BuitenlandOperarecensie

Il prigioniero sober en actueel verbeeld

De Brusselse Munt brengt twee eenakters: Il prigioniero van Luigi Dallapiccola uit 1948 en Das Gehege van Wolfgang Rihm uit 2008. Net iets meer dan twee uur, inclusief pauze, maar meer dan genoeg door de heftigheid en de kracht van de inhoud.

Georg Nigl en Ángeles Blancas Gulín in Il prigioniero. (© B. Uhlig / La Monnaie)

Schelle, felle akkoorden klinken er aan het begin van Il prigioniero. Ze hadden van Olivier Messiaen kunnen zijn, maar ze werden geschreven door Luigi Dallapiccola. De krachtige wijze waarop het symfonieorkest van de Munt onder leiding van de Franse dirigent Franck Ollu dit heftige begin realiseert, zet het drama meteen onder spanning.

De partituur van ruim veertig minuten beschrijft op aangrijpende wijze de laatste uren van een gevangene in handen van de Spaanse inquisitie. De componist ontleende een deel van het door hem geschreven libretto aan een verhaal van Charles de Coster over Thijl Uilenspiegel (1867). Een andere bron vormde een verhaal van Auguste Villiers de l’Isle-Adam (1888), getiteld De marteling door de hoop.

De felle akkoorden openen de proloog, waarin de moeder van de gevangene als in een droom de martelgang van haar zoon ziet, die eindigt in de dood. Op dat woord schetteren weer die helse geluiden uit het orkest. Het blijken in de hallucinerende geest van de gevangene ook de klanken van Klokke Roeland, die over Gent de bevrijding uitstort. “Philips, Philips, de dagen van jouw heerschappij zijn geteld”, schreeuw-zingt de gevangene. De uitdrukking die bariton Georg Nigl in die passage legt, gaat door merg en been.

Het is echter valse hoop op bevrijding. Want op dat moment doemt de cipier weer op, nu als grootinquisiteur, om de gevangene naar de brandstapel te slepen.

De cipier/grootinquisteur, met listige expressie gezongen door tenor John Graham-Hall, bezorgt de gevangene de laatste en ergste marteling. Hij spreekt zijn slachtoffer in diens cel aan met “fratello”, broeder. Voor de gevangene een teken van menselijkheid, van toekomst. Componist Dallapiccola omkleedde de valsheid van de cipier geraffineerd als deze zegt: “Broer, blijf hopen.” Hij schetst zelfs hoe in Vlaanderen en Holland de geuzen oprukken. In het orkest klinkt de wellust en het sarcasme door waarmee de cipier/grootinquisiteur de marteling uitvoert.

Catalaanse actualiteit

In haar regie en in de verbeelding van haar vormgever Martin Zehetgruber toont Andrea Breth grote soberheid, waardoor de geconcentreerde kracht in Dallapiccola’s muziek zich ten volle kan ontplooien. Tijdens de proloog is op het volkomen donkere toneel niet meer te zien dan het helverlichte hoofd van de moeder, met intensiteit gezongen door de Spaanse sopraan Ángeles Blancas Gulín. Daarna wordt op de verder lege toneelruimte een grote kooi zichtbaar, in een latere scène omgeven door veel meer (lege) kooien.

Ook in de aankleding is het soberheid troef, met gewone, donkere kostuums, die uitdrukken dat het onderdrukkingsgeweld van toen en nu is. De actualiteit is bij de première aanwezig middels leden van de Catalaanse regering in ballingschap, die naar verluidt enthousiast zijn over deze opera.

Er is hoop, zo straalt een enorme lichtstreep uit, terwijl de muziek wegebt op de woorden van een psalm (koorzang achter de bühne) en het gefluisterd gezongen “La libertà?”

De adelaar

Na de pauze is het toneel helemaal gevuld met hekken en kooien voor de verbeelding van Das Gehege. Wolfgang Rihm benutte de laatste scène uit het toneelstuk Das Sclusschor van Botho Strauss uit 1991. Dat handelt over de val van de Berlijnse Muur, een gebeurtenis omspeeld met Beethovens negende symfonie, met het beroemde slotkoor.

