FeaturedOperarecensie

Schultsz brengt Opernfestival Riehen vooruit

Ten onrechte behandelt men L’equivoco stravagante als een ondermaatse klucht uit Rossini’s jonge jaren. Ook vandaag is de brutale, schaamteloze humor van het stuk nog goed voor veel plezier. Afgelopen week vond de vermoedelijke Zwitserse première plaats bij het Opernfestival Riehen, onder de Nederlandse intendant Jan Schultsz.

De Wenkenhof (foto: Alessandro Anghinoni).

Riehen? Waar mag dat wezen? Als je het de kunstkenner vraagt, weet die het dadelijk. Want in de idyllische, landelijke voorstad van Basel, een paar honderd meter verwijderd van de Duitse grens, zetelt de Fondation Beyeler, zonder twijfel één van de belangrijkste privécollecties van moderne kunst in Zwitserland.

Zoveel cachet kan het operafestival, dat in dezelfde plaats dit jaar voor de vijfde maal op het toneel gebracht wordt, zich niet aanmeten. Maar het festijn in de Reithalle van de voormalige dressuurhal Wenkenhof heeft dit jaar een duidelijke stap voorwaarts gezet, met de Zwitserse première (ik heb de aanspraak zelf niet archivarisch gecheckt) van Rossini’s derde opera, L’equivoco stravagante.

De intendant van het festival is een Nederlander, woonachtig in Basel: Jan Schultsz. Over zijn inspanningen voor de Baselse muziekscène heb ik vorig jaar al bericht (zie de recensie van Il Pirata). Een nieuwigheid dit jaar is een samenwerking met de Opéra Royal de Wallonie uit Luik. Het brengt een extra portie professionaliteit naar Riehen, wat te merken is aan het decor, de regie en de duidelijk betere kwaliteit van de zangers.

Wat hetzelfde is gebleven, is het concept van de korte afstand tussen het publiek en het gebeuren op het toneel. In de Reithalle zit je werkelijk midden in de voorstelling. Kunst om aan te raken, zou je kunnen zeggen. Die nabijheid verhoogt het kijkplezier en maakt een welwillende sympathie voor de zingende solisten los.

De Reithalle (foto: Alessandro Anghinoni).

Bij zulk een fantastische omgeving, die grotendeels toegeschreven mag worden aan de zomerse botanica, heb je natuurlijk weinig trek in muziekwetenschappelijke excercities. Het plezier en de ambiance staan voorop. Het is daarom niemand kwalijk te nemen dat er in het programmaboek over de première van de ‘originele versie’ gesproken wordt, terwijl er meerdere recitatieven en scènes genadeloos geschrapt zijn. Al is het knipwerk in één passage, dat rond het thema van de castraten draait, wel enigszins curieus te noemen.

Niettemin, doorslaggevend is één ding: het publiek vult de zaal! Het concept functioneert. De arbeid draagt vrucht. Men kan de organisatoren enkel veel succes toewensen en veel genoegen bij het maken van de komende producties. En wie weet, wellicht zullen de mensen zich ooit eens afvragen: ‘Wat is dat Fondation Beyeler?’ En dan zeggen: ‘Ach ja, dat kleine museum niet ver van het Opernfestival in Riehen!’

L’equivoco stravagante wordt nog tot en met 3 september opgevoerd. Zie voor meer informatie de website van het Opernfestival Riehen.

Alessandro Anghinoni is correspondent van Place de l’Opera in Berlijn en Zürich. Hij is vertaler van beroep en schrijft regelmatig over opera. Voorheen voor bladen als Opernwelt, tegenwoordig op zijn blog Operello&Operella.

Vorig artikel

DNO opent seizoen met Gluck-dubbel

Volgend artikel

Zandkunst en opera bij Gergiev Festival

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni