Featured

Brownlee en Marková excelleren in I puritani

Traditiegetrouw had de Opéra Royal de Wallonie een grote naam op het affiche van zijn nieuwe productie van I puritani weten te krijgen: tenor Lawrence Brownlee. Maar zijn tegenspeelster Zuzana Marková deed tijdens de première op zondag zeker niet voor hem onder.

Zuzana Marková en Lawrence Brownlee, de sterren van I puritani. (© Opéra Royal de Wallonie Liège)

Het libretto van I puritani staat hoog genoteerd op mijn lijst van onwaarschijnlijke verhalen. Laten we er daarom maar niet al te lang bij stilstaan. Een opera van Bellini betekent belcanto: je gaat ernaartoe voor mooie zang en vocale acrobatiek. In dat opzicht werden de toeschouwers bij de Opéra Royal de Wallonie op hun wenken bediend. Van coupures was geen sprake: alle herhalingen werden keurig ten gehore gebracht, er moest vooral ook véél gezongen worden.

De productie van Vincent Boussard in een decor van Johannes Leiacker was eerder te zien in Frankfurt. Het toneelbeeld wordt bepaald door een enorm decorstuk dat de indruk wekt van de binnenplaats van een uitgebrand kasteel, met open galerijen op meerdere verdiepingen. Het desolate karakter wordt subtiel benadrukt door provisorische balustraden, van het type dat gebruikt wordt bij gebouwen waaraan nog gewerkt wordt, en hier en daar wat metalen stutten om het geheel voor instorting te behoeden. De revolutie van Cromwell is geslaagd, maar ten koste van veel, zo lijkt Boussard te willen suggereren met zijn ruïne. Het is geen blijvertje; de koning zal terugkeren.

De galerijen worden gebruikt om het koor te plaatsen. Daar hoeft zodoende weinig regie op gepleegd te worden: gewoon staan en zingen. Het toneel is verder leeg, op de onvermijdelijke vleugel na – een nieuw regietheatercliché. Toegegeven, je kunt er veel mee doen: aan hangen, op liggen, omheen staan, wegrijden, terughalen, de klep ophijsen. En dat is precies wat er gebeurt.

De galerijen werden gebruikt om het koor te plaatsen: gewoon staan en zingen. (© Opéra Royal de Wallonie Liège)

In een proloog en een epiloog wordt op onbeholpen wijze eer betoond aan de componist Bellini. Men staat rond zijn nog geopende graf. Die opening in het toneel wordt ook regelmatig gebruikt om spelers aan het zicht te onttrekken. Het is een onnodige en wat hinderlijke toevoeging aan de handeling.

Een in het zwart geklede actrice figureert de gehele avond. Haar rol blijft geheel onduidelijk, van enige toegevoegde waarde is geen sprake. Dat geldt ook het doek waarachter wordt gespeeld. Zo nu en dan worden er beelden op geprojecteerd: regen, een vlinder, wolken. Niet echt voldoende reden om die hinderlijke scheiding tussen publiek en toneel ruim twee aktes in stand te houden. Pas in de slotakte wordt het dundoek eindelijk opgehaald.

De kostuums van Christian Lacroix laten een gevarieerd beeld zien. De mannen zijn overwegend negentiende-eeuws gekleed; zwart pak met hoge hoed. De vrouwen zijn wat klassieker, zeker in het koor. Alles bijeen is de aankleding nogal somber. Het licht moest van de zangers komen en met name het stralende koppel Arturo en Elvira slaagde daar uitstekend in.

Mario Cassi was een paar jaar geleden bij De Nationale Opera te gast als Don Alvaro in Il viaggio a Reims. In I puritani was hij de bariton die de tenor en de sopraan van elkaar weg probeert te houden. Zijn Riccardo was goed verzorgd en prettig om naar te luisteren. Bas Luca Dall’Amico gaf een uitstekende vertolking van Giorgio, Elvira’s oom, die haar meer ziet als dochter dan als nichtje.

Alexise Yerna gaf haar kleine rol veel glans. (© Opéra Royal de Wallonie Liège)

Alexise Yerna was te horen als de ten dode opgeschreven weduwe van de onthoofde koning. Ze gaf haar relatief kleine rol veel glans. Maar alle aandacht ging natuurlijk uit naar het liefdeskoppel Elvira en Arturo. De uit Praag afkomstige Zuzana Marková mocht het opnemen tegen de koning van de hoge D Brownlee. En ze deed dat met verve.

