FeaturedOperarecensie

De Vriend bekoort met Haydns Apotheker

Bij een semiscenische opera verwacht je geen auto op het podium. Toch was donderdag in De Doelen een vintage Fiatje het middelpunt van Haydns Lo Speziale. Een treffende keuze, even bescheiden en aandoenlijk als het werk zelf, dat met ontwapenende eenvoud voor de dag kwam.

Scène uit Lo Speziale. (© Punto Arte)

Lo Speziale (De Apotheker) zag in 1768 het licht in het privétheater van Haydns broodheer prins Esterházy, de vierde in zijn reeks hoofdzakelijk komische opera’s. Tegenwoordig klinken ze zelden, ondanks inspanningen van wijlen Nikolaus Harnoncourt en in eigen land Jan Willem de Vriend, die met deze productie diverse Europese landen aandeed.

De Vriend deed enkele aanpassingen in de partituur. Zo werd de titelrol omgewerkt voor bas en werd andere muziek ingevoegd. Alleszins te billijken, aangezien van de slotakte slechts twee delen bewaard zijn gebleven.

Het sterk ingekorte libretto van grootmeester Carlo Goldoni herinnert aan Rossini’s Barbier: apotheker Sempronio, steeds dromend van verre oorden, wil vanwege haar bruidsschat met zijn pupil Grilletta trouwen. Zij verkiest echter Sempronio’s sullige knecht Mengone. Ondertussen lonkt ook de hooghartige Volpino naar haar.

Centraal in de regie van Eva Buchmann, echtgenote van De Vriend, staat een tot reizende apotheek omgetoverde witte Fiat 500, nog kleiner lijkend in de letterlijk Grote Zaal (gelukkig zat het Kölner Kammerorchester noodgedwongen ook op het concertpodium). Buchmann benutte het karretje met vergelijkbare vindingrijkheid als Haydn in dit pretentieloze niemendalletje stopte. Zo klapte het dak plots open tot een goedgevulde medicijnkast, bemand door Mengone.

Gezegend met een open en heldere stem prees Mengone-vertolker Álvaro Zambrano een probaat middel tegen verstopping aan. Haydn laat zijn tenor er moeizame staccatonoten uitpersen, totdat de coloraturen opeens vlot doorlopen… Een voorbeeld van de ‘boertige’ humor die prins Esterházy vast hardop deed schateren.

Een ontegenzeglijk naïeve esprit kenmerkt dit werk, niettemin met veel charme overgebracht. Die laatste kwaliteit etaleerde Marina Zyatkova volop in Grilletta’s eerste aria, gezongen met een warme, lyrische sopraan, ietwat gevoileerd en daardoor niet zo optimaal verstaanbaar als collega Zambrano. Boventiteling was gelukkig aanwezig en compenseerde deels de minimale info in het foldertje.

Volpino is een ‘Hosenrolle’, waarbij de Hose in dit geval een oubollige kuitbroek betrof, met bijpassende pet en golftas. Knap hoe Virpi Räisänen haar slanke sopraan met nadruk vanuit het borstregister een masculien tintje gaf. Dit kwam zeker van pas in Haydns parodie op een klassieke wraakaria, waarin De Vriend zijn strijkers flink liet grommen. Met circa twintig man was de orkestbezetting redelijk fors, zonder dat dit de speelsheid en transparantie belemmerde.

Scène uit Lo Speziale. (© Punto Arte)

Als Sempronio leek Piotr Micinski me in zijn openingsaria een beetje mat, alsof de omzetting naar buffobas de originele tenorrol van zijn sprankeling had beroofd. Vlak voor de pauze ontlokte hij echter hilariteit door plots uit de achterbak van de Fiat op te duiken, na het liefdeskoppeltje in een clandestien rendez-vous te hebben bespied. Met een sextant note bene, een voorbeeld van de rommelige overdaad aan rekwisieten, die soms zelfs tussen het publiek belandden.

Alleen dat autootje was eigenlijk voldoende, zeker toen er een complete badkuip met douchestang uitschoof. In potsierlijk badpak zingend onder werkelijk stromend water stak Micinski de draak met de galante maniertjes van zijn beide rivalen en bedreigde ze vervolgens met stokslagen, onderstreept door een stevige hoornstoot uit het orkest. Qua kluchtig effect kon het restant, met bijvoorbeeld een dubbele verkleedpartij als notaris (voorbode van Mozarts Così), hieraan niet tippen.

Opmerkelijk was de exotische onzinaria waarin Volpino, vermomd als Turkse pasja, een uit het orkest geplukte viool hardhandig te lijf ging. Geen nood, Räisänen wist wat ze deed: voor haar zangcarrière vlucht nam, speelde ze professioneel viool in onder meer het Nederlands Kamerorkest.

Natuurlijk ging Mengone er dankzij Volpino’s valstrik uiteindelijk met Grilletta vandoor, wat beide verliezers in het slotensemble groothartig accepteerden. Geheel begrijpelijk gezien de chemie in het liefdesduetje ‘Quel tuo visetto amabile’, een ontlening uit Haydns wellicht beste opera Orlando paladino, maar ook hier perfect passend. Curieus begeleid door fagot verleidde Grilletta Mengone zo effectief dat de stumper aanvankelijk slechts losse klinkers kon terug stamelen. Het initiatief aan de dame dus, toepasselijk op Internationale Vrouwendag… Zyatkova en Zambrano bleken onweerstaanbaar, zowel puur vocaal als in naturel spel.

Ondanks dat alles was mijn indruk dat de vonk van het ouderwetse en intieme komediespel niet altijd optimaal oversloeg op het publiek in de moderne ambiance van de helaas matig bezette Doelen. Tegelijk toonden verrukkelijke momenten wat we missen door de aanhoudende verwaarlozing van Haydns theaterwerken. Moge jonge dirigenten de handschoen van Harnoncourt en De Vriend oppakken!

Lo Speziale is nog eenmaal in Nederland te zien: op 17 maart in Eindhoven. Zie voor meer informatie de website van het Parktheater Eindhoven. Lo Speziale is een productie van de nieuwe stichting Punto Arte.

Vorig artikel

Koor van De Nationale Opera zingt Medusa

Volgend artikel

Met herneemt aangename Semiramide

De auteur

Martin Toet

Martin Toet