Ángeles Blancas Gulín in Das Gehege. (© B. Uhlig / La Monnaie)

In Das Gehege (de omheining) dringt een vrouw (Anita) een dierentuin binnen om een adelaar die haar fantasie erotisch op hol jaagt te doden met een mes, omdat de adelaar nooit een reactie op haar avances gaf. De adelaar, symbool van Duitse macht, contra het individu, de eenling.

Ángeles Blancas Gulín zingt en acteert haar met heftige intervallen doorspekte partij met verve. De adelaar is een stomme rol, in Breths regie uitgebeeld door verschillende mannen, al of niet met veren vleugels.

“De orkestratie is breed, krachtig, overvloedig en soms zelfs illustratief”, zo omschrijft dirigent Ollu de partituur, en dat kan slechts beaamd worden! Rihm is van het Duitse heftige neo-expressionisme, vol overluide koperblazers, een weinig geraffineerde klankwereld vergeleken met de niet minder effectief-dramatisch schrijvende Dallapiccola, in wie echter ook het belcanto doorklinkt. Na diens Prigioniero was Das Gehege eigenlijk te veel van het (minder) goede.

De double bill is nog tot en met 27 januari te zien. Zie voor meer informatie de website van de Munt.

Vorig artikel

DNOA scoort voltreffer met Brittens Lucretia

Volgend artikel

Opera in de media: week 4 van 2018

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman

9Reacties

  1. Pieter
    21 januari 2018 at 21:56

    Vandaag ben ik geweest en ik kan me absoluut vinden in deze recensie. Ik houd erg van de muziek van Rihm, maar het tweede stuk kon de impact van Il Prigioniero niet meer overtreffen. Alsnog een geslaagde doubl-bill, maar ik begrijp exact wat de recensent bedoelt met de laatste zin.

  2. Pieter
    21 januari 2018 at 21:59

    En Andrea Breth bewijst weer wat een fantastische regisseuse ze is…

  3. Caprasse Stefan
    22 januari 2018 at 11:11

    Ook naartoe geweest…

  4. Pieter
    22 januari 2018 at 14:58

    En…?

  5. Caprasse Stefan
    22 januari 2018 at 17:14

    Zie mijn commentaar bij ’ti guarda dal Grande inquisitor’.

  6. Fred
    22 januari 2018 at 19:33

    Kijk eens aan wie is er uiteindelijk dan toch teruggekeerd naar de speeltuin en dan nog reclame maken voor zijn hier wederom nietszeggende commentaren op een blog van Don Carlos? Verdi? in fout Italiaans dan ook nog.
    We moeten het doen met “ook naartoe geweest”…Kijken er dan nog steeds mensen van op wat ik in een vorige post zei over “vijf man en aan paaardekop en hun speeltuin”

  7. Stefan Caprasse
    23 januari 2018 at 09:42

    MAN, WAT IS EIGENLIJK UW BEDOELING? WAT HEBT GE IN GODSNAAM TEGEN MIJ? WAT HEB IK U OOIT MISDAAN? ONDANKS UW ONEINDIG MISPRIJZEN VOOR ALLE NIETSZEGGENDE COMMENTAREN VAN MENSEN IN HUN SPEELTUIN, TREF IK U WEL GEREGELD IN ALLE SPEELTUINEN AAN MET AL EVEN NIETSZEGGENDE COMMENTAAR!

  8. Stefan Caprasse
    23 januari 2018 at 09:57

    MAAR GOED, IK ZAL OP DEZE BLOG NIETS MEER VAN MIJ LATEN HOREN! TEVREDEN? LAAT MISSCHIEN OOK OP DE ANDERE BLOGs WETEN ALS GE DAAR OOK NIETS MEER VAN MIJ WILT HOREN!

  9. Fred
    23 januari 2018 at 20:21

    lichtgeraakte ziel, u mag zoveel posten als u wil in welke speeltuin dan ook, maar gevoel voor humor is u totaal vreemd, een eigenschap die je in de cyberworld wel best bezit..en dit fopspeen/Calimero gedrag van je is ook best flauw.
    Nogmaals post zoveel je wil, hoe je wil en waar je wil en stoor je vooral niet aan deze einzelganger met zijn steeds wetenschappelijk gefundeerde commentaren….