FeaturedOperarecensie

Montgomery frist vergeten opera Hasse op

Onder frisse en ferme leiding van Kenneth Montgomery klopte de Radio Kamer Filharmonie vandaag in de ZaterdagMatinee het stof van Piramo e Tisbe, één van de 65 vergeten opera’s van Johann Adolf Hasse. Een sprekende uitvoering van een werk dat in de vergetelheid niet thuishoort.

Kenneth Montgomery (foto: Marco Borggreve).

Johann Adolf Hasse is één van die componisten die tijdens zijn leven een enorm oeuvre produceerde en internationaal veel aanzien genoot, maar na zijn leven uit beeld verdween. De Duitser was een leerling van Porpora en Scarlatti en stond als componist decennialang in het middelpunt van het muziekleven in Dresden. Hij schreef 65 opera’s, vaak in koninklijke opdracht.

Toen Frederik de Grote het Dresdense operahuis aan flarden schoot, werd Hasse ontslagen. Arm en al bijna weer vergeten leefde hij zijn leven uit in Wenen en Venetië, waar hij in 1783 stierf. Inmiddels komt hij alleen nog in lijstjes ‘vergeten meesters’ voor.

Gelukkig voor hem worden ‘vergeten meesters’ na verloop van tijd vaak weer herinnerd. Bijvoorbeeld door de ZaterdagMatinee, die vandaag de kans bood iets van hem te horen: zijn één na laatste opera Piramo e Tisbe.

Het ‘intermezzo tragico’ Piramo e Tisbe is gebaseerd op een verhaal uit de Romeinse oudheid en gaat over het klassieke thema van de onmogelijke liefde. Een Romeo en Julia-achtig verhaal, dat door Marco Coltellini tot een in mijn ogen weinig interessant libretto werd verwerkt.

De plot is eenvoudig. Piramo en Tisbe zijn verliefd. Tisbes pa is ‘not amused’ en verplicht zijn dochter met een ander te trouwen. Het stel besluit te vluchten, maar door een misverstand op hun ontmoetingsplek denkt Piramo dat Tisbe dood is, waarna hij zich van het leven berooft. Tisbe arriveert, ziet Piramo wegkwijnen en volgt hem in de dood. Kort daarna voegt vader daar nog een zelfmoord aan toe wanneer hij beseft waar hij verantwoordelijk voor is. Operatragiek ten top.

Hasse schreef het werk voor een klein privétheater van een rijke dame en hield de bezetting daarom klein. Piramo, Tisbe en haar vader vormen de hele cast, waarbij beide geliefden door vrouwenstemmen gezongen worden.

De Matinee vond voor die rollen twee sopranen die prachtig mengden: de heldere, lichte Christina Landshamer (Tisbe) en de wat donkerder Stéphanie Révidat (Piramo). Hun duetten behoorden tot de fijnste momenten van de uitvoering.

Enerverend vond ik hun vertolkingen echter niet. Landshamer klonk door haar matige uitspraak vaak ‘één-klankig’ en was daardoor wat saai, ondanks haar verder knappe zang. Révidat blonk evenmin uit in haar uitspraak en was niet altijd trefzeker. Benjamin Hulett (Padre) had wat dat betreft beduidend meer expressie in huis. Hij zette met zijn verfijnde tenor zijn rol krachtig neer.

De meeste overtuigingskracht kwam echter van de Radio Kamer Filharmonie. Hasse schreef een levendige partituur met makkelijk te beluisteren muziek. Muziek waar maestro Kenneth Montgomery uitstekend raad mee wist. Hij liet het orkest weelderig, soms haast romantisch spelen. De solisten werden er wel eens door overstemd, maar het resultaat was zeer sprekend.

Vorig artikel

Youtube-portret: Giuseppe Filianoti

Volgend artikel

Elf bioscopen vertonen Carmen in 3D

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.