Steef de Jong: “Operette is nodig!”
Op 5 oktober gaat in De Nationale Opera & Ballet in Amsterdam een heel speciale voorstelling in première. Het is een herinstudering van de enorm succesvolle productie, Operetta Land, die theatermaker Steef de Jong samen met librettist Paulien Cornelisse in 2022 maakte.

Niet uitgespeeld
De Jong presenteert een sprookjeswereld van bordkarton en papier met een typisch operetteverhaal van een koningin die opzoek is naar een huwelijkskandidaat voor haar geadopteerde dochter en de strijd moet aangaan met een boosaardige koning uit het buurland Operanië. Persoonsverwisselingen, absurde plotwendingen en bovenal prachtige operettemelodieën zorgen samen voor een verrukkelijke voorstelling voor jong en oud. Fantasie kent geen grenzen. In 2022 waren er zes voorstellingen, allemaal uitverkocht.
Steef de Jong: “We waren nog niet uitgespeeld dus ik ben heel blij dat we terug zijn. Het voelde heel goed vanaf het begin, maar ook wel een beetje vreemd. Op sommige momenten tijdens de repetities was ik ervan overtuigd dat we iets op een bepaalde manier hadden gedaan, maar het voelde niet goed. En dan viel ineens het kwartje; “Zó hebben we het gedaan!’ Natuurlijk had ik de video’s van de vorige keer bekeken, maar je wilt toch niet een exacte kopie van de vorige voorstelling maken en daarbij hebben we drie nieuwe mensen in de cast. Soms had ik echt geen idee meer, maar het bijzondere is dat dan je spiergeheugen in werking komt en je als vanzelf de goede bewegingen, het specifieke loopje, de bepaalde interpretatie van een stukje weer terugvindt. Maar het voelt ook alsof je toch weer aan het creëren bent en dat het weer iets nieuws wordt. Ik ben niet voor niets ‘de Verzinner’ in de voorstelling.

Overal bij betrokken
Ik bemoei me overal mee. Ik ben regisseur, bedenker, ontwerper en ben overal bij betrokken. Maar in dit bedrijf is zoveel expertise op alle gebieden dat je maar een half woord nodig hebt om duidelijk te maken wat je wilt. Toneelmeester Wim Kuipers liet mij drie jaar geleden zien wat er allemaal mogelijk was. Trekwanden, heftonelen, het kon allemaal niet mooier. Maar ik wil graag dat het publiek ziet dat mijn voorstellingen ook allemaal handwerk en mensenwerk zijn. Je moet zien dat mensen aan touwtjes trekken, dat je het voor je ogen ziet gebeuren met een soort kinderblik. Het hoeft niet levensecht te zijn, zolang het de verbeelding maar op gang brengt.”

Een operette maken in een van de best geoutilleerde theaters in Europa is een heel eind weg van de eenvoudige eerste theatrale stappen van Steef de Jong. Nog tijdens zijn opleiding aan de Rietveld Academie kwam hij in aanraking met opera en werd erdoor gegrepen. Operette kwam in zijn leven toen hij van zijn grootouders een verzameling langspeelplaten kreeg met operette, Marco Bakker in Operette Land bijvoorbeeld. Hij begon ervan te dromen een productie van Der Zarewitsch in Wenen te maken met alles erop en eraan, maar de werkelijkheid was heel anders.
SdJ: “Mijn eerste voorstelling in 2012 moest ik uit noodzaak van karton maken. Er was gewoon geen geld voor iets anders. Het stimuleerde mijn fantasie enorm. Ik begon kostuums als uitklapborden te maken die een soort spanning, een soort cliffhangers werden. Wat zit erachter, wat wordt er uitgevouwen? Dat is nu door de jaren heen mijn handelsmerk geworden. Het is waarvoor ik bewust heb gekozen, dus toen ik bij De Nationale Opera een voorstelling mocht maken wilde ik mijn soort voorstelling maken. Maar ik maak wel gebruik van de moderne mogelijkheden. Zo moet ik in het begin van de voorstelling met de fiets uit de lucht landen in Operetta Land, maar als je op toneel moet landen moet er juist een vloerdeel omhoogkomen. Dat kan hier allemaal.”

