Jennifer Williams vernieuwt net als Gluck
De Amerikaanse regisseur en theatermaker Jennifer Wiliams staat aan de vooravond van haar eerste operaregie in Europa. Op zaterdag 13 april gaat in Enschede bij de Nederlandse Reisopera Orphée et Eurydice van Gluck in première. We spraken over haar concept en haar manier van werken. Haar regies zijn vaak locatie specifiek, dus een reizende productie is ook nieuw voor haar.
Jennifer Williams: ‘Ja, wow, het is best een groot iets en ik ben erg opgewonden. Het is geweldig om zoveel mensen te bereiken en het publiek begint weer terug te komen naar de theaters. Veel gezelschappen zijn bezig zichzelf te heroriënteren en over de toekomst van opera na te denken, dus het is echt belangrijk om het publiek te ontmoeten op hun locaties en ze echt bij de voorstelling te betrekken. Het is echt heel fijn om mijn locatie specifieke producties nu met een reizende installatie te maken. Ze zijn heel erg verbonden met elkaar in mijn hoofd. Ik voel me als regisseur niet zo aangetrokken tot traditionele scenografische voorstellingen. Ik houd niet van decors en ik ben een echte interdisciplinaire kunstenaar en geïnspireerd door inclusieve ervaringen waarbij ik de unieke topografie en architectuur van een ruimte omarm.
Ik denk dat het leuk is voor een publiek dat ook graag naar museums gaat en ik denk dat het publiek een eigen plek krijgt in de voorstelling en niet alleen als een anonieme groep toeschouwers is. Ik denk dat het publiek unieke ervaringen leuk vindt.
Hoe ga je te werk?
De Reisopera is een perfecte partner voor dit project. Ze hebben echt een ruimte gecreëerd voor kunstenaars om te experimenteren en te vernieuwen wat precies is wat Gluck met deze opera wilde. Hij was een grote vernieuwer.
Collectief
De samenwerking met dirigent Sascha Goetzl is een enorm groot genoegen. Hij duikt in alle lagen van elk personage en ik zoek zelf ook in de partituur naar elk pad, om uit te vinden wat er in de muziek gebeurt. De drie solisten, Yaroslav Abainov, Kristina Bitenc en Lucía María Cartón brengen ook veel ideeën mee en in de repetities hebben we samen gezocht naar wat er onder de oppervlakte van deze rollen lag. Gluck geeft ook zoveel aan om verder in te duiken. Het is een lang proces om steeds weer een laag te ontdekken. Ik ben een regisseur die graag met een collectief werk. Dat komt door Chicago, waar ik mijn regiecarrière begonnen ben en waar het collectief werken heel belangrijk is.
Op de eerste dag van de repetitie vertel ik dat ik een regisseur ben die echt geïnteresseerd is in de ideeën van iedereen. Dat is soms een schok, maar het is goed om zo een authentiek werk voor iedereen te maken omdat iedereen zijn of haar inbreng heeft. En daar gaat het om; een authentiek werk maken. Daarvoor komen de mensen naar de opera.
Concept
In deze Orphée is een belangrijk aspect dat ik graag met multimedia kunstenaars werk waarbij ik heel zorgvuldig medewerkers om me heen heb gezocht die ook allemaal veel van muziek houden. Ik houd van theater en opera heeft de unieke mogelijkheid om het emotionele traject en de unieke structuur die muziek biedt samen te brengen. De productie moet de zangers en de orkestleden optimaal ondersteunen. Alle medewerkers zijn mensen die een muzikale achtergrond hebben en begrijpen waarom wij opera maken.
Het idee van installaties is belangrijk voor me. Toen de Reisopera mij vroeg om Orphée te regisseren, was ik zo opgewonden omdat het verhaal dat naar de onderwereld lijdt een droom is voor elke regisseur. Het is een ongelofelijk verhaal. De held die het hele universum aan durft uit naam van de liefde. Het is een verhaal dat juist nu ook heel zo goed bij ons past omdat iedereen in het publiek verdriet, rouw heeft ervaren juist in de laatste jaren. Rouw is een deel van ons bestaan geworden en is moeilijk af te schudden; we dragen het allemaal met ons mee.
Kunstenaar
In mijn concept gaat het om de kunstenaar (zanger Orphée) die opstaat tegen zijn rouw om zijn liefde tegen beter weten in probeert te redden. Maar wat ik tijdens het maakproces ontdekte, laag voor laag, is dat het niet alleen om Orphée’s verhaal gaat. Ik denk dat het een groot misverstand is om te denken dat het alleen om hem gaat. Belangrijk daarbij is wat Gluck ons vertelt. Het is heel anders dan hoe Monteverdi Orfeo’s verhaal vormgeeft.
