BuitenlandFeaturedOperarecensie

De nieuwe Tannhäuser in Bayreuth (2)

Met een nieuwe productie van Tannhäuser opende afgelopen week de Bayreuther Festspiele 2019. Peter Franken reisde af naar Wagners beroemde Festspielhaus en doet in twee delen verslag. In deel twee: de voorstelling op zondag 28 juli.

Tannhäuser (Stephen Gould) en Venus (Elena Zihidkova) in de Venusmobiel. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

De vorige Tannhäuser-productie in Bayreuth werd al na vier seizoenen van het tableau gehaald. Regisseur Tobias Kratzer neemt zijn voorganger op de hak door de Venusmobiel langs een bord te laten rijden met de tekst ‘Biogasanlage’. Daaroverheen is een papier geplakt met de mededeling: “Wegen mangelnde Nachfrage geschlossen.”

Hoewel Kratzer met zijn Tannhäuser beduidend meer buiten de lijntjes kleurt dan zijn collega’s in de vier voorafgaande nieuwe producties, kan hij de toekomst met een gerust hart tegemoet zien. Deze productie is een blijvertje en kan op veel bijval van het publiek rekenen, zo voorspel ik. Net als bij de vorige Lohengrin, waarin het koor was gekleed als ratten in een proeflaboratorium, kan men gemakkelijk om de zaken die met het libretto wringen heen kijken en zich concentreren op het grote verhaal van de opera. Want dat wordt hier uitstekend verteld.

Metatheater

In de eerste akte werd de toon gezet met een sexy Venus, die zich aan niets of niemand iets gelegen liet liggen. Mooie typecast van mezzosopraan Elena Zhidkova, die het eerste gedeelte van de openingsakte volledig wist te beheersen met haar krachtige, heldere stemgeluid. Daarna waren we nog lang niet van haar af, want met man en macht probeerde ze haar maatje Tannhäuser terug in de Venusmobiel te krijgen. Het leverde fraai acteerwerk op tijdens de zangwedstrijd, waarin ze wist te figureren als Edelknabe. Haar directe collega, die deze onbekende nieuwkomer in het gareel probeerde te houden, leverde ook mooi stil spel.

De zangwedstrijd werd getoond als metatheater met een in tweeën gesplitst toneel. De bovenste helft gaf live-videobeelden te zien van het backstagegebeuren, de onderste helft was een zeer klassiek vormgegeven toneelbeeld (à la Cosima) met prachtig geüniformeerde zangers. Aardig detail was dat Markus Eiche, die Wolfram vertolkte, achter het toneel met zijn hoofd tegen de muur bonkte, terwijl Tannhäuser een duet zong met Elisabeth. De acteur is verliefd op de actrice die op het toneel speelt dat ze verliefd is op Tannhäuser en dat in ‘werkelijkheid’ is op de zanger die dit personage vertolkt… Theater in het metatheater als het ware. Voor zover bekend was geen der aanwezigen verliefd op een collega.

Voor de zangwedstrijd splitste het toneel in tweeën: boven live-videobeelden, onder een klassiek vormgegeven toneelbeeld. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

Stephen Milling stelde enigszins teleur als Landgraf Hermann. Ik vond hem wat minder verzorgd klinken dan kortgeleden in Amsterdam. Een mooi optreden gaf daarentegen Daniel Behle als Walther von der Vogelweide, die zijn ‘Den Bronnen, den uns Wolfram nannte’ op passend ‘schwärmerische’ wijze vertolkte. Die bijdrage van Walther is toch wel een voordeel van de Dresdner Fassung van de partituur, evenals het kortere bacchanaal. Daardoor zit er theatraal meer actie in het geheel. Al denkt een dirigent als Marc Albrecht daar anders over, getuige zijn interview met het Wagnergenootschap.

Sarcastische Elisabeth

Lise Davidsen was een revelatie als Elisabeth. Deze sopraan heeft alles in zich om een vaste waarde in het Wagnerrepertoire te worden, zonder twijfel een toekomstige Isolde en Brünnhilde. Toch een puntje van kritiek. Davidsen gaf er tijdens het verloop van de tweede akte blijk van zeer goed haar stemvolume te kunnen doseren, maar zong naar mijn smaak haar binnenkomer ‘Dich teure Halle’ onnodig luid. Een keuze? Zenuwen? Wie zal het zeggen. Gebrek aan techniek was het zeker niet.

