Operarecensie

Baselse jongeren verbeelden melancholie

In de Baselse voorstelling Melancholia drukken twintig jongeren met intens en fysiek spel de somberheid en apathie van hun generatie uit. Regisseur Sebastian Nübling spiegelt hun beleving aan de positiever getinte melancholie uit de barok. Holland Festival haalde de boeiende productie deze week naar het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam.

Scène uit Melancholia. (© Sandra Then)
Scène uit Melancholia. (© Sandra Then)

Melancholia geeft geen opbeurend beeld van de jongeren van onze tijd. Het programma omschrijft hen als de “Generatie Futloos, die haar dromen van een groots, zinvol en meeslepend leven bij voorbaat gesmoord ziet worden in het lethargische besef dat het sowieso niemand interesseert”.

Regisseur Sebastian Nübling ging voor het Theater Basel met twintig jongeren aan de slag om dat statement uit te diepen. Waar komt die melancholie en apathie vandaan? En heeft melancholie niet ook een schone, positieve kant?

Die laatste vraag wordt beantwoord door het gerenommeerde La Cetra Barockorchester uit Basel, dat onder leiding van specialist Andrea Marcon de “oude meesters van de melancholie” tot klinken brengt. Hun selectie barokmuziek, van onder anderen Monteverdi, Rossi, Eccles, Purcell en Dowland, toont de jonge mensen van vandaag dat melancholie ook een inspiratiebron kan zijn. Leuke link tussen heden en verleden: de musici hebben geen papieren partituren maar tablets op hun lessenaars staan.

De voorstelling heeft geen duidelijke verhaallijn. Het is veeleer één grote, multidisciplinaire expressie. De choreografie van Yves Thuwis speelt daarbij de hoofdrol. Thuwis laat de jongeren op een heftige manier over het toneel bewegen. Hun gebaren, handelingen en blikken moeten de worstelingen van hun generatie uitbeelden. Sommige bewegingen zijn moeilijk te plaatsen en hebben op mij een enigszins vervreemdend effect. Andere vondsten zijn helemaal raak. Het obsessieve streven naar een perfect figuur, het slaaf zijn van je smartphone, de korte aandachtsspanne, de desinteresse, de onverschilligheid: geweldig hoe treffend de jongeren dat belichamen en uitspelen.

Wat mij het meeste raakt, is de volstrekte lusteloosheid op de gezichten. De jongeren staren de zaal in met ogen die werkelijk dof zijn van lethargie. Aangrijpend, zeker in combinatie met de verdrietige klanken van La Cetra.

Countertenor Tim Mead beweegt zich tussen de jongeren door als een iets ouder type, die de wijsheden uit het barokverleden lijkt te willen doorgeven. Hij opent de voorstelling door op zijn telefoon de Méditation faite sur ma mort future van Froberger af te spelen en neemt vervolgens diverse solo’s voor zijn rekening. Schitterend zijn de a-capellapassages, waarin zijn volle, zuivere geluid heel de zaal magnetiseert.

Tim Mead in Melancholia. (© Sandra Then)
Tim Mead in Melancholia. (© Sandra Then)

Naast Mead zijn er nog vijf solisten, maar met een beperkter aandeel. Vooral sopraan Bryony Dwyer en tenor Nathan Haller (wat een gaaf en egaal geluid!) maken indruk op mij. Tussendoor zorgt één van de jongeren voor een bijna ongemakkelijk heavymetalvariant van een deel van John Eccles’ ‘I burn’. Wel passend bij de tekst.

Hoe treffend en expressief het gebeuren op het toneel ook is, na verloop van tijd begint voor mij het ontbreken van een verhaallijn – of überhaupt een lijn – te schuren. Ondanks creatief gebruik van live opgenomen en bewerkte videobeelden en intrigerende klankeffecten, komen het spel en de dans van de jongeren niet verder dan meer van hetzelfde, waarbij de neurotische lichaamstaal aardig op de zenuwen begint te werken.

In de gekozen muziekfragmenten lijkt meer verhaal en meer duiding te zitten, maar door de afwezigheid van boventiteling krijg je slechts brokjes van de teksten mee (als de zangers verstaanbaar zingen, wat lang niet altijd het geval is). Zeker, de kracht van de muziek alleen is niet mis te verstaan, maar de teksten hadden mijns inziens niet zo genegeerd moeten worden. Naar de betekenis ervan blijf je gedurende de avond gissen.

Niettemin biedt Melancholia een fascinerend visueel portret van jonge mensen van nu. Daarbij verdienen de jonge mensen zelf de grootse pluim. Hoe zij bijna twee uur lang de regie en de choreografie met volledige overgave en toewijding weten uit te voeren, is een tour de force. Iets wat toch nog een opbeurende lichtstraal werpt op het negatieve statement van waaruit de voorstelling vertrok.

Zie voor meer informatie over de programmering van het Holland Festival www.hollandfestival.nl.

Vorig artikel

Opera in de media: week 25

Volgend artikel

Grachtenfestival 2016 gepresenteerd

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.