FeaturedGeen categorieOperarecensie

Muzikale nacht in het museum

Het idee dat een museum ‘s-nachts een eigen, veel opwindender leven heeft dan overdag, is heel aantrekkelijk voor film- en theatermakers, schrijvers en componisten. Afhankelijk van de collectie, kunnen ze museumbewoners de meest onwaarschijnlijke verhalen laten vertellen (vaak veel interessanter dan de bijschriften van exposanten) en ze van een heel andere kant laten zien dan in officiële biografieën. Je moet er als publiek natuurlijk voor open staan om je Rembrandts nachtwakers aan de vergadertafel voor te stellen of een bloemschikkende Napoleon, maar eenmaal over de streep, kun je ontzettend veel plezier aan deze ‘Nacht in het Museum’ beleven.

Ārt House 17’s ‘Geister von Sancssousi,’ of wel Nacht in het museum’ voor aanvang. Foto:©OLga de Kort

Dat is precies wat het muziekgezelschap Ārt House 17 voor ogen had in zijn sfeervolle, aanstekelijk vrolijke en geestige voorstelling ‘Geister van Sanssouci’ die meerdere uitvoeringen op het Festival Oude Muziek Utrecht heeft beleefd. Hier is geen plaats voor droge opsomming van stijlkenmerken, data van premières en wapenfeiten van componisten. De muziek brengt leven terug in het ontwaakte Paleis Sanscouci en de vertrekken vullen zich snel met gesprekken, gezang en gelach. De personages van schilderijen verlaten hun lijsten voor een dansje en een praatje, musici worden verenigd met hun instrumenten die overdag in de vitrines liggen, en zelfs koning Frederik de Grote komt met zijn hond een kijkje in de muzieksalon nemen. Dat alles onder de klanken van de muziek uit de glorietijd van het Potsdamse paleis, dat zijn deuren altijd open had voor musici en componisten.

Muziekzaal in Paleis Sanssouci.

Muziek aan het hof

Terwijl Pierrot (tevens de regisseur Adrian Schvarzstein), Harlekijn/Arlecchino (Enrico Bonavera) en Colombina/Inammorata (choreografe en gracieuze danseres Jūrate Širvytė) de een na de andere vrolijke commedia dell’arte pantomime opvoeren en hun eeuwige misverstanden proberen op te lossen, spelen de musici onder leiding van Michael Hell de ouverures, concerti, sonates, sinfonia’s en dansmuziek van Carl Philip Emanuel Bach, Johann Joachim Quanz, Carl Heinrich Graun, Baldassare Galuppi, Giuseppe Scarlatti, Joseph Haydn en Frederik de Grote. Eén voor een presenteren ze de instrumenten die aan het koninklijke hof hebben geklonken met de virtuoze soli voor luit, gitaar en hoorn, en maken zelfs een reconstructie van beroemde schilderij van Adolf Menzel, waarop Frederik de Grote het fluitconcert speelt.

Fluit spelende Koning Frederik de Grote in het  Paleis Sanssouci, schilderij van Adolph Menzel

De koning zelf laat ook van zich horen en blijkt, in de gedaante van de mezzosopraan Iris Vermillion, in het bezit te zijn van een mooie donkere stem, die vol en aangrijpend klinkt in Glucks aria ‘Che faró senza Euridice’.

Blijvende indruk

Er hoort natuurlijk een verhaal bij want de zoektocht naar een verloren geliefde speelt zich af rondom een lege schilderijlijst. De vermiste Euridice verschijnt iets later alsnog op het toneel en verrast het publiek met een helder en krachtig sopraangeluid. De Duitse countertenor/sopranist Philipp Mathmann laat een blijvende indruk achter (en niet alleen op het letterlijk van hun stoel afvallende commedia del’arte trio) met zijn uitstekend uitgevoerde aria’s “Ihr waret, was Ihr nicht meer seid” van André Grétry, “Fra le tante amare pene” van Giuseppe Scarlatti en het duet met Iris Vermillion “Ecco mio ben l’instante” van Carl Heinrich Graun. Zelfs de museumbewaker, die aanvankelijk nogal wat moeite heeft met het veranderingen in zijn expositieruimte, begint uit zichzelf spontaan mee te zingen. De bariton Dietrich Henschel zorgt voor het ontstaan van vele komische situaties en blijkt zich goed thuis voelen in karaktervolle aria’s zoals Baldassare Galuppi’s “Quando gli augelli cantano”.

Scenefoto “Geister von Sanssouci’. Foto:© Leo Wiggers

Sprankelend

Iedereen op het toneel geniet van een gemoedelijke avond tot de nacht ten einde loopt. Als de bewaker uit zijn slaap ontwaakt (zou hij dit alles hebben gedroomd?), herinnert niets in de kamer meer aan de net nog zo levensechte nachtelijke taferelen. Maar het publiek zal ongetwijfeld aan deze ‘Geister van Sanssouci‘ nog met plezier terugdenken als het volgende keer in een museum rondloopt. Daarvoor hulde aan alle bedenkers en uitvoerders, van de regisseurs Thomas Höft en Adrian Schvarzstein tot de meest flegmatische en muziekminnende zwarte labrador wiens liefde voor muziek door vele koekjes werd verzekerd). Met zijn allen wisten ze met deze muzikaal inspirerende en sprankelende voorstelling het publiek een onvergetelijke ‘nacht in het museum’ te bezorgden.

Verder kijken, lezen en luisteren

Hier in video impressie van de voorstelling via Twitter.

In 2019 werkten Michael  Hell en Thomas Höft samen aan mooie Scarlatti voorstelling in het Festival Oude Muziek waar Martin Toet verslag van deed.

 

 

Vorig artikel

Carmen zonder sensuele Carmen

Volgend artikel

Pieter van den Berg overleden

De auteur

Olga de Kort

Olga de Kort