Zoals bekend: Steefs Operetta Land
Voor wie bovenstaande titel niet rijmt: u had ’m dus ook gemist de eerste keer, drie jaar geleden. Ook ik had me daar schuldig aan gemaakt en dat gaf wel wat gewetenswroegingen. Gelukkig heb ik drie jaar na de première van Operetta Land van Steef de Jong mijn schuld kunnen vereffenen door de herneming te bezoeken, die zondagmiddag in première ging bij De Nationale Opera, en nog zes keer te zien is.

Operette over operette
In het programmaboekje noemt dirigent Aldert Vermeulen de voorstelling een operette over operette, en dat is het precies. De voorstelling reflecteert op wat operette vaak wil zijn. Omdat Steef de Jong als verzinner optreedt, wordt het gereflecteerde direct ook werkelijkheid: de dingen gebeuren ook in de voorstelling zelf – die dus ook vanzelf een operette wordt. Fijn metatheater dat toegankelijk is en direct een goede introductie vormt tot het genre. Er ontstaat “als vanzelf” een verhaal rijk aan details, fantasie, humor en vernuft. De voorstelling is geschikt voor kenners en leken, jong en oud.
Maar niet alleen in het verhaal is er veel herkenbaarheid, ook muzikaal wordt er een schatkist open getrokken van typische operettemuziek. De operettes waar vooral uit is geput, zijn Der liebe Augustin van Leo Fall, en voor de finales Das Spitzentuch der Königin van Johann Strauss. Niet de meest bekende werken (zelfs voor insiders), maar de muziek is in zijn eigenheid zonder meer herkenbaar genoeg. Trouwens, componisten als Offenbach, Sullivan en Lehár zijn evengoed vertegenwoordigd in het muzikale aanbod.

Daarbij valt het op hoe fris en goed alles is gedaan. Muzikaal is het Nederlands Kamerorkest, onder leiding van Vermeulen dus, in geen enkele van de (vele) valkuilen van het genre getrapt. Een al te strakke wals, enthousiast gedreun, of juist voorzichtig en net spel zijn stuk voor stuk bekende strikken waar Vermeulen het orkest vakkundig omheen heeft geleid. De walsen hebben bij hem een enorme zwier. Het inhouden en weer laten gaan heeft Vermeulen in de vingers en dit voelt fris en authentiek aan. De melancholie in een aria als Dit is mijn hart (Ich schenk’ mein Herz) van Millöcker, gezongen door Elenora Hu, is tastbaar. Vermeulen laat het orkest hier vol klinken, maar niet zwaar. Bij een ander stuk wordt er ingehouden gespeeld, met om de zoveel tijd een enthousiaste uitbarsting met roffel. Dit is operette hoe het bedoeld is en het klinkt zo natuurlijk en zelfs hedendaags, als de juiste mensen ermee bezig zijn.

Verhalen in operettes: een traditie?
Zoals De verzinner ons duidelijk maakt: in de verhalen van operettes gebeuren dingen vaak volgens een vast patroon. Er is een probleem, de oplossing wordt gezocht in een verkleedpartij, het verhaal wordt zo ingewikkeld dat je het bijna niet meer kan volgen, maar aan het eind komt alles toch nog goed. Hoewel niet iedere operette voldoet aan deze clichés, tikken de meeste operettes ze wel aan (wat zowel grappig als afgezaagd kan zijn). Ook het verhaal van Operetta Land betreedt als metatheater dus deze gebaande paden, maar dat blijkt tot een prima te genieten verhaal te leiden. Dat geeft hoop voor al die operetteverhalen die nu nog als belegen worden gezien, maar wellicht simpelweg moeten worden herontdekt. Sleutelbegrippen zijn het over de top gehalte (bijvoorbeeld het achtergrondverhaal van prinses Galathea dat in een adembenemende scène in een minuut of twee erdoorheen wordt gejaagd) en het extreme absurdisme (bijvoorbeeld een vogel die voor de plot in een mens moet worden veranderd); het pakt geweldig uit in deze voorstelling.