Je speelt én zingt zelf ook in de voorstelling, als de Verzinner, Lady Kant en Venus. Hoe is dat voor jou om naast al die professionele operazangers te staan?
SdJ: “Oh, (gespeeld beledigd) vind je dat ik zo slecht zing dan? Ik geniet er enorm van hoe zij allemaal zingen. Ik hou van zingen, alle soorten zang, maar ben niet klassiek geschoold. Ik vind dat je iedereen moet aanmoedigen te zingen. Bij Offenbach stonden ook altijd allerlei verschillende soorten zangers in zijn voorstellingen en voor de operettes van Gilbert en Sullivan heb je ook een bepaald, vaak lichter soort zangers nodig, maar je moet het wel serieus nemen. Ik kwam er bijvoorbeeld achter toen ik met de dirigent en het orkest ging werken dat ik altijd een verkeerde noot had gezongen!

Operette is nodig!
Sinds ik die grammofoonplaten kreeg ben ik echt gek op operette, maar ik ben te jong om de professionele operette in Nederland mee te hebben gemaakt; de Hoofdstad Operette bestond al niet meer. Het is vreemd dat er in de tweede helft van de vorige eeuw ineens op operette werd neergekeken, terwijl het vaak moeilijker is dan opera – niet alleen omdat je moet spreken, zingen én acteren, maar ook omdat de muziek alle kanten op kan zwieren. Maar het genre werd in Nederland niet vernieuwd en daarmee werd de aandacht minder, kwamen er geen jonge mensen meer kijken en verdween de operette. Ik ben ervan overtuigd dat er weer een opleving zal komen. Operette is namelijk nodig!

Schoonheid met betekenis
Operette was van oudsher een kunstvorm waarin veel kritiek op de maatschappij kon worden gegeven. Er is altijd wel een dienstmaagd die het gedrag van de adellijke heren niet langer pikt, er is in alle operettes politiek commentaar te vinden. Zo zie je bij veel operettes van Offenbach, al dan niet verhuld, kritiek op Napoleon III. Daarnaast zit er in de Weense operettes een duidelijk verlangen naar het oude Keizerrijk, het Habsburgse rijk, met huzaren, gravinnen uit exotische Balkanlanden. Het is allemaal met lichtheid en humor, maar het gaat vaak in operettes om het loskomen uit rolpatronen en als Lehár of Strauß nu zouden leven, weet ik zeker dat hun operettes vol queerrelaties zouden zitten. Operette gaat tegen alle conventies in: alles moet mogen. Het is schoonheid mét betekenis.”

Ik heb begrepen dat jouw jeugddroom werkelijkheid wordt en dat je in Wenen, aan de Volksoper, een operette gaat regisseren.
“Ja, de Zarewitsch van Franz Lehár, maar dan wel op míj́n manier, dus met veel papier, karton en verbeelding. Ik zou dat ook graag in Amsterdam willen doen, een klassieke operette van Lehár en we zijn al wel een beetje in gesprek over een nieuwe voorstelling. Ik denk dat operette zich heel goed leent om te actualiseren en ik weet zeker dat er weer een opleving komt. Het is belangrijk om het zo te doen dat iedereen het beleeft als mensen van nu, met smaak van nu, de kijk op theater van nu. Dan komt het jongere publiek wel terug”.

Steef de Jong zet zijn missie voort op 5 oktober met Operetta Land, met verdere voorstellingen tot en met 23 oktober in De Nationale Opera & Ballet in Amsterdam.
Verder kijken, luisteren en lezen
Achter de schermen bij Operetta Land.