FeaturedOperarecensie

Audi’s Madrigalen beleven sterke reprise

De Nationale Opera hernam donderdag in zijn decoratelier in Amsterdam-Zuidoost met succes de productie Madrigalen. In de voorstelling combineert regisseur Pierre Audi op sterke wijze drie madrigalen van de oude, en toch ook moderne, meester Claudio Monteverdi.

Magdalena Pluta als Arianna in Lamento d'Arianna. (© Hans van den Boogaard)
Magdalena Pluta als Arianna in Lamento d’Arianna. (© Hans van den Boogaard)

Bij binnenkomst van de zaal in het decoratelier van Nationale Opera & Ballet ligt gravel in de gangpaden en op de speelvloer. Het barokorkest, Les Talens Lyriques onder leiding van Christophe Rousset, zit rechts naast de vloer. De stoelendans van het publiek verloopt redelijk chaotisch, maar de productie die volgt, is sterk en uitdagend.

Claudio Monteverdi is de oervader van de opera. Zijn Orfeo was historisch het eerste theaterwerk dat opera genoemd kon worden, met zijn combinatie van muziek, zang, dans en drama. Een madrigaal is een oude stijl vocale muziek, oorspronkelijk niet bedoeld als opera. In deze productie uit 2007, geregisseerd door Pierre Audi, worden drie madrigalen gecombineerd tot één voorstelling.

Vanaf de eerste inzet van de muziek raakt het publiek ondergedompeld in een oude wereld. De muziek van Monteverdi, de barokinstrumenten van de musici, de kostuums uit oude tijden: alles doet denken aan een wereld eeuwen terug. Of toch niet?

Monteverdi verbaast zelfs vandaag de dag nog menige operaganger met zijn schitterende passages en bizarre dissonanten. Geschreven in een tijd voorafgaand aan het ’tempered’ notensysteem, waar sinds Bach vrijwel alle componisten de regels van volgen, doet Monteverdi juist modern aan. De muziek is schitterend en de dissonanten, die het oor soms doen huiveren, passen altijd perfect bij de tekst.

Een voorbeeld is het ‘lied van de harteloze zielen’, het vrouwenkoor waar voor de eerste keer in de eerste helft van de voorstelling meerstemmig wordt gezongen. De zangeressen vertolken de muziek fantastisch en de dissonantie die weer oplost past bij hun pleidooi (“leer genade”), waarna ze weer worden teruggestuurd naar de “duistere spelonken” van de onderwereld.

Pawel Konik als Tancredi en Lissa Meyvis als Clorinda in Il Combattimento di Tancredi e Clorinda. (© Hans van den Boogaard)
Pawel Konik als Tancredi en Lissa Meyvis als Clorinda in Il Combattimento di Tancredi e Clorinda. (© Hans van den Boogaard)

De bewerking is erg gedirigeerd. De madrigalen hadden oorspronkelijk geen theater in zich, dus alle karakterontwikkelingen en alle interactie tussen de personages is van de hand van de regie, niet van Monteverdi.

Het is desondanks vooral de muziek die de mensen geboeid houdt, want de verhalen hebben weinig beweging. En zelfs de beste regisseur kan met effecten niet de show maken. Neem het vuur dat opeens oplaait en in een cirkel olie over het toneel raast. Een bijzonder effect? Dat zeker, maar onder het publiek hangt vooral een sfeer van angst om te moeten evacueren. Gelukkig heeft de regie dit volledig in de hand en dooft het vuur na enkele ogenblikken.

Het decor en de kostuums zijn erg passend bij de barokmuziek en de oude verhalen. De enige rots op het toneel en het lange touw worden dynamisch ingezet.

De productie kent erg mooie momenten en verschillende zangers en zangeressen zijn betoverend. Vooral de Arianne van de Poolse alt Magdalena Pluta vertoont groot drama, vanaf het moment dat ze opkomt tot het moment dat ze letterlijk van het toneel strompelt – een moment, meteen het einde van de eerste akte, dat met het dimmen van het licht prachtig wordt geaccentueerd. In haar aria bezingt ze het verraad van Theseus en hoe goedgelovigheid haar hart heeft gebroken. Dat gebroken hart is te zien en te horen door haar betoverende stem. Een talent om in de gaten te houden.

Het grote gevecht tussen Tancredi (Pawel Konik) en Clorinda (Lissa Meyvis) zou het hoogtepunt moeten zijn in Madrigalen. Toch doen het harnasvechten en de uitgebreide choreografie geen recht aan het serieuze drama waar Monteverdi zulke schitterende muziek voor schreef.

Het ware hoogtepunt van deze voorstelling komt mijns inziens van de operazangers die de oude kunst van Monteverdi weer helemaal doen opleven. Mocht u behoefte hebben aan nieuwe klanken en een keer geen Bach of Beethoven? Luister Monteverdi.

Madrigalen is nog tot en met 19 mei te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.

Vorig artikel

Opera in de media: week 20

Volgend artikel

Hondenhartje is voor iedereen

De auteur

Jochem le Cointre

Jochem le Cointre

2Reacties

  1. Rudolph Duppen
    16 mei 2017 at 20:49

    Ik heb me laten vertellen dat de bezoekers van deze voorstelling de hele avond op zitplaatsen zonder rugleuning moeten zitten wat vooral de oudere operaliefhebber er van zal weerhouden deze voorstelling bij te wonen.

  2. monique
    16 mei 2017 at 22:57

    wat een geweldige voorstelling was Madrigalen.
    Inderdaad pittig die banken maar verder alles zo goed aangepakt. schone toiletten prima koffie en het vriendelijke muziektheater personeel om on bij te staan… top organisatie en prachtige setting!
    leuk om door het decor atellier te mogen lopen en daar door vriendelijke werknemers uitleg te krijgen.
    Madrigalen had zo n prachtig toneelbeeld ik dacht er nog dagen aan. Die zware harnassen waardoor de personages ook zichtbaar vermoeid werden en het slepende van de stijdt benadrukte. een oorlog zonder winnaars, wat een krachtige regie. heel erg genoten