Eurydice is geen onzichtbaar personage. In het derde bedrijf van Glucks versie in het bijzonder, gaat het echt om haar perspectief en haar ervaringen. Ook L’ Amour is een heel belangrijk karakter met haar eigen pad. Dus het is echt een ensemble werk waarin alle drie helden zijn.
L’Amour begint als een baken en icoon van alles wat wij ons bij de liefde voorstellen en verwachten en dat ook op haar projecteren. Als zij, de liefde, terugkomt is ze net zo verscheurd als Orphée en ontmoeten ze elkaar als gelijkwaardigen.
Het is bijzonder hoe Gluck het moment waarop Orphée van L’ Amour vraagt wat zij van hem wil, orkestreert. Dat is een heel confronterend moment. Ik denk dat iedereen wel een moment kent waarop je oog in oog met de liefde staat en vragen: ‘Wat wil je van ons?’ Het is een heel menselijk moment. Daarop besluiten ze samen, door de kracht van de liefde, Eurydice te laten ontwaken, maar het is ook Eurydice zelf die steeds weer voor de liefde kiest.
Depressie
Veel regisseur bijten zich vast in de paar woorden die ze heeft over jaloezie, maar dat is een seksistische kijk op haar. Het zijn juist heel menselijke momenten en het begin van de beschrijving van een paniek aanval die ze heeft waar ze kortademig is en het ijskoud heeft. Het is niet alleen een bovennatuurlijk moment, het is vanuit mijn moderne perspectief juist een vrouw die vecht met spanningen en depressie. Dat is haar conflict, niet de essentie van wie ze is, maar een conflict waarin ze vecht tussen liefde, spanning en depressie.
De manier waarvoor ik gekozen dit te ensceneren is dat ik de voorstelling in stilte begin nog voor de eerste maat van de muziek en we zien Eurydice haar eigen leven heeft genomen. Dat zien we in een kort snapshot. Dan wordt het zwart en begint de opera met de zoektocht van de rouwende Orphée die haar probeert te redden. Daarom is hij ook zo bang haar opnieuw te verliezen als hij later niet naar om mag kijken. Hij heeft haar op die manier al eerder verloren.
Veel in de opera gaat dus ook over angst en twijfels naast de liefde.
‘Absoluut. Angst en twijfel zijn fundamentele menselijke hindernissen die iedereen ervaart. Maar wat we najagen is liefde, vreugde en de mogelijkheid van een nieuwe dag. Juist nu, nu we weer terugkeren in de theaters na de pandemie en alles wat er aan vreselijks in de wereld gaande is, maakt dit verhaal van het confronteren van je angsten om de mogelijkheid van liefde te vinden en wat liefde te bieden heeft zo bijzonder en actueel.
Hoe ga je dit op het toneel allemaal visualiseren?
‘Om te beginnen wilde ik met een kinetisch beeld werken dat zich gedurende de voorstelling door middel van video steeds opnieuw vormt. Daarvoor komen een aantal specialisten samen. Yoko Seyama is onze scenograaf en ze heeft een heel interessant elastisch structuur bedacht. Samen met haar videograaf (Wolf Bittner)laat ze die structuren door middel van licht verdwijnen en aanpassen in alle fases van het verhaal in de onderwereld.
Leegte van de rouw
Het eerste bedrijf speelt zich af in de leegte van de rouw. Op een glimmende zwarte ondergrond, die dankzij de prachtige belichting van Alex Brok op water lijkt, zien we hoe Orpheé de dode Eurydice vindt, tussen twee lavendelkleurige laser lichtkolommen. Dat licht wordt een motief in de voorstelling.
Daarnaast heb ik het koor de rol van een Grieks koor gegeven. De koorleden en dansers ( in choreografie van Pim Veulings) zijn de verklanking en vertolking van intens verdriet en rouw. Zij kruipen uit de leegte en we zien in verschillende vormen steeds terugkeren. Ze zijn als De Rouw eerst gekleed in lange jassen die ze uit doen om hun ware aard van verdriet en rouw en hun strijd daarmee tonen. Dan zien we ze in heel dunne witte gewaden die door ontwerper Sanne Oostervink heel specifiek op ieder individu ontworpen zijn, met beschilderingen als de vlekken die verdriet bij een ieder van ons achterlaat.
De eerste keer dat Orphée L’amour tegenkomt loopt zij op stelten. Lucía Martín-Cartón heeft leren steltlopen speciaal voor deze voorstelling. Ze heeft een bijna doorzichtige jurk aan die van binnenuit oplicht. Zij is dus die bron van licht waar we tegenop kijken. Orphée krijgt een soort rockstar jas van De liefde. Dat is een beetje het wat traditionelere beeld dat we vaak van Orphée als popster te zien krijgen. Het is een groot musicus en dat is onze Orphée, Yaroslav Abaimov ook, maar die jas moet meer aangeven dat hij, net als wij allemaal, een bijzonder individu is en dat wij allemaal door middel van zelf expressie, door middel van het lied dat liefde is, zoals Orphée dat gaat doen, de strijd met het universum kunnen aangaan.