Marková zong Elvira eerder in Zürich en heeft met haar dertig jaar al een indrukwekkende carrière als coloratuursopraan opgebouwd. Ze heeft een prachtige stem, precies wat je graag wil horen bij een Bellini-heldin. Technisch bleek ze gemakkelijk opgewassen tegen de hoge eisen die aan haar stem werden gesteld. Alleen bij de abrupte overgangen naar een extreem hoge eindnoot moest ze wat zwaar aanzetten, waardoor het een beetje te veel volume kreeg.

Daar had Brownlee minder problemen mee. Als hij aanzet voor een hoge D, neemt zijn volume niet of nauwelijks toe. Als ik heel eerlijk ben, moet ik toegeven dat ik dat heel hoge zingen door een tenor eigenlijk niet zo mooi vind. Te veel het Rossini-tenorgeluid. Maar Bellini schrijft het voor en Brownlee kan het. Verder was hij ook fantastisch op dreef in de minder extreme delen van zijn partij. Zijn vertolking was alleszins compleet, om door een ringetje te halen. In december is Lawrence Brownlee weer eens in Amsterdam te bewonderen, als Ramiro in La Cenerentola. En dan met niemand minder dan Isabel Leonard tegenover zich.

De muzikale leiding was in handen van Speranza Scappucci en daarover was ik minder te spreken. Zeker het eerste halfuur, als het orkest ‘een eigen stem heeft’, leek het erop dat koor, solisten en orkest elk op vastberaden wijze bezig waren hun eigen noten ten gehore te brengen, zonder zich veel te bekommeren over de synchronie. Het klonk allemaal nogal slordig en rommelig. Het orkest en koor behoren natuurlijk niet tot de top, maar er had meer uitgehaald kunnen worden. De zangers hadden er moeite mee, zo leek het.

Verderop in de partituur krijgt het orkest meer een puur begeleidende functie; wat kabbelende klanken die het muzikale fundament vormen van wat er op het toneel gebeurt. Daar liep het allemaal een stuk beter. En met de fantastische inbreng van met name de twee topsolisten werd het toch een prachtige middag.

I puritani is nog tot en met 28 juni te zien. Zie voor meer informatie de website van de Opéra Royal de Wallonie.

Vorig artikel

De Opera Studio (3): Julietta Aleksanyan

Volgend artikel

IJzersterke Tsaar Saltan bij de Munt

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

24Reacties

  1. 17 juni 2019 at 15:15

    Bedankt voor je recensie Peter! Zo te lezen is de kolder ook in Luik togeslagen? Jammer…
    Mocht iemand een discografie nodig hebben:

    https://basiaconfuoco.com/2017/02/19/i-puritani-mini-discografie/

  2. Leendert
    17 juni 2019 at 15:26

    Een prachtige middag inderdaad. Want wat waren ze geweldig, Brownlee en Markova! En de overige solisten ook prima. Ben er nog van aan het bijkomen. En de zang, dat is toch waar het bij Bellini om draait, dus de regie, ach ja. Ik waande me in Luik in ieder geval even in de zevende hemel, over contradictio in terminis gesproken!

  3. Maarten-Jan Dongelmans
    17 juni 2019 at 19:10

    @Leendert: vreemde laatste zin, waarom zou je je in Luik niet in de zevende hemel kunnen voelen?

  4. Leendert
    17 juni 2019 at 19:18

    @Maarten-Jan: inderdaad, je hebt gelijk. Gelet op mijn ervaring gisteren kan het. Maar wie, zoals ik, Luik binnenkomt vanuit het noorden met een aftands boemeltje, krijgt niet direct associaties met de zevende hemel en vergelijkbare lustoorden. Maar misschien bevat Luik nog wel meer verborgen verrassingen, ik zal de volgende keer mijn ogen wat meer de kost geven. Van opera hebben ze daar in ieder geval wel verstand!

  5. Adriaan
    17 juni 2019 at 20:41

    Ga het zaterdag aanschouwen
    Op Il grande Inquisitor is de recensie een stuk minder maar dat gebeurt daar wel meer

  6. Maarten-Jan Dongelmans
    17 juni 2019 at 22:30

    @ Leendert: beslist doen! Luik heeft de afgelopen jaren een geslaagde metamorfose ondergaan. Gaat het zien!

  7. hella Georgette
    18 juni 2019 at 12:50

    Nu ja, ik sta met MIJN mening misschien alleen maar ik vond de I Puritani in Luik, met uitzondering van één ster in de “duisternis”, gewoon NIET goed.
    Decor, dirigent(e), andere zangers : het klonk ofwel : zwak, te schel, geen harmonie tussen orkest en zangers ……………. Jammer, ik ben in Luik beter gewoon maar zoals ik eerder zei : gelukkig was er BROWNLEE ; voor hem te horen alleen al moet je gaan.

  8. JacobsL.G.M.
    18 juni 2019 at 13:42

    Ik was afgelopen zondagmiddag bij de premeire van I Puritani in Luik

    Stem materiaal puik vooral de moeite waard Brownlee en Markova

    Wat mij wel tegenviel was decor en costumes.Het ademde voor mij geen Puriteinen.

    En wat moest in Godsnaam die juffrouw in het zwart telkens door alle scnes heen Dat vind ik dermate storend

    En wat stelde het irritante licht voor vlak voor het einde.Gele lamp op paaltje.

    En dan : men wordt doodgeschoten staat dan op en zingt lustog verder

    Ik vind de opvatting vand e opera Frankfurt(want daar was deze voorstelling van) geen blijvende mooie herinnering

    Luik kan dit veel mooier en beter zelf(denk aan de prachtige uitvoering van dit werk in 2002.
    Zyulk een teleurstelling wordt ook de Alzira in het neiuwe seizoen door de opera van Lima in Peru Op you tube een vredelijk voorproefje Brrrrr
    Maar we hebben toch maar geluk een opera als deze in Luik zo dicht bij te hebben Ze geven ons prachtige producties en weten wat OPERA is Dank je wel Opera de Liege Merci!

  9. c.horsmeier
    19 juni 2019 at 14:06

    Ik kan me nog goed herinneren de prachtige uitvoering in Luik van I Puritani met Cristina Deutekom en Vittorio Terranova. Heb deze ook op cd.
    Deze Puritani was ookm bij de Opera Amsterdam te zien met Deuitekom en Terranova. onder Kees Bakels.
    Hoop dat het weer vrij snel wordt opgevoerd bij de opera. JKa op 5 januari 2020 in Rotterdam De doelen concertant .
    Benblij dat nu de cd er is van Deuetekom en Nicolai Gedda eindelijk na jaren wachten.

  10. c.horsmeier
    19 juni 2019 at 15:36

    nogmaals SORRY concert is op zaterdag 4 Januari met o.a John Osborn

  11. Mauricio Fernandez
    19 juni 2019 at 17:57

    Ik ben het niet eens met de wijdverbreide opvatting dat Puritani (en Bellini i.h.a.) louter om ‘mooie zang’ gaat want echte belcanto is veel meer dan dit. Het gaat in principe om emoties en in Puritani speelt niet alleen de ogenschijnlijke onmogelijke liefde tussen Arturo en Elvira een rol maar tevens de algehele politieke entourage en de tegenstrijdige belangen van de vijandige kampen. Puritani is geen engelenzang maar een uiterst effectief drama ingebed in wat men zou kunnen noemen de pre-risorgimento atmosfeer wat in Italie rond 1820-30 aan de gang was. Bellini en zijn librettisten (Romani meer dan Pepoli) creëerden muziekdrama’s die door het toenmalig publiek goed begrepen werden met hun bedekte politieke lading en de z.g. waanzinscène is hier een onlosmakelijk element van want het is niet de dame of heer (zoals Assur in Rossini’s Semiramide) die de draad kwijt zijn als het ware maar het gehele land Italië. Men kon uiteraard geen duidelijk politiek statement maken in gebieden die onder het Oostenrijkse gezag vielen dus was de z.g. ‘ waanzin’ van veelal een sopraan een vehikel om uit de dagelijkse realiteit te kunnen ontsnappen.
    Puritani is in dit kader een waardige opvolger van Rossini’s La donna del Lago (1819) waar tevens vijandelijke politieke kampen een liefdesrelatie bijna onmogelijk maken. Niet voor niets wordt deze opera van Rossini als het voordeel bij uitstek van wat men vooral in Italië de proto-romantiek noemt. En inderdaad, de zetting is vrijwel gelijk in beide opera’s: het kille Schotland in Donna del lago en het even desolate Plymouth in Puritani.

