Operarecensie

Eliahu en Vermillion sieren Mahler

Dirigent Eliahu Inbal, de Düsseldorfer Symfoniker en mezzosopraan Iris Vermillion vertolkten afgelopen zaterdag in De Doelen in Rotterdam vol levenslust twee meesterwerken van Gustav Mahler: Lieder eines fahrenden Gesellen en de vijfde symfonie.

Mezzosopraan Iris Vermillion (foto: Robert Frankl).
Mezzosopraan Iris Vermillion (foto: Robert Frankl).

De Duitse mezzosopraan Iris Vermillion (1960) heeft een reputatie opgebouwd in het uitvoeren van Mahlers liederen en symfonieën met zang. Haar stem klinkt wonderschoon. Ze heeft een groot bereik en een warm stemgeluid, zowel in de diepte als in de hoogte.

Eliahu Inbal (1936), een dirigent met statuur, is net zo thuis in het Mahler-repertoire. Met het Radio Sinfonieorchester Frankfurt maakte hij opnamen van al zijn integrale symfonieën en won daarmee bekende cd-prijzen, zoals de Grand Prix du Disque.

Twee ervaren Mahler-interpretatoren dus. Dat was afgelopen zaterdag tijdens het concert met de Düsseldorfer Symfoniker in het kader van Operadagen Rotterdam heel goed te horen.

De matinee begon met Lieder eines fahrenden Gesellen. Een onbeantwoorde liefde leidde tot deze liederencyclus. Mahler leerde in 1883 als tweede dirigent aan het Koninklijk Theater van Kassel sopraan Johanna Richter kennen. Hij werd verliefd op haar, maar de liefde was helaas niet wederzijds. Met haar in gedachten schreef hij dit prachtige werk.

Aanvankelijk schreef Mahler de liederen voor zangstem en piano; de orkestratie volgde pas later. In 1896 ging die versie met orkest in Berlijn in première. Wij kunnen ons dat nu niet meer voorstellen, maar de critici vonden het destijds maar niks.

Van iemand van 79 jaar verwacht je dat hij spaarzaam omgaat met zijn energie, maar bij dirigent Eliahu Inbal was dat niet het geval. Soepel en vol enthousiasme leidde hij het grote orkest in keurige banen.

In het eerste lied, ‘Wenn mein Schatz Hochzeit macht’, trekt de gezel rond in de natuur om zijn liefdesverdriet te vergeten. Vermillions stem stond als een huis. In het tweede lied, ‘Ging heut morgens übers Feld’, kan de protagonist maar geen troost vinden in de natuur. Fraai, met gepaste expressie en zonder grote pathetiek, vertolkte de mezzosopraan dit onstuimige lied.

Akelig snijdend klonken de blaasinstrumenten in het begin van ‘Ich hab’ ein glühend Messer’. Even twijfelde je of Vermillion hier wel bovenuit zou komen, maar het lukte.

Het laatste lied, ‘Die zwei blauen Augen von meinem Schatz’, waar de gezel dan eindelijk tot rust komt onder een lindeboom, klonk wat ongeremd. Ik vind het lied op zijn mooist wanneer het gedragen wordt vertolkt. Het Duitse orkest had naar mijn idee te veel tempo en liet te weinig rustmomenten toe. En toch: kippenvel.

Na de pauze klonk de vijfde symfonie (1902). In dit treurige werk staat de wanhoop in het leven en de strijd van de mens centraal. Thematiek waar Mahler goed mee uit de voeten kon.

Het eerste deel, ‘Trauermarsch’, begon fors. De donkere tonen waren magnifiek en de bekende trompetsequenties voortreffelijk. Het befaamde trommelgeroffel viel wat weg. ‘Stürmisch bewegt’ knalde in zijn nerveuze energie. Bondig neergezet en vast in tempo.

De hoopvolle gedachte dat je kunt overleven in dit moeilijke bestaan is: het leven lief te hebben. Dat werd onder meer sprankelend muzikaal verbeeld in de virtuoze hoornsolo van het ‘Scherzo’. Ook het samenspel met andere blaasinstrumenten als de fagot en hobo was een feest om te beluisteren.

Het ‘Adagietto’, dat bekend is van de film Death in Venice van regisseur Luciano Visconti, bracht het publiek op het randje van de stoel. Inbal gaf er een eigen geluid aan: niet te zoet, met ruimte voor alle instrumenten, maar ook niet te speels.

Het ‘Rondo’ was in handen van de Düsseldorfer Symfoniker de volmaakte afsluiter. Vol van levenslust.

Vorig artikel

Minailo maakt minimalistische Semele

Volgend artikel

Operadagen Rotterdam: aan de slag voor ’16

De auteur

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik

Rudolf Hunnik is cultuurjournalist, filmprogrammeur en trainer. Hij schrijft voor onder meer de Gooi- en Eemlander, HDC Media, Cultuurpers en Place de l’Opera.