Als Tannhäuser zijn eerste bijdrage aan de wedstrijd heeft geleverd, waarin hij de ‘bronnen van de liefde’ bezingt, wordt Elisabeth geacht heel even schuchter haar instemming te betuigen. Hier stond ze op, klapte sarcastisch en liep van het toneel. Haar oom hield haar tegen – terug jij – maar de boodschap was duidelijk. Het was de reactie van ‘a woman scorned’ en Tannhäuser hoefde nog lang niet op vergeving te rekenen. Pas toen hij fysiek belaagd dreigde te worden, nam ze hem in bescherming, hoewel hij op dat moment nota bene aan het flikflooien was met Venus, die de zangwedstrijd had gecrasht.

Lise Davidsen, hier met Manni Laudenbach als Oskar, was een revelatie als Elisabeth. (© Bayreuther Festspiele / Enrico Nawrath)

De gealarmeerde politie stormde het toneel op en Tannhäuser werd in de boeien geslagen. Waarvoor bleef onduidelijk. Hij ging voor langere tijd het gevang in, zo bleek, maar waarom eigenlijk? Dit deel van de productie was duidelijk het zwakste in Kratzers benadering. Feitelijk liep hij vast in zijn gekozen concept. Daaruit bleek maar weer eens wat een theatraal wondermiddel het idee van verlossing eigenlijk is. Je kunt er alles mee rechtbreien, tot tevredenheid van het publiek. De hemel en ‘ze leefden nog lang en gelukkig’: welke regisseur maakt er nooit eens gebruik van?

Gould is Tannhäuser

Markus Eiche zette een welluidende Wolfram neer, fraai van toon en goed geacteerd. Wolfram is één van zijn paraderollen en hij maakte ook al deel uit van de cast van de vorige productie, die overigens een paar jaar geleden op dvd werd uitgebracht. Zijn personage werd zodanig neergezet dat invoelbaar was dat Elisabeth liever iemand anders had dan die beminnelijke houten klaas, die steeds de deur voor haar openhield en haar schooltas wilde dragen.

Stephen Gould is een fenomeen in de Wagnerwereld. Inmiddels heeft hij de titelrol in deze opera al meer dan honderd keer gezongen en hij is hard op weg eenzelfde score te verwezenlijken met zijn tweede grote rol, Tristan. In Bayreuth zingt hij ze dit seizoen allebei. Die man moet ijzersterke stembanden hebben.

Van begin tot eind was Gould uitstekend bij stem. Hij gunde zichzelf nergens rust door wat gas terug te nemen. Afgezien van een paar mindere noten was hij de perfecte titelheld. Of hij nu zong geschminkt als clown of als zwerver, zogenaamd terugkerend uit Rome, het maakte allemaal niet uit: Gould is Tannhäuser. Groot compliment.

Dat wordt dirigent Valery Gergiev niet gegund. Het leek er sterk op dat hij deze reeks voorstellingen in Bayreuth als een tussendoortje had ingepland, met engagementen in Salzburg, Verbier en Japan om de lege dagen te vullen. Bayreuth is voor dirigenten echter extreem moeilijk en een gebrek aan gewenning en het onvolledig benutten van de beschikbare repetitietijd breken zelfs de grootste routinier op. Het orkest bestaat gelukkig uit musici die het klappen van de zweep in de ‘Orchestergraben’ goed kennen, waardoor het gemis aan directie wel wordt opgevangen, maar Gergievs aanwezigheid had beslist geen meerwaarde. Volgend seizoen wordt hij niet teruggevraagd.

Wat deze productie nodig heeft, is een kritische blik op de afhandeling van de tweede akte en een goed ingespeelde dirigent. Die komt er volgend jaar in elk geval in de persoon van Axel Kober, die ook de vorige Tannhäuser dirigeerde. Voor het overige is het een succesnummer, al zal het voor fundamentalistische librettogetrouwen wel weer even slikken zijn geweest. Maar daarmee blijft Kratzer volledig in de Bayreuth-traditie.

Lees ook deel één van deze recensie over de nieuwe Tannhäuser in Bayreuth.

Tannhäuser is nog tot en met 25 augustus te zien. Zie voor meer informatie de website van de Bayreuther Festspiele.

Vorig artikel

De nieuwe Tannhäuser in Bayreuth (1)

Volgend artikel

LOD muziektheater brengt opera over pesten

De auteur

Peter Franken

Peter Franken

10Reacties

  1. Paul
    1 augustus 2019 at 14:13

    Dit jaar geen Bayreuth voor mij, maar deze Tannhäuser heb ik in de bioscoop gezien net over de grens in Duitsland.
    Ik vond vooral de zangers fantastisch. De regie zat wellicht goed in elkaar (enkele rariteiten zoals ook beschreven), maar wist mij niet te ontroeren zoals de productie bij DNO in april. Nu is dat wellicht een rare vergelijking, omdat je eem live-uitvoering niet kunt vergelijken met een bioscoopuitzending.

  2. Leendert
    1 augustus 2019 at 16:26
  3. Maarten-Jan Dongelmans
    1 augustus 2019 at 19:31

    @Leendert: top! Dank voor de kijktip.

  4. Stefan Caprasse
    2 augustus 2019 at 09:53

    Ik ga er zelf naartoe volgende week dinsdag 13 augustus (eerst Tristan, Meistersinger & Lohengrin. Ik ben benieuwd en lees daarom voorlopig niet de recensie…

    Nog eens eraan herinneren -voor wie moest belangstelling hebben- dat ik voor al deze voorstellingen één extra plaats teveel heb…

  5. Rudolph Duppen
    2 augustus 2019 at 20:11

    Na 10 minuten had ik het wel gezien.Misschien dat ik het later nog een keer probeer. Wel fantastisch dat we de voorstelling meteen zelf kunnen beoordelen.

  6. Rudolph Duppen
    3 augustus 2019 at 21:32

    Net de tweede akte bekeken en beluisterd. Een combinatie van de sublime and the ridiculous. Het lijkt wel of de regisseur zich heeft laten inspireren door Ariadne auf Naxos van Strauss en Hofmannsthal waarin de hoogdravende pretenties van de hoofdpersonen worden ondergraven door de commedia dell’ arte figuren.In de opera van Strauss werkt dat uitstekend. In deze Tannhäuser is het ridicuul.Als pauze filmpje zou het illegaal betreden van het Festspielhaus erg leuk zijn geweest maar hier is het niet op zijn plaats. Het past wel in de tijdgeest van ontregeling.Muzikaal vond ik het nogal tegenvallen.Gergiev had de Tannhäuser speciaal nog op het repertoire van het Mariinsky Theater gezet om goed voorbereid te zijn op de uitvoeringen in Bayreuth. Daar was weinig van te merken. Er was een gebrek aan nuance en de tempi waren soms erg traag. Lise Davidsen heeft een fraaie stem maar mist expressie. Stephen Milling zong mooi maar niet zo goed als in Amsterdam. Hij had volgens mij last van het trage tempo van Gergiev. Stephen Gould kon mij dit keer niet bekoren. Hij moest voortdurend forceren en de stem werd steeds minder flexibel.Veel zangers zie ik trouwens liever niet in close up.Ik moest tijdens het bekijken van deze akte steeds denken aan het beroemde ballet van Hans van Manen “Live” (1979) waarin ook wordt gespeeld met on stage, off stage en backstage. Op naar de derde akte.

  7. Leendert
    4 augustus 2019 at 12:17

    Tannhäuser als roadmovie, ik vond het schitterend, topentertainment! Er werd niet alleen erg goed gezongen, maar wat vooral opviel was de voortreffelijke personenregie. De spelvreugde spatte ervan af, het was geen moment saai. Als er zo buiten de lijntjes gekleurd wordt, dan mag dat van mij.

  8. Stefan Caprasse
    5 augustus 2019 at 16:10

    Meestal zie ik het ook zo: als het mooi gedaan is, mag men van mij (heel) ‘ver’ gaan… Het moet natuurlijk nog enigszins verband houden met het onderwerp.
    Hoe dan ook we (pluralis majestatis) zullen volgende week wel zien…

  9. Kris Cornelis
    5 augustus 2019 at 17:55

    Lise Davidsen zong Sieglinde (enkel ActI) in Antwerpen, een paar maand geleden… en ik vond dat zij toen ook te luid zong.

  10. Rudolph Duppen
    6 augustus 2019 at 22:10

    De derde akte laat ik toch maar aan me voorbij gaan. Zonde van mijn tijd. Misschien probeer ik het nog eens op een regenachtige dag. Ik bewonder de zangers en de figuranten dat ze in die bloedhitte in dit malle concept (moeten) meegaan. Het is me trouwens nog steeds niet duidelijk waarom Oskarchen uit Die Blechtrommel meedoet.Is het de regisseur die herrie maakt en ontregelt en de tijdgeest aanvoelt net als GÜnther Grass?

    @Stefan Caprasse: Ik wens U een mooi verblijf in Bayreuth volgende week. Ik ben benieuwd naar uw reacties.