  12. Jacques Liers
    19 juni 2019 at 21:35

    Geachte mensen, Ik ben het met Mauricio Fernandez totaal eens. Het is voor de eerste maal dat ik boe-geroep heb gehoord in de zaal bij het eindapplaus. Het was een Laurence Brownlee vertoning onwaardig. Over de zo genaamde coloratuur sopraan Markova zal ik het kort hebben. Ze gaat krijsen in de hoogte en heeft een zwakke laagte. Mario Cassio bracht het zover om het tweede stuk van zijn entree-aria totaal te verkwanselen en schreef een eigen “bel sogno beato”. Nu maak ik een sprong : we luisteren naar het wereld beroemde duet tussen bas en bariton “suoni la tromba e intrepido”, wel beste vrienden dat ging voorbij zoals de Maas in Luik, zonder enthousiasme en weergaloos applaus. Waarom ? omdat het op niks geleek wat het moest zijn. Het koor was goed op zichzelf maar wist van geen hout pijlen maken en het orkest was ofwel te laat ofwel te vroeg al naargelang de zangers vroeger of later instemden. Conclusie de maestro (wel geliefd bij mij) had het ganse zooitje niet in de hand. Ik denk een gemis aan repetitie want voor mij was het een slechte algemene repetitie. Het decor had ik reeds gezien in Frankfurt en het was hetzelfde waarvan de toeschouwers wordt gevraagd om eerst uit te kienen wat de DIRECTOR bedoelde. Gooi dat ding gewoon weg. De ENIGE was Laurence en hij gaf zangles, interpretatie ook na alle bravoure met het op en neer dalen van de ladders waar de geliefden elkaar moesten zoeken en zo ver van elkaar tenslotte ook hun hoge D moesten halen. In Luik wordt Arturo neergeschoten. Bellini besliste echter dat Cromwell een algemeen pardon afkondigt en dus ook voor alle Stuarts en dus ook voor Arturo. Hier schrijven we het libretto zelf ook al werd het opgevoerd als “toneelstuk” gezien door “het koor”. Conclusie : verkwanseld. Dit is slechts het topje van de ijsberg. Jammer, jammer zo’n prachtige grand-opera. Wie het goed vond heeft nog nooit een echte I Puritani gezien of gehoord.

  13. Leendert
    20 juni 2019 at 10:26

    Tjonge, dacht ik afgelopen zondag van prachtige zang van Malkova te hebben genoten, moet ik hier lezen dat er allemaal weer niks van deugt en dat ik waarschijnlijk nog nooit een goeie Puritani heb gezien of gehoord. Ik sluit dat niet uit. Ik was destijds onder de indruk van de Elvira van Netrebko aan de Metropolitan, maar heb begrepen dat de belcanto puristen daar ook van alles op aan te merken hadden. En ja, gekrijs van Malkova in de hoogte: ik heb het volledig gemist, moet ik bekennen. Echte kenners, waartoe ik mijzelf niet reken, zullen ongetwijfeld enkele technische onvolkomenheden hebben bespeurd, maar on the whole deed ze het prima en was het een genot om naar te luisteren.
    Kortom, ik kan me prima vinden in de recensie van Peter Franken.

  14. Maarten-Jan Dongelmans
    20 juni 2019 at 16:13

    @Leendert: heerlijk zoals vooral sopranen bij hun gehoor altijd de meest uiteenlopende reacties weten te ontketenen.

  15. Leendert
    20 juni 2019 at 17:35

    @Maarten-Jan: Zeker. Het verbazingwekkende is dat we tot dusverre het er allemaal over eens zijn dat Lawrence Brownlee er wel mee door kon. Die moet dan wel ongelofelijk goed zijn geweest! En dat was ie! Hij was werkelijk in blakende vorm. Misschien is mijn eindoordeel over de productie wel wat vertekend door zijn prestatie, ik weet het niet. Ik zou eigenlijk nog een keer moeten gaan. Maar ik begrijp dat Mezzo TV de productie ook opneemt voor latere uitzending. Al haalt dat het natuurlijk niet bij er echt bij zijn.

  16. Benjamin
    21 juni 2019 at 16:42

    Ik was er zondag bij. De regie vond ik niet sterk. De vermenging van tijdslagen (Bellini’s tijd en de tijd van de handeling in het libretto) werkte matig en voegde weinig toe. De ‘zwarte Elvira’/doodsengel probeerde het verhaal in de verkeerde richting te sturen, met een voorkeur voor Riccardo boven Arturo. Wil haar dood aan het einde zeggen dat Bellini’s genie het uiteindelijk toch wint? Vooral die drietrapsfinale werkt niet; een regie die niet verdiept, maar eigenlijk alleen maar verwart.

    Wel een genot om de opera eens absoluut compleet te horen, inclusief het prachtige trio voor Arturo/Enrichetta/Riccardo in de eerste akte en de uitbreidingen voor Arturo en Elvira in de derde akte.

    De lage mannenstemmen vond ik weinig indrukwekkend, vooral Cassi die inderdaad de weg volledig kwijt was in zijn cabaletta in de eerste akte. Brownlee was hors categorie, wat een ongelooflijke stem en stijl; zelfs de hoge F in Credeasi, misera klinkt nog min of meer gemakkelijk en geïntegreerd in de rest van de stem. Over Marková ben ik geloof ik enthousiaster dan de meesten hier. Geen grote of heel individuele stem, maar wel veel gevoel voor belcanto en mooi expressief; als totaalpakket vond ik haar Elvira zeker overtuigen.

  17. theo laceulle
    21 juni 2019 at 17:46

    Wie hoorde nog Anna Moffo, Luciano Saldari en Giuseppe Forgione bij de oude Nederlandse Opera, begin jaren ’60?

  18. Maarten-Jan Dongelmans
    21 juni 2019 at 22:00

    @Theo Laceulle: Peter van der Lint noemde die happening die begin 1962 plaatsvond in zijn necrologie van La Bellissima op 18 maart 2006 in Trouw.

  19. Maarten-Jan Dongelmans
    21 juni 2019 at 22:08

    Zie ook de lezersrecensie ‘Historisch operabesef’ van dit forum, gedateerd 6 februari 2009 (dat waren nog eens tijden …).

  20. Rudolph Duppen
    22 juni 2019 at 12:36

    @Theo Laceulle:In hezelfde seizoen (1961-1962) dat Anna Moffo de Elvira zong in I Puritani (23-01-1962) dirigeerde Bernard Haitink zijn eerste Don Giovanni bij De Nederlandse Opera.We wisten toen nog niet hoe goed dat was want we hadden weinig vergelijkingsmateriaal. Ik bewaar ook prachtige herinneringen aan Gruberova in I Puritani tijdens de Bregenzer Festspiele.

  21. Adriaan
    23 juni 2019 at 11:29

    22 juni bijgewoond Fanatastisch
    Ik weet niet wat u heeft gezien mijnheer Liers…
    Alle zangers kregen een ovationeel applaus ( inclusief het gestamp op de vloer..)natuurlijk was het meeste weggelegd voor het liefdeskoppel
    Geen gekrijs hoor bij Makarova Mooi en dikwijls zelfs ingetogen
    Ook de dirigente had alles goed in de hand Luik heeft zich weer eens van zijn beste kant laten zien

  22. c.horsmeier
    23 juni 2019 at 15:55

    Maarten_-_Jan Dongelmans Prachtige verhalen op Historisch Opera besef over de puritani s . Ja mijn1 ste was ook die met Anna Moffo , ik was toen 17 en weet nog dat de zaal slecht bezet was, maar was wel normaal in die tijd bij de oude Ned.Opera. Heb eens op een zondagmiddag een schitterende Don Carlos gezien met Antoinette Tiemessen, Mimi Aarden ( een der best Eboli s ooit)
    Guus Hoekman en er zaten welgeteld 5 menzen in de zaal, boven iets meer maar meer da 60 a 70totaal zeker niet.

    Ben gelukkig wel in bezit van de cd Vqan I Puritani met Anna Moffo, Gianni Raimond \Ugo Savarese o.a op Myto.

    Jazeker de puritani hier bij opera Bel Canto in Velsen, bij mij om de hoek was ook geweldig vooral dre tenor Francois Soons, wat een stem onbegrijpelijk dat hij nooit bij de Opera heeft gezongen.
    Ik heb ook de cd van Cristina Deutekom en Terranova uit LUIK opgenomen 20 februari 1981.
    Wat ik heeljammer vind is dat er nooit een cd is uitgebracht van de Matinee uitvoering Don Carlos onder Giuluni helemaal compleet met Maria van Dongen, Mimi Aarden, Renaat Verbruggen ZONDE.heb deze gelukkig wel op cassette.

    c.horsmeier@kpnmail.nl

  23. c.horsmeier
    23 juni 2019 at 15:58

    sorry voor mijn taal fouten bedoelde meer dan en mensen ipv menzen. sorry te snel geschreven

  24. Maarten-Jan Dongelmans
    23 juni 2019 at 19:26

    @Heer Horsmeier: kan gebeuren ‘in het vuur van de strijd’.