FeaturedOperarecensie

Jonge kelen imponeren in OFF-dubbel

Trouble in Tahiti en Clemency draaien allebei om een echtpaar in problemen. Voor de rest contrasteren de twee korte werken ten zeerste met elkaar. Het Opera Forward Festival zette ze donderdag niettemin samen op het toneel in De Meervaart in Osdorp. Een geslaagde productie, met voortreffelijke inzet van een cast vol talenten.

Scène uit Trouble in Tahiti. (© Hans van den Boogaard)

Met zes mini-opera’s gaf het Opera Forward Festival (OFF) van De Nationale Opera afgelopen week jong operatalent van verschillende opleidingen in den lande een podium. In de double bill Trouble in Tahiti / Clemency werd de spotlight gericht op het talent dat in de eigen kweekvijver van het Amsterdamse operahuis wordt klaargestoomd.

De productie is gecast met zangers van ‘DNO talent‘. De regie komt van de jonge Amerikaan Ted Huffmann en de eveneens jonge Brit Duncan Ward dirigeert (zeer bekwaam, waarvoor hulde). Ook het decor- en kostuumontwerp is gericht op talentontwikkeling; de winnaars van de tweede Dutch Opera Design Award mochten hun talent op de twee titels loslaten.

Het decorontwerp (Elena Zamparutti) was voor mij niet de sterkste schakel. Te zien was een leeg zwembad. In Trouble in Tahiti illustreerde het met behulp van veel rekwisieten het typische gezinsleventje van de ongelukkige echtgenoten Dinah en Sam. Het maakte een rommelige, ongefocuste indruk, waarbij de zwembadhint mijn pet te boven ging. In Clemency verrichtte de ervaren lichtman Alex Brok wonderen en was de sfeer van chloor en zwemmen snel vergeten.

Trouble in Tahiti van Leonard Bernstein (1918-1990) schildert op satirische wijze het leven van Dinah en Sam in een typische Amerikaanse buitenwijk (‘suburbia’). Op het eerste gezicht leiden ze een modelbestaan, maar onderhuids piept en kraakt het. Een soort Grieks koor van drie zangers beschrijft als in een roze reclamewolk het echtpaar. Hun ideaalvoorstelling verdampt echter snel bij het gekibbel en bedrog van de twee.

Regisseur Huffman presenteerde de drie commentators als clowns, gestoken in prachtige kostuums van Gisella Cappelli. De clowns regisseerden in feite het hele verhaal, waarbij Dinah en Sam soms letterlijk als poppen heen en weer gemanoeuvreerd werden. Het arceerde het satirische karakter van Bernsteins werk. Bovendien konden de clowns zo de ‘stomme’ personages uit de opera, die normaliter buiten beeld blijven, uitspelen. Mooi en vaak grappig gedaan.

Sebastià Peris i Marco was met zijn stoere bariton en dito uiterlijk geknipt voor de rol van Sam. Een ‘echte’ man, weinig sensitief voor de behoeften van zijn vrouw. Turiya Haudenhuyse zette Dinah iets minder markant neer, maar toonde zich beslist geen brave jaren-vijftig-vrouw. De drie clowns – Kelly Poukens, Lucas van Lierop en Dominic Kraemer – kweten zich theatraal en vocaal uitmuntend van hun taak.

De muziek van Bernstein kwam in handen van het Nederlands Kamerorkest zeer pakkend voor de dag. De jazzy toon hield de vaart er goed in, terwijl er ook prachtige lyrisch-dramatische momenten te beleven waren.

Scène uit Clemency. (© Hans van den Boogaard)

Hoe anders klonk Clemency van James MacMillan (1959). De handeling, gebaseerd op het oudtestamentische verhaal over Abraham en Sarah, verliep traag en statisch, maar de muziek was driftig en intens. De vaak lang aangehouden, gloeiende samenklanken creëerden een spannende atmosfeer, die zijn climax bereikte toen de drie mysterieuze mannen die Abraham en Sarah een kind hadden beloofd verder trokken om de “twin towns” (Sodom en Gomorra) te verwoesten, gekleed in vesten vol explosieven. Deze zet gaf het aloude verhaal een actuele draai.

De Nederlandse bas-bariton Frederik Bergman maakte indruk als Abraham. De eerste minuten van MacMillans werk rustten geheel op zijn schouders. Zijn a-capellazang penetreerde op formidabele wijze de zaal. Ook later bewees hij dat lange, heftige zanglijnen wel aan hem besteed zijn.

Sopraan Jenny Stafford was een Sarah die heel wat meer te zeggen had dan de Sarah uit het Bijbelverhaal. Ze was sterk en gepassioneerd in zang en voorkomen. De drie mysterieuze bezoekers – Lucas van Lierop, Stefan Kennedy en Alexander de Jong – vormden een perfecte eenheid en lieten ijzersterke staaltjes zang horen.

Na het beklemmende slot van Clemency leek Bernsteins lichtvoetige werk ver, ver weg. Maar juist dat scherpe contrast maakte deze double bill intrigerend en onderhoudend.

Trouble in Tahiti / Clemency is nog op 24 en 25 maart te zien in De Meervaart. Zie voor meer informatie de website van het Opera Forward Festival.

Vorig artikel

Een must: Trouble in Tahiti verfilmd

Volgend artikel

Opera in de media: week 13 van 2018

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

4Reacties

  1. Shmulik Lipniski
    23 maart 2018 at 10:04

    Bedankt voor de mooie recensie Jordi. Ik was zeer onder de indruk van Clemency. Wat een fantastische muziek.

    Ik zou graag willen weten in welke taal Abraham aan het begin zingt. In de recensie van de premiere (Opera Today) staat Hebreeuws, maar dat is het echt niet. Intrigerend.

  2. 23 maart 2018 at 12:11

    Ik vermoed Aramees. De bezoeker krijgt geen enkele aanwijzing over de gezongen taal of de betekenis.Een buitengewoon indrukwekkend werk, prachtig vormgegeven en schitterend uitgevoerd.Het verdient aanbeveling om van tevoren Genesis,Hst 18 te lezen. Trouble in Tahiti is ook de moeite waard. Een vondst om deze twee werken te combineren over een jong en een zeer oud echtpaar. Niet te missen. Er zijn nog kaarten voor 24 en 25 maart a.s.

  3. Pieter
    26 maart 2018 at 13:20

    In het libretto staat “pre-verbal, intangible voices, emerging into Abraham’s muezzin-like prayer”.

  4. 26 maart 2018 at 15:03

    Dank je, Pieter.Geen Aramees dus maar door de librettist zelf verzonnen formules die aan de taal voorafgingen en die in Abraham’s oproep tot gebed opduiken als ongrijpbare stemmen.