FeaturedOperarecensieRecensies

Hart onder de riem bij de Steefs O. Show

Het was één groot feest: De Steefs O. Show van Steef de Jong op het O. Festival in Rotterdam. Deze theatermaker bracht een bonte revue van een mini-operette van Die Fledermaus en operamuziek. Dat deed hij samen met een uitstekende cast, het Codarts Symphony Orchestra, en gastoptredens van Alex Klaasen en Brigitte Kaandorp. Fabuleus vormgegeven in een kartonnen pop-up decor en uitklap kostuums.   

Steef O. met v.l.n.r.Valentina Tóth, Alex Klaasen, Brigitte Kaandorp en Steef de Jong ©Luxor Theater foto: Sahil Kiliç

Theatermaker en beeldend kunstenaar Steef de Jong (1983) viel in theaterland op met zijn eenmans-operette-trilogie over zijn liefde van de 19e eeuw, keizerin Sissi en het genre operette. Hij maakte de beeldende voorstellingen Groots en Meeslepend wil ik leven, Ludwig (over Lodewijk II van Beieren) en Straussvogel (over de walsenkoning Johann Strauss).

Veel succes kreeg hij onder meer met de voorstelling van De Modern Art Revue (2019) met Alex Klaassen. De Jong heeft een fascinatie voor de suikerzoete wereld van operette, omdat hij naar eigen zeggen daar de wereld minder serieus en realistisch vindt.

Zijn voorstellingen zijn dan ook kleurrijk, fantasievol en luchtig.  De inhoud van de meeste verhalen staat centraal in het stuk, maar die is niet heel erg belangrijk of vol van betekenis. Zijn personages die hij op toneel brengt zijn grappig en toegankelijk. En zijn liedjes zijn origineel met uitstekende muzikale arrangementen. Bovenal imponeert hij met zijn vakkundig gemaakte uitklapbare decors en opvouwbare kostuums. 

Steef O. ©Luxor Theater. Foto:Mark Engelen

In Steefs O. Show liet De Jong het publiek meteen kennismaken met zijn specialiteit: in een meervoudig uitklapbaar persoonsdecorstuk onthulde hij onder ander Queen, Frank Sinatra, en werd het publiek uitgenodigd om mee te zingen met de ‘Troubadour’ van Lenny Kuhr. Formidabel! Een overdonderd applaus volgde. Het 70-koppig studentenorkest o.l.v. Sander Teepen stelde zichzelf voor in de strak gespeelde ‘Ouverture’ uit de opera Guillaume Tell van Rossini. Het arrangement voor deze ouverture was van Marijn Prooijen, die overigens de meeste muziekstukken bewerkte op de Nederlandse teksten van De Jong.

Op cabaretachtige wijze werd de cast voorgesteld: Dook van Dijck, Valentina Tóth en Job Greuter. Zij speelden in Die Fledermaus van Johan Strauss jr. meerdere rollen zowel mannen als vrouwen personages. Van Dijck was fijnzinnig grappig als Rosalinde de vrouw van Gabriël von Eisentein die werd vertolkt door Greuter. Tóth speelt het vrolijke kamermeisje Adele erg vermakelijk. Al is ze wat grotesk in de rol van de Limburgse gevangenisdirecteur Frank. 

Er werd fraai gezongen in de diverse duetten. Helaas overstemde het orkest soms het zingen en dat kwam de verstaanbaarheid van de teksten niet ten goede. Niettemin de ‘Finale’ in de eerste acte (‘Trinke, Liebchen, trinke schnell’) was, met een bijna authentieke vertaling van dit kwartet, volop genieten. 

Na het eerste deel kwam Alex Klaassen ten tonele en zong hij samen met De Jong het bekende vriendenduet ‘Au fond du temple saint’ (uit Les pêcheurs de perles van Bizet) in het Nederlands. Het was een hertaling van de pas overleden Jan Rot getiteld ‘De palingvissers’. Het was een kolderieke sketch met de twee mannen in Volendamse outfit, en met wiebelende palingen die uit het net gehaald moesten worden.   

Klaassen heeft niet een klassiek geschoolde stem. Dit nam echter niet weg dat hij de bekende aria ‘Nessun Dorma’ (Turandot van Puccini) gedurfd en fraai zong. Een bekende aria waar iedereen kippenvel bij krijgt.

Met het duet ‘Te jong voor jou’ (‘Lippen Schweigen’ uit Die Lustige Witwe van F. Lehar) zong De Jong voor cabaretière Brigitte Kaandorp. Het was haar tekst wat een komisch ‘gênante’ situatie creëerde. Kaandorp kreeg veel lachers op haar hand.

Ontroerend en betoverend speelde en zong Greuter op cello een vrije bewerking van ‘Una furtiva Lagrima’ (L’elisire d’amore, Donizetti) met als titel ‘Heimelijk rolt een zilte traan). De woorden waren warm en liefdevol. Mooi. Van de verstilling in hilariteit bracht Kaandorp met allerlei capriolen, met een goed ondersteunend orkest, haar meest bekende lied ‘Zwaar leven’ op eigen wijze.  

In de volgende aktes van de mini- Fledermaus was Klaassen prinses Orlofsky en Kaandorp prins Orlofsky. Het werd een bonte uitwisseling, met kostuumwisselingen en verwarrende situaties. In een krachtige samenklank klonk het slotlied ‘Brüderlein und Schwesterlein’. De verbindende teksten waren als ‘Nu we allen samen zijn, zijn we niet alleen; jij en ik.’ 

De apotheose van deze operettecabaretavond was de toegift. Deze begon met uitrollen van een groot rol kartonpapier met Nederlandse teksten. Het publiek werd uitgenodigd om mee te zingen op de muziek ‘Va pensiero’ (‘Slavenkoor’ uit Nabucco van Verdi) op tekst van Louis J.A van Beek. Deze simpele ode aan het leven en de vrijheid was een hart onder de riem. Wij die twee jaar lang ons beperkt hadden gevoeld. We zongen: ‘Laat verdriet maar heel langzaam verdwijnen. Laat de zon in je leven weer schijnen’. 

Verder kijken, lezen en luisteren

Hier een kleine indruk van de Steef O. show met het ‘Palingvissers duet’

Het bekende lied van Brigitte Kaandorp ‘Zwaar leven’, dit keer echter zonder orkest.

Klassiek met karton was een eerdere show van Steef de Jong met het Orkest van het Oosten

In 2018 maakte Steef de Jong Orfeo, hier besproken door Hilde van Beek

Het Codarts Symphony Orchestra speelde in 2021 de Vuurvogel balletsuite van Stravinsky in De Doelen in Rotterdam onder leiding van Sander Teepen

Vorig artikel

Mezzosopraan Anne Howells overleden.

Volgend artikel

Veel toptalent in tweede helft Zeist

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.