijk sterker bezet dan Isolde.

Het geruchtencircuit legt de verantwoordelijkheid voor de plotselinge afzegging van Kampe bij Thielemann. Als dat zo is, heeft hij zijn hand overspeeld en daarmee zijn eigen glazen ingegooid. Een muzikaal directeur had zich een betere start van zijn dienstverband kunnen wensen.

Vorig artikel

De Ring in Bayreuth: Götterdämmerung

Volgend artikel

Zeffirelli's Bohème gehuldigd in de Scala

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

4Reacties

  1. stefan caprasse
    21 augustus 2015 at 19:15

    Die produktie zou ik dolgraag eens willen zien. Als ik die, samen met de nieuwe Parsifal, volgend jaar zou kunnen bemachtigen… o namenlose Freude!

  2. paul
    22 augustus 2015 at 02:21

    Heb deze productie dit jaar gezien en vond hem prachtig. Vooral de laatste akte was erg aangrijpend.

  3. Ben Siebers
    24 augustus 2015 at 14:10

    De late afzegging van Kampe schijnt alles te maken te hebben met de benoeming van de nieuwe chefdirigent van de Berliner Philharmoniker. Thielemann leek de topkandidaat maar plotseling was daar de benoeming van Petrenko. Er schijnt wat ongenoegen tussen beide heren te zijn waaop Kampe niet meer onder Thielemann wilde zingen. Voor de goede orde: Kampe is de partner van Petrenko

  4. erik
    25 maart 2016 at 22:04

    Ik ga deze zomer – met dank aan deze site voor de tip hoe en wanneer te boeken – en verheug me enorm.
    Vorig weekend de nieuwe productie in Baden Baden met Skelton en Westbroek als een zeer overtuigend gezongen liefdespaar, Nagy als een geweldige Kurwenal en de Berliner – prachtig gedetailleerd, maar eerder licht dan bedwelmend – onder Rattle. Tamelijk nondescripte enscenering die weinig toevoegde maar ook geen aanstoot gaf. Baden Baden geeft in juli ook nog een concertante Walkure met Westbroek, Kaufmann en Gergiev. Er zijn nog kaarten, van de net iets minder prijzige soort.