Kristina Bitenc, de Eurydice, is een ook supersterke actrice, alle drie de castleden zijn iets bijzonders. Ze moeten allemaal hun jassen afleggen om hun ware status van rouw en verdriet te tonen in hun gevecht daarmee. En dan onthullen we de elastische creatie van Yoko Sayama en zijn we in een totaal andere wereld en dan zijn we in Elysium. Ik heb een andere kijk op Elysium, niet kalm en idyllisch maar zoals in de muziek van Gluck, melancholisch en spookachtig.
Onderwereld
Daar is Eurydice die voor het eerst geconfronteerd wordt met de Onderwereld. Ze gebruikt haar tekst om zich op gemak te voelen in die omgeving. Ze weet natuurlijk niet dat Orphée zoekt in De Onderwereld dus de glimmende vloer die voor de leegte stond, is veranderd in wolkendek onder haar. Het enige van kleur is een rood doorzichtig doek, hetzelfde rood als van haar kostuum. Het is alsof Eurydice een draad heeft, dat Orphée de kans geeft haar te vinden, zoals Ariadne in de Odysee. Gluck geeft in de muziek een prachtig moment aan waarop Eurydice verdwijnt en Orphée een tel later verschijnt. Die gemiste verbinding vind ik interessant. Dan smeekt Orphée het universum om hem met Eurydice te vereniging en het Universum herenigt de geliefden. Ze zijn samen in dat rode doek, dat helemaal tot in de coulissen loopt. Dit moment, waarop ze elkaar vinden, maar elkaar niet mogen zien. Dat is zo’n aangrijpend moment. Dan neemt de muziek van Gluck een heel andere wending.
Mijn taak als regisseur is om die heel verschillende werelden bij elkaar te brengen. We waren bij de rivier de Styxx, kwamen in Elysium en in het laatste bedrijf gaan we als het ware naar een verboden, onbekende wereld en is er geen kaart om de weg te wijzen. Ze worden door de video installatie en de sculptuur weggeleid naar het licht, maar het is via het licht aan het eind van de tunnel en via de elastische structuren dat we alles vanuit het perspectief van Eurydice zien. Het is alsof haar angsten via de lijnen in de elastische sculpturen en in het licht worden aangewakkerd en ze laat de hand van Orphée los. Ze kiest voor de tweede maal voor haar eigen dood. Maar het zijn eigenlijk de goden die dat doen.’
Maar hoe komen we dan naar een ‘happy end’?
‘Als L’ Amour verschijnt krijgen we van Gluck een trio dat niet meteen een vreugdevol trio is. L’Amour is letterlijk van haar stelten gevallen en is niet langer het baken van licht. Ze is net als Orphée en Eurydice compleet verscheurd. Ze toont de andere kant van de liefde. Het is dat moment waarop wij als mensen ook vaak verscheurd zijn door de liefde. Ze vraagt Orphée om dat laatste sprankje hoop niet te laten varen. Daarop kiest Eurydice voor het leven en de liefde. Dat is het belangrijke moment in het trio ‘Tendre amour..’ Gluck geeft het trio muziek die zo georkestreerd is dat het de tedere liefde weerspiegelt, maar ook de broze liefde. Harmonisch is het zo opgebouwd dat de muziek langzaam overgaat van een instabiele, schaduwachtige sfeer naar iets warmers, zonniger en zekerder. En zo komen we uit bij ‘L’ Amour triomphe..’
In het trio moet eerst het conflict opgelost worden voordat de liefde overwint. Ik geef daarmee hopelijk ook het publiek het idee mee dat je eerst hindernissen moet overwinnen om hoop te vinden. Waarschijnlijk had ik jaren geleden, voor wat er allemaal gebeurd is in de wereld, deze scene anders gezien, maar nu vind ik het heel belangrijk dat wij als kunstenaars de weg naar hoop, naar optimisme, aangeven voor het publiek. We moeten het zien als een sociaal project waarbij we samen aan een nieuw hoofdstuk beginnen. Een nieuwe manier van kijken naar liefde, naar hoop, begrippen die echt heel belangrijk zijn een in beweging voor nieuwe sociale rechtvaardigheid. Dat is het mooie van opera en theater in het algemeen. We hoeven het niet in de schouwburg op te lossen, maar we kunnen er verder over nadenken. ‘
Verder kijken, lezen en luisteren
Mini documentaire over Orphée et Eurydice
Kristina Bitenc zong in 2015 ook Eurydice bij de Nederlandse Reisopera
In 2022 maakte Kristina Bitenc veel indruk in Brittens A midsummer night’s dream bij Opera Zuid.
Yaroslav Aibamov was een hartstochtelijke Lenksi in de pocket Onjegin van de Nederlandse Reisopera.