AchtergrondNieuws

Arvid Fagerfjäll en Hikaru Kanki winnen IVC

De Zweedse bariton Arvid Fagerfjäll en de Japanse pianist Hikaru Kanki hebben het 54ste Internationaal Vocalisten Concours gewonnen. De liedduofinale die zondagavond in Den Bosch werd gehouden leverde een breed scala aan winnaars op in verschillende prijscategorieën. Hikaoru Kanki werd ook onderscheiden met de Rudolf Jansen Prijs voor de meest onderscheidende pianist van de finale.

De winnaars van het 54ste IVC: bariton Arvid Fagerfjäll en pianist Hikaru Kanki. (© Ronald Knapp)

De vier liedduo’s die afgelopen zondagmiddag in de finale van het Internationaal Vocalisten Concours (IVC) zongen en speelden wisten sinds vrijdagavond laat dat zij de laatste ronde gehaald hadden. Die vrijdagavond, rond 23.00 uur, betrad juryvoorzitter Dame Sarah Connolly het podium van de Statenzaal van het Noordbrabants Museum. Daar hadden donderdag- en vrijdagavond de halve finales plaatsgevonden. Er was volop publiek bij en wie niet in de zaal was, kon via een livestream op YouTube meekijken. De zaal, die voor het IVC het te verbouwen Theater aan de Parade vervangt, bleek een weldadige akoestiek te hebben. Elke stem kwam tot zijn recht, elke pianonoot klonk rijk en helder.

Dertien liedduo’s lieten zich tijdens de halve finales horen in repertoire dat weliswaar een verplicht kader had, maar waarbinnen volop ruimte was voor eigen keuzes. Het Duitse en Franse kernrepertoire was verplicht, net als het gebruik van drie talen, waarbij voor de finale een extra taal moest worden toegevoegd. Eén lied in de eindrondes moest van na 1920 zijn.

Opvallend was de originele keuze die de deelnemers maakten. Geen enkel stuk uit de Schubert-cycli, veel minder bekend Schumann-repertoire en – spijtig – niet veel Engelstalig repertoire, op een enkele Gerald Finzi en Vaughan Williams na. De echte daredevils zongen werk van George Crumb en dat betekende onvermijdelijk dat de muziekstandaard van de Fazioli ging en de pianist zijn of haar handen rechtstreeks op het binnenwerk van de vleugel moest laten wapperen.

Vermeer

Voor elk duo verplicht was het lied ‘Het goud van Vermeer‘ op muziek van Bart Visman en met een briljante tekst van Marc Pantus. Hij plaatste in zijn gedicht de duo’s letterlijk in het hier en nu met een tekst over wat ze op dat moment aan het doen waren. Bijna cabaretesk bood het veel kans op expressie, en die kwam er.

De Amerikaanse Sophia Burgos blies in de halve finale het publiek omver met haar vertolking en het Litouwse duo van tenor Ilja Aksionov en pianist Gustas Raudonius bracht het lied zo mogelijk nog expressiever, én in het Nederlands. Bijna ontroerend was de keuze van de Duitse bariton Matthias Hoffmann om in de laatste woorden even van de tekst af te wijken. Hij zong aan het slot niet ‘here I am’ maar ‘here we are’, verwijzend naar zijn pianist Lisa Ochsendorf. Sommige andere deelnemers maakten er een echte egotrip van, daarbij de pianist, die in de tekst nadrukkelijk genoemd werd, volledig negerend. Luister naar wat juryvoorzitter Dame Sarah Connolly in de podcast Opera Magazine over de samenwerking zegt.

Frivole kant

Vier duo’s haalden de finale van het concours. Het duo van Vