AchtergrondFeatured

Hampson: ‘Wie ben ik? Dit is Gustav Mahler’

Bariton Thomas Hampson heeft alle voorname operahuizen en concertzalen van binnen gezien, maar uiteindelijk is het hem niet om succes te doen. ,,Zingen is niet als een baseballwedstrijd, waar je iedere keer raak moet slaan. Het gaat om je motivatie, dat je waarheid zoekt in de muziek.” Een portret van een nederige zanger.

(Foto: Dario Acosta)

Thomas Hampson heeft een cv waar menig artiest jaloers op zal zijn. Hij maakte meer dan 150 cd’s, houdt er zelfs zijn eigen label op na (Thomas Hampson Media), won een Grammy Award en twee Edison-prijzen, is erelid van tal van muziekinstituten, mag zich Kammersänger noemen bij de Wiener Staatoper en werd in Frankrijk gekroond tot Chevalier de l’Ordre des Arts et des Lettres. En daarmee is slechts een klein deel van zijn verdiensten opgesomd.

Hampson, geboren en getogen in Spokane, Washington, zingt opera, maar is minstens zo actief in het concert- en liedrecitalcircuit. Hij is kind aan huis bij de befaamde Metropolitan Opera in New York en heeft onderhand ook alle andere prominente operahuizen en concertzalen van achter de coulissen mogen bezichtigen.

,,Ik beleef een geweldige carrière”, zegt Hampson in zijn kleine kantoortje midden in Manhattan, op loopafstand van de Metropolitan Opera. ,,Maar Herbert von Karajan zei eens: de mens die denkt dat hij zijn droom heeft verwezenlijkt, heeft een te lage horizon. Het is verslavend, je wil altijd meer. En ik beleef er nog altijd veel plezier aan.”

Het vele reizen en van huis weg zijn, doen Hampson minder goed. Het klinkt gek voor iemand met een beroep waarvoor je naar alle uithoeken van de wereld moet afreizen, maar eigenlijk is de Amerikaan een huismus. Hij verhuisde zo’n twee jaar geleden na 25 jaar in Europa te hebben verkeerd naar New York en vindt het heerlijk om daar te zijn.

,,New York is de perfecte stad voor een huismus. Je kunt werkelijk alle soorten eten laten bezorgen: vers en goed bereid. En dan ga ik lekker op mijn 51-inch-televisie films kijken. Dat is écht ontspannen”, zegt hij, waarna hij lachend toevoegt: ,,Het liefst zou ik 16 katten, 45 honden en vele kippen willen hebben.”

Zijn drukke schema (soms twee optredens op een dag) laat hem niet toe om vaak thuis te zijn, maar dat offer neemt hij op de koop toe. ,,Het leven van een artiest is een extreem voorrecht. Dit is wie ik ben. En er zijn in deze moderne wereld maar weinig mensen die hun leven kunnen invullen met wie ze zijn. Als dat je gegund is, ben je de gelukkigste mens op de planeet.”

Nederig

Of het zijn bewustzijn van die bevoorrechte positie is of wat anders, Hampson legt een grote toewijding aan de dag als het gaat om zijn vak. Dat uit zich bijvoorbeeld in diverse baanbrekende projecten. Zo is hij al jaren bezig met het project ‘Song of America’, waarmee hij het stof van het rijke Amerikanse liedrepertoire wil vegen. Hij maakte er meerdere albums van en toerde door heel de Verenigde Staten om de liederen te laten horen.

Er zit zeer veel onderzoekswerk in het project, en dat typeert de intellectueel ingestelde Hampson. Er zullen weinig zangers zo vaak in de bibliotheek te vinden zijn als hij. ,,Ik ben gek op bibliotheken. In Nederland heb je er bijvoorbeeld een paar geweldige”, zegt hij. ,,Als je ergens in geïnteresseerd bent, stop je er veel tijd in. Maar het voelt niet als een of ander researchproject. Het is meer een levenslang proces. Alles wat ik doe, is gebaseerd op veel begrip van waar het vandaan komt.”

(Foto: Mark McDonald)

Het is die motivatie die Hampson het hoogst aanslaat, en niet succes of goede recensies. ,,Ja, ik geef om mijn reputatie. Maar mijn reputatie wordt niet alleen gebouwd door succes, maar ook door motivatie. Dat is wat ik serieus neem. Het is niet als een baseballwedstrijd, waar je iedere keer raak moet slaan. Het gaat om je motivatie, dat je waarheid zoekt in de muziek. Als ik dat niet meer zou hebben, zou ik ermee stoppen.”

Vanwege deze drive is het Hampson in principe om het even of hij voor 3000 man staat te zingen of voor een select groepje tijdens een diner. ,,Als ik Mahler zing, zing ik Mahler. Waarom zou ik op de ene plek minder mijn best doen? Wie ben ik? Dit is Gustav Mahler.”

Eenzelfde verantwoordelijkheid voelt Hampson richting het publiek. ,,Ik moet vóór het publiek zingen, niet tot het publiek. Ik moet een deur zijn voor hun verbeelding”, zegt hij. ,,Daarbij speelt ook mee dat, als je succesvol bent, er altijd wel iemand in het publiek zit die veel moeite heeft gedaan om naar je te kunnen luisteren. Diegene heeft gespaard voor een ticket, een stuk gereisd, enzovoort. Dat maakt je erg nederig, en ook emotioneel. Hij of zij wil dat je laat horen wat je kan. Dan moet je ervoor gaan. Maar hoe nederig het publiek je ook maakt, het grotere doel blijft altijd de muziek.”

Plakband

Hampson moet niet veel hebben van pogingen om opera en klassieke muziek modern te maken, juist omdat hij de muziek en de componist zo hoog heeft zitten. ,,Opera is geen theaterstuk met een muzikaal frame of zoiets. Alles staat in de muziek. Producenten onderschatten dat en dat baart me zorgen. Maar waarschijnlijk is het een verloren strijd.”

Hampson legt het uit aan de hand van één van zijn rollen, Giorgio Germont in La Traviata van Verdi. ,,Als Germont binnenkomt bij Violetta, de geliefde van zijn zoon, hoor je ongewone harmonieën. Je weet niet waar het naartoe zal leiden. Daarna volgt er een soort tenniswedstrijd tussen Germont en Violetta, waarbij je weet: dit gaat niet goed. Iedere ademtocht, elke emotie zit in de partituur.”

Als Hampson dan hoort van een Don Giovanni zonder recitatieven of van sterk geactualiseerde operaproducties, rijzen bij hem vraagtekens. ,,Zeker in Europa is het regietheater heel belangrijk. Ik weet niet waarom. Ik weet niet hoe we hier zijn gekomen. Waarom denken mensen dat het publiek een opera beter begrijpt als je het van de ene periode naar de andere verplaatst?”

,,Waarom is het niet net zo belangrijk om een opera in z’n tijd te plaatsen, als we zo graag willen dat mensen de muzikale taal begrijpen?” vervolgt hij. ,,Als je een paar schitterende schilderijen uit de achttiende en negentiende eeuw hebt, hang je die toch ook niet met plakbandjes op, puur omdat de mensen zelf tegenwoordig geen mooie, klassieke lijsten meer in huis hebben?”

‘Iedere ademtocht en elke emotie staat in de partituur’

Volgens Hampson moet je een compositie in zijn eigen context zetten als je tot de kern wil komen. ,,Als je de context verandert, kom je dan nog wel tot de essentie? Er zijn opera’s die zo’n specifieke context hebben, dat je ze simpelweg niet in de Trump Tower kan plaatsen. Neem Le nozze di Figaro van Mozart. Niemand snapt dat verhaal tegenwoordig meer, over een graaf die zijn rechten op zijn kamermeisje laat gelden. Bovendien heeft het werk een verbazingwekkende muzikale structuur, voor elke musicus een wonder. Wat zou het ooit toevoegen als je dat stuk in een andere tijd plaatst?”

