BuitenlandOperarecensieReisverhalen

Macbeth slaagt niet in Teatro alla Scala

Verdi’s Macbeth in de schitterende Scala in Milaan, met ster Valery Gergiev op de bok. Wat wil je nog meer? Helaas, hoe mooi het ook leek op papier, de première op 28 maart was een tegenvallende avond. Niet het minst door de knullige regie.

Lucrezia García en Franco Vassallo (foto: Brescia-Amisano / Teatro alla Scala).

Een bezoek aan de beroemde Scala in Milaan is altijd bijzonder. Het traditierijke operahuis in het hart van de Noord-Italiaanse metropool bezit een unieke, meer dan tweehonderd jaar tellende geschiedenis, met wereldpremières van voorname werken, optredens van de grootste diva’s en divo’s en talrijke legendarische schandalen. En dat niet alleen: de elegante schoonheid van het auditorium en de foyers heeft een krachtig aura, dat je geheel bevangt als je binnenkomt.

Helaas was de recente première van Giuseppe Verdi’s Macbeth in de originele, Florentijns versie uit 1847 – die op een paar interessante punten verschilt van de vaker gespeelde Parijse versie – een grote teleurstelling.

Voor de enscenering had men de Italiaanse regisseur, acteur en schrijver Giorgio Barberio Corsetti aangetrokken, die samen met Christian Taraborelli een weinig imponerend decor ontwierp, dat uit trappen en twee verschuifbare grijze muren bestond. Op zich viel er met die omlijsting nog wel te leven – zeker omdat er op een videoscherm op de achtergrond nu en dan sfeervolle projecties verschenen – ware het niet dat de regie van de ene scenische knulligheid in de andere verviel.

Bij het opengaan van het doek, tijdens de ouverture, zien we een kleine jongen die met een mes op een als teddybeer verkleedde figurant insteekt. Een gegeven dat verder tijdens de voorstelling echter niet meer uitgewerkt wordt.

De daarna verschijnende heksen voeren een dans op met (onbedoeld komische) stuiptrekkingen, die enigszins aan een epileptische aanval doen denken (choreografie: Raphaëlle Boitel) en enorm van de muziek afleiden. Iets wat zich in de loop van de avond vaak herhaalt.

Nog meer hoofdschudden: koning Duncan banjert inclusief lijfwacht en koningin door de zaal, de koorleden rollen aan het einde van de banketscène als dronkenlappen over de grond en het gezicht van Adolf Hitler wordt tijdens de verschijning van de koningen in de derde akte tussen andere dictators op de muur geprojecteerd. En dan heb ik de vierde akte nog niet eens genoemd, waarin de Schotse vluchtingen in een soepkeuken bediend worden.

Het regieteam plaatste het verhaal verder (zoals zo vaak) in de vijftiger jaren van de vorige eeuw, wat zich vooral uitte in de stilistisch inconsequente kostuums van Christian Taraborelli en Angela Buscemi.

Ook muzikaal had ik gemengde gevoelens bij de avond. De Russische sterdirigent Valery Gergiev koos voortdurend voor snelle, spannende tempi en ontlokte telkens weer heerlijke kleuren en sferen aan het prachtige Scala-orkest. Tot een samenhangende, pakkende interpretatie kwam hij echter niet, waarbij ook de nodige slordigheden meespeelden – iets waar de maestro aan het einde van de avond enkele boe’s voor kreeg.

Franco Vassallo ving in de titelrol van begin af aan de aandacht met zijn fluwelen timbre, trefzekerheid in de hoogte en grote ‘bühnenpräsenz’. Erg sterk was hij in de grote scène van de koningsmoord, net als in zijn heftig gezongen aria aan het einde van de derde akte, die in deze versie het gebruikelijke wraakduet vervangt. Overigens mag Macbeth in deze versie aan het einde van de opera ook iets van berouw tonen.

Lady Macbeth werd door de jonge Venezolaanse Lucrezia García bezet, die met haar aangename sopraan zowel het hoge als het middenregister prachtig bestreek en messcherpe coloraturen liet horen. Helaas ontbrak het haar Lady aan dat duivels-demonische dat de partij zo uitdagend maakt; de drijvende kracht achter de schanddaden van haar man bleef pijnlijk afwezig. Al vond ik de paar ontevreden uitingen uit de zaal na haar ‘La luce langue’ niet terecht.

Scène uit Macbeth (foto: Brescia-Amisano / Teatro alla Scala).

Stefano Secco bewees zich een ideale bezetting voor de rol van Macduff. Helaas werd zijn prachtige aria ruw verstoord door een als engel verkleedde danseres, die zijn vermoorde vrouw moest voorstellen, en twee met bloed besmeurde kinderen.

Pakkend waren ook de vertolkingen van Stefan Kocàn als Banco, Antonio Carianò als Malcolm en Emilia Bertoncello als de vertrouwelinge van Lady Macbeth. Het koor (instudering: Bruno Casoni) kweet zich met bravoure van zijn taak.

Het taaie publiek van Scala gaf alle zangers vriendelijk bijval. De enkele boe’s voor dirigent Gergiev vergrootten zich tot een regelrechte boe-orkaan bij het verschijnen van het regieteam, wat eigenlijk al na de pauze in de lucht hing, toen er vanaf de bovenste ring van de zaal al ‘Che schifo’ geroepen werd.

Jammer dat de Scala zijn grote reputatie deze avond zo weinig recht deed. Men kan enkel hopen dat het huis zich bezint en terugkeert naar de glans van voorbije tijden.

Zie voor meer informatie de website van het Teatro alla Scala.

Vorig artikel

Opera in de media: week 14

Volgend artikel

Opera Europa confereert in Wenen

De auteur

Mordechai Aranowicz

Mordechai Aranowicz

9Reacties

  1. William Orange
    30 maart 2013 at 20:57

    Schandaal !! Voorheen was het anders !!

  2. MickLegrand
    30 maart 2013 at 21:58

    I saw this production in Milan a few days ago…a real crap…100% agree with Mordechai’s review.

  3. Antonio
    31 maart 2013 at 11:26

    Mijn zus was er ook. Zij heeft keihard boeh geroepen.

  4. Patrick van Rhedenborg
    9 april 2013 at 18:07

    Ik ben vorige week donderdag geweest en heb eigenlijk een heel plezierige avond gehad.
    Het décor was dan misschien niet het meest fantasievolle, maar ik vond toch, dat er met licht en een soort bewegende schildertechniek aardige effecten werden bereikt. Het ”banjeren” van Koning Duncan door de zaal werd ook op het doek geprojecteerd, waarbij ook het publiek zichtbaar werd. Of het nou ergens op sloeg weet ik niet, maar het maakte me eigenlijk niet uit, ik vond het wel verrassend!

    Het enige wat ik als onzin en echt storend heb ervaren, was het gedoe met de beer, met name de mishandeling ervan door het jongetje.
    Wat een onzin en ook opvoedkundig een misser, uiteraard! 😉
    De heksen vond ik erg leuk en de bewegingen waren lekker gek en soms ook virtuoos te noemen.
    Het koor zong over de hele avond trouwens prima.
    Orkest was in het begin een klein beetje rommelig, maar misschien was dat, omdat er een invaller (waarvan ik de naam niet onthouden heb; er was geen inlegvel!) was, voor de zieke Gergiev. Gelukkkig werd het gaandeweg beter en zelfs erg goed.