Het is heel boeiend hoe De Jong op een subtiele manier eigenlijk volkomen blijkt aan te sluiten bij de oorspronkelijke bedoelingen van operette. Bij Offenbach ging het erom de opera van zijn troon te stoten: er woei een frisse wind bij het nieuwe operettepubliek en dat maakte enthousiast natuurlijk. Deze vorm van satire zit ook in Operetta Land, waar de Koning van Operanië (een fijn brommerige Frederik Bergman) het ankerpunt vormt van een hele stroom sneren naar het concurrerende genre.

Het doel van operette was ook te gaan schuren met goede normen. Zo liet Offenbach tekst en stijl met elkaar conflicteren in plaats van (wat tot dan toe gebruikelijk was) harmoniseren. In deze voorstelling zien we dat bij het terzet Ik ben de koningin-regent waar er op een uitbundige manier gezongen wordt over een lege schatkist. De koningin wordt gespeeld door bariton. Maar ook een stuk activisme, vaak betrekking op verboden liefdes of oneerlijke machtsverhoudingen, zit in deze voorstelling: twee mannelijke personages krijgen een romance en er zit zelfs een zoen in. Zeker activistisch voor een familievoorstelling.

Het spannende van met iets nieuws bezig zijn, het idee dat alles kan, het nonchalant omarmen van clichés en een onweerstaanbare vrolijkheid zijn stuk voor stuk doelen die operettes typisch wilden halen, en die De Jong met deze voorstelling stuk voor stuk weet af te vinken. Een simpel verhaal is het dus geenszins. Eerder een slim doordacht, rijk en revolutionair verhaal. Door Paulien Cornelisse, u welbekend, voorzien van tekst. (Dat deed ze geweldig, want de tekst loopt de hele voorstelling fijn door, is natuurlijk, is grappig maar bovendien: is er voortdurend op gericht je in het verhaal mee te krijgen.)

Uitstekend decor, betrouwbare zangers
In zijn voorstellingen gebruikt Steef de Jong altijd eigen vervaardigd decor van karton. Deze keer kreeg hij een beetje hulp van het decor-atelier van DNO. Het decor is een lust voor het oog. In het eerste bedrijf verschijnt er een iconische kartonnen toren, in het tweede bedrijf een prachtige Franse tuin, in het derde een eetzaal, alles in de mooiste kleuren en effectieve belichting. (Er wordt trouwens zonder pauze gespeeld en dat kan voor sommige bezoekers wel wat lang zijn.)
De zangers droegen deze originele voorstelling ook met verve. Net als de eerste keer tekenden Raoul Stefani voor de rol van de koningin, Laetitia Geraerts voor de rol van Graaf Lothar, Marc Pantus voor de Minister van Financiën en zoals gezegd Frederik Bergman voor de gevaarlijke Koning Pygmalion. De Jong zelf speelde weer Verzinner, Lady Kant en Venus. Nieuw in de cast waren Aaike Nortier en Steven van der Linden, beiden van De Nationale Opera Studio. Ze kregen een heggenschaarduet voor hun rekening, en mochten later verschijnen als Sir Taki respectievelijk Prins Nicola.

De originele, grappige, revolutionaire, prachtige voorstelling kon op deze betrouwbare cast bouwen. Zorg dat u er bent: Steefs Operetta Land!
Nog zes keer te zien in De Nationale Opera &Ballet in Amsterdam, op 7, 10, 12 15, 20 en 23 oktober. De voorstellingen op 10 en 12 oktober zijn uitverkocht.
Operetta Land is te beluisteren bij NPO Klassiek op 18 oktober.
Verder kijken, luisteren en lezen
Video trailer van Operetta Land
Een kijkje achter de schermen bij Operetta Land.
Interview met Steef de Jong over Operetta Land.
Place de l’Opera over Operetta Land in 2022.