Achtergrond

Mijn Wagner: Lohengrin

In een serie kijkt Peter Franken terug op zijn favoriete voorstellingen van de tien opera’s uit de Wagnercanon die hij in het theater heeft gezien. In deel drie van zijn Wagnerherinneringen: de rattenproductie van Lohengrin uit Bayreuth.

Scène uit Hans Neuenfels’ Lohengrin voor de Bayreuther Festspiele. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

Lohengrin heb ik in negen verschillende ensceneringen in het theater gezien. Aan die van Robert Carsen voor de Opéra national de Paris in 1999 bewaar ik goede herinneringen. Jammer dat Waltraud Meier zich op het laatste moment liet vervangen door Elisabeth Connell. Het zou tot de Bayreuther Festspiele van 2018 duren voordat ik Meier eindelijk eens als Ortrud kon beleven. Het betrof de nieuwe productie in de regie van Yuval Sharon met het zeer klassiek vormgegeven toneelbeeld van het echtpaar Neo Rauch en Rosa Loy.

De herneming van Pierre Audi’s Lohengrin in 2014, twaalf jaar na de première in 2002, was een aangename verrassing, veel beter dan de uitvoering die in mijn herinnering was blijven hangen. Maar mijn voorkeur gaat uit naar de productie van Hans Neuenfels die in 2010 in première ging tijdens de Bayreuther Festspiele. Het is die met de ratten, een detail waarmee het toneelbeeld bij menig wagneriaan onmiddellijk in de herinnering wordt teruggebracht. Ik bezocht de voorstelling die tijdens de Festpiele van 2015 live werd uitgezonden en later ook op blu-ray is verschenen.

Vooraf had ik het één en ander gehoord over deze productie, wat voornamelijk neerkwam op negatief commentaar op de alom aanwezige ratten. Het gehele Brabantse volk werd ten tonele gevoerd in een rattenkostuum, waarbij figuranten gekleed als werknemers van het ‘sanitation department’ optraden als een soort bühneregisseurs. Ze dirigeerden zowel de ratten als de hoofdrolspelers in de door hen gewenste richting, meestal het toneel af.

Telramund en Ortrud werden als enige representanten van de lokale bevolking neergezet als gewone mensen, met dien verstande dat Telramund in de derde akte toch ook een rat was geworden en in die uitmonstering Lohengrin in de bruidskamer te lijf wilde gaan.

Waar staat dit voor? Ach, bij ratten kun je je van alles voorstellen, bijvoorbeeld een maatschappij zonder ethisch besef. Het maakt me niet zo veel uit: die Brabanders staan alleen maar op het toneel omdat er een koor nodig is, verder zijn het binnen de handeling vrij onbeduidende figuranten.

Normaal gesproken neig ik naar een benadering waarbij niet zozeer de figuur Lohengrin centraal staat, maar Ortrud. Voor haar kan ik het meeste begrip opbrengen. In deze productie is de interactie tussen Elsa en Lohengrin echter zo sterk – en wordt met name Elsa neergezet als een vrouw die zich ten volle bewust is van hetgeen zich afspeelt, in plaats van een wezenloos type dat nergens weet van lijkt te hebben – dat mijn belangstelling voor Ortrud al snel verdampte. Dat werd in de hand gewerkt door het feit dat ze vrijwel onmiddellijk na te zijn voorgesteld aan koning Heinrich ‘van het toneel werd gestuurd’.

Neuenfels’ productie verscheen ook op dvd en blu-ray.

Datzelfde overkomt kort daarna de rest van de cast, zodat Lohengrin en Elsa alleen op het toneel achterblijven. Dat geeft later enige frictie met hetgeen Lohengrin zal zingen bij aanvang van de bruidsnacht, maar een kniesoor die daarop let.

Lohengrin zingt indringend ‘Nie sollst du mich befragen’ en schudt Elsa later zelfs lichtjes door elkaar als hij uitroept: ‘Elsa, hast du mich wohl vernommen?’ Op dat moment kreeg ik het gevoel dat de opera verder zou gaan over dit liefdespaar, waarbij de rest van het verhaal slechts als franje zou dienen.

In de tweede akte is er een bijna fysieke strijd tussen Ortrud en Elsa, die door Ortrud in haar voordeel wordt beslecht. Door de kostumering lijkt het op een pas de deux van een witte en een zwarte zwaan, maar dan grimmig. Elsa zakt in elkaar en wordt, om de vernedering compleet te maken, tot haar afgrijzen door Ortrud vol op de mond gekust. Dat Ortrud in haar opzet is geslaagd, blijkt uit het vervolg: Elsa wordt beheerst door twijfels met betrekking tot Lohengrin en houdt hem verder op afstand, hoezeer een ander deel van haar persoon dat eigenlijk niet wil. Deze innerlijke tweestrijd is door regisseur Hans Neuenfels prachtig in beeld gebracht. Als in de derde akte alles verkeerd gaat tussen die twee, zie je zowel Lohengrin als Elsa steeds wanhopiger worden.

Op dat moment ging bij mij de knop om en keek ik naar een zeer bijzondere versie van de Holländer. Lohengrin is in niets meer de door god gezonden held die slechts de graal moet dienen. Hij is een halfengel die wanhopig probeert een gewoon mens te worden en dat alleen kan via de liefde van een vrouw. Hij heeft dat kennelijk net als de Holländer al bij vele vrouwen geprobeerd en ziet nu ook deze nieuwe poging mislukken. Hij reageert wanhopig, net als Elsa overigens.

Muzikaal stond de voorstelling op een hoog niveau, met Petra Lang als een overtuigende Ortrud en Annette Dasch als een schitterende Elsa, acterend en zingend. Klaus Florian Vogt was als Lohengrin de ster van de show. Een ovatie met veel voetgeroffel was zijn deel.

Vorig artikel

Opera in de media: week 15 van 2020

Volgend artikel

Impresario: het grote probleem is volgend seizoen

De auteur

Peter Franken

Peter Franken