    De avond dat ik er was, had een iets andere cast, dan hierboven werd genoemd, die je wel als ”jong” zou kunnen betitelen.
    Een vitale en krachtige Macbeth door de Ukraïense bariton Vitaliy Bilyy, die zeker een goed gevoel had voor de Verdi stijl en de strenge legatolijnen, zoals ook de rest van de bezetting. Ik had wel iets meer paniek en gekweldheid willen zien en horen en de stem was misschien net nog iets te licht voor de rol, die vraagt om een breder geluid.
    Banco werd gezongen door de 30-jarige Roemeense bas Adrian Sampetrean, die zeker het juiste geluid en techniek meebracht voor de rol en qua interpretatie niets te wensen overliet. Natuurlijk is de stem nog lang niet op zijn hoogtepunt, maar die zal zeker nog ruimer en dieper worden.
    De Venezuelaanse sopraan Lucrecia Garcia had eigenlijk een iets te mooie stem voor het malicieuze loeder dat ze moest neerzetten en kwam ook in de laagte aan kracht iets te kort. Wel waren haar coloraturen trefzeker en was het geen straf om naar haar te luisteren.
    Haar uitstraling was echter veel te vriendelijk en haar ronde cherubijnen gezichtje hielp ook niet mee om de rol geloofwaardig te maken.
    Helaas vond iemand het nodig, om na één van haar aria’s halverwege de avond ”boe” te roepen en dat leidde ertoe, dat ze daarna wat defensief ging zingen. In haar waanzin aria vond ik haar dan ook wat onzeker en eindigde ze niet helemaal zuiver. Heel jammer! Ik had haar liever in een heel andere opera gehoord en vind eigenlijk dat men haar tegen zichzelf had moeten beschermen, door haar voor deze rol niet te casten.

    De Koreaanse tenor Wookyung Kim als Macduff was voor mij een grote verrassing!!
    Prachtige lyrische stem met de juiste weemoed voor zijn intens droevige aria! Heel muzikaal gezongen! Ik wil nooit meer horen, dat ”die Aziaten het niet hebben en onze cultuur niet begrijpen”.
    Wederom een bewijs van de onzinnigheid van deze stelling.

    De bijrollen waren enorm goed bezet:
    Een Dama di Lady Macbeth (Emilia Bertoncello) met een opvallend heldere (uitgesproken Italiaanse) stem en een mooie presence.
    Gianluca Buratto, een bas met een dijk van een stem en last but not least, Antonio Coriano als Malcolm((die volgens mij in deze versie wat meer te doen heeft dan in de latere)een tenor met een verrassend krachtig en strijdlustig spinto geluid.
    Ook iemand, die ik in de toekomst heel graag vaker zou willen horen.

    Dit was misschien niet één van de Scala’s beste producties, maar al met al heb ik (en te horen aan de bijval aan het eind, ook de rest van het publiek) het toch werkelijk erg naar m’n zin gehad!

  5. Antonio
    10 april 2013 at 07:49

    Bedankt Patrick voor zo’n uitgebreide recensie!
    Ik heb nog nooit van de zangers gehoord – zo te lezen zijn ze allemaal nog jong, misschien te jong voor Macbeth?
    Zoals ik al eerder schreef – mijn zus die in Milaan woont is bij de premiere geweest en vond het afschuwelijk…..

  6. Patrick van Rhedenborg
    10 april 2013 at 10:51

    Het was eigenlijk niet mijn bedoeling om een recensie te schrijven, maar meer een verslag.Het liep echter een beetje uit de hand. 😉
    De première had wat oudere zangers en de produktie werd idd. weggefloten etc. Ik hou daar persoonlijk niet van. Het Scala publiek bij mijn voorstelling was uiterst tevreden,had ik de indruk, (zoals ik al schreef). De zangers waren relatief jong, maar de meesten waren m.i. goed voor hun taak berekend en moeten alleen nog iets ”groeien”. We zullen zien.

  7. Antonio
    10 april 2013 at 10:54

    Altijd boeiend om twee verschillende verslagen te lezen! En het is natuurlijk leuk als er dubbele cast is, want dan kan je zelf een klein beetje vergelijken, ook als je er zelf niet bij geweest.
    Dus – mijn oprechte dank voor de verslag!

  8. Patrick van Rhedenborg
    11 april 2013 at 11:02

    Geen dank, ik schreef het met plezier en het verlengde mijn ”Scalagevoel” een beetje! 🙂