Hampson snapt dat opera op een of andere wijze toegankelijk moet worden gemaakt voor de 21e-eeuwse mens, maar in het simpelweg veranderen van het jasje, het uiterlijk, ziet hij geen heil. Hij gaat liever met het publiek in gesprek en geeft hen toelichting bij de voorstellingen. ,,Zo kun je van tijdgebonden stukken een avontuur maken. Hoe dom denk je dat het publiek is? Ze vatten heus de metaforen wel.”

,,Sommigen zeggen dat het operapubliek uitsterft”, vervolgt hij. ,,En ja, de verwachtingen van het oude en het jonge publiek botsen vaak. Ze hebben eigenlijk allebei een foute instelling. Maar a priori het stuk veranderen bij wijze van ‘antwoord’ op de moderne mens, daar geloof ik niet in.”

iPhone

Hampson denkt dat nieuwe media en moderne technologieën de operawereld prachtige kansen verschaffen om in contact te komen met het publiek. Want waar hij op het gebied van regietheater als behoudend getypeerd kan worden, daar is hij op het gebied van technische snufjes erg vooruitstrevend.

Hampson was één van de eerste zangers met een uitgebreide persoonlijke website, maakt gretig gebruik van dingen als de iPhone, podcasts, Youtube, Facebook en andere sociale media, doet diverse internetprojecten vanuit zijn eigen ‘Foundation’ en is ook nog eens fantiek bezig met alles wat moderne technologie met zich meebrengt als leraar aan de Manhattan School of Music. Zo gaf hij een college dat door duizenden scholen, tot in Texas toe, op hetzelfde moment bekeken kon worden.

(Foto: Dario Acosta)

Met al die nieuwe media zou de operawereld wat kunnen doen aan het gebrek aan kunstkennis bij de nieuwe generatie, denkt Hampson. ,,Mensen weten bijvoorbeeld helemaal niet meer dat Tsjaikovksi meer dan twee symfonieën schreef”, zegt hij. Met websites waar scholen informatie en lesmateriaal kunnen downloaden of kunnen deelnemen aan interactieve lessen en symposia, zou dat volgens Hampson veranderd kunnen worden.

,,Maar technologieën bieden uiteindelijk geen antwoord, hoewel ik er erg door gegrepen ben”, zegt hij ook. ,,Ik ben zo oud dat ik de uitvinding van de faxmachine nog heb meegemaakt. Mijn moeder vroeg nog: hoe gaat het papier door die draad? Ik weet dat die technologieën niet voor nieuw publiek zullen zorgen. Maar het geeft wel toegang tot een nieuwe groep mensen, mensen die veel van die media gebruikmaken. Op die manier kan het helpen.”

Hampson noemt als voorbeeld de mogelijkheid om opera op je iPhone te bekijken of de mogelijkheid om met één klik op een knop een kaartje voor een voorstelling te kopen. Daar win je nog geen publiek mee, maar het breidt wel de kanalen uit waarmee je publiek kúnt winnen.

De ‘Live in HD’-uitzendingen van de Metropolitan Opera – wereldwijde bioscoopuitzendingen van producties van het operahuis – is nog zo’n voorbeeld van een technologische ontwikkeling die kan helpen, meent Hampson. ,,Het is fenomenaal. Het is het beste op technologisch gebied dat er momenteel is. Maar ook daar geldt dat het enkel een opstapje is om naar het operahuis te komen. Het gaat uiteindelijk om de opera zelf, om het contact, om de live-beleving. De kunstvorm is nog steeds een live-kunstvorm.”

Thomas Hampson is volgende week tweemaal in het Concertgebouw te bewonderen. Op dinsdag 31 mei geeft hij een recital met liederen van Mahler en op woensdag 1 juni geeft hij een masterclass. Zie voor meer informatie de website van het Concertgebouw. Zie ook www.thomashampson.com.

Vorig artikel

Koreaanse wint Koningin Elisabethwedstrijd

Volgend artikel

Antonacci en RPhO geven Operagala

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. Els
    30 mei 2011 at 18:44

    Helaas gaat het concert dinsdag, 31 mei niet door in het concertgebouw. Het is verplaatst naar dinsdag, 14 juni a.s. Thomas heeft keelontsteking!