O. brengt Bernsteins Trouble in Tahiti
O. het Festival voor opera, muziek, theater in Rotterdam en omstreken is weer van start gegaan. Het gevarieerde aanbod biedt voor ieder-wat-wils….. misschien. Peter Franken begon op de tweede dag van het festival met mogelijk de dichts bij een traditionele opera liggende voorstelling, Trouble in Tahiti van Leonad Bernstein.

O zo fantastisch?
Trouble in Tahiti stamt uit 1951 en is jazzy, vaak melodieus, zoals in Candide en West Side Story. Leonard Bernstein schreef zowel de muziek als het libretto van deze korte kameropera, een stuk over ‘the American dream’ in suburbia.
Het o zo fantastische leven in een slaapstad wordt in de opera bezongen door een jazztrio dat rondwaart in het kleine witte huisje waar de hoofdpersonen Sam en Dinah hun door Life Magazine vereeuwigde idylle beleven. Bernstein omschreef hun rol als die van een Grieks koor geboren uit de radioreclame. Het zijn de naoorlogse jaren onder president Truman toen in Nederland ‘geluk nog heel gewoon was’.
In werkelijkheid maken Sam en Dinah alleen maar ruzie. Ze zijn na tien jaar huwelijk zozeer van elkaar vervreemd dat ze beiden veinzen een lunchafspraak met een ander te hebben als ze elkaar toevallig in de stad treffen. Zij komt van een bezoekje aan haar psychiater, hij is even weg van kantoor. Eigenlijk moeten ze allebei die middag naar een toneelstukje op de school van hun zoontje Junior, die daarin een belangrijke rol speelt. Maar Sam geeft de voorkeur aan het spelen van de finale van een handbaltoernooi en Dinah gaat naar een film. De titel refereert aan de film die Dinah die middag van Juniors toneelstuk heeft gezien. Een escapistisch geheel, dat door haar uitgebreid wordt verteld. De kernscène ‘Island Magic’ laat Bernstein klinken als een parodie op de populaire musical South Pacific.

Uitstekend ingespeeld
De versie die zaterdagavond op de tweede dag van O. Festival werd gespeeld was afkomstig van Studio PBA (Palais des Beaux-Arts de Charleroi, België) in een regie van Mathylde Demares en Ludovic Bart, onderdeel van Clinic Orgasm Society. Op het toneel van de Kleine Zaal van Schouwburg Rotterdam stonden twee grote verrijdbare tafels waarop een groot deel van de actie zich afspeelt. Sam en Dinah hebben er elk een en ze worden regelmatig rondgereden door de leden van het jazztrio die zich op deze wijze verdienstelijk maken als toneelknecht. Het gebruik van rekwisieten is spaarzaam: ontbijtspullen bij aanvang, een paar stoelen, een ventilator. Het draait om de handeling en uit alles bleek dat het ensemble uitstekend op elkaar is ingespeeld. Dit zal zeker niet hun eerste voorstelling geweest zijn. De protagonisten zijn onopvallend gekleed. Het trio is wat origineler uitgedost waarbij identieke zwarte pruiken zorgen voor enige uniformiteit, geheel in lijn met hun zang die meestentijds unisono is.

Kanttekening
Het trio ‘reclamezangers’ werd uitstekend vertolkt door Julie Phan (mezzo-sopraan), Shireen Derky (mezzo-sopraan) en Justin Demenicone (bariton). Sopraan Isabelle Jacques zong de rol van Dinah en daarbij wil ik een kanttekening plaatsen. Jacques heeft een grote stem met een vermoeden van een hard randje, heel geschikt voor een rol als Ortrud in Lohengrin. Maar in een kameropera en ook nog in een klein zaaltje had ze haar stem liever wat kleiner mogen maken. Kan zijn dat ze haar ongenoegen over het huwelijk met Sam wat heeft willen aanzetten maar dat had vocaal beslist wat meer ingehouden gekund.
De rol van Sam was bij bariton Nathan Derkenne in goede handen met als hoogtepunt de lange monoloog waarin hij na het winnen van de handbalfinale uitlegt dat sommige mannen winnaars zijn en ander voorbestemd om altijd in de luwte te blijven leven.

Dat kan ik zeggen, omdat ik het stuk al eerder heb gezien en goed op de hoogte ben van de inhoud. Maar zonder titels is het bijna niet te verstaan, zeker niet als men zingt met een ‘operastem’. Bij de vocale bijdrage van het trio speelt dat veel minder een rol maar die geven slechts commentaar en dragen niet de handeling. Ik vermoed dan ook dat die grotendeels over de hoofden van het publiek is gegaan. En dat is jammer omdat juist de tekst zo bepalend is voor het belichten van de keerzijde van het leven in suburbia.
De muzikale leiding werd vanachter een vleugel verzorgd door de met grote inzet spelende Julie Delbart, zo nu en dan gesecondeerd door Martin Gennen.

Verder lezen, kijken en luisteren
Jordi Kooiman over Trouble in Tahiti bij De Nationale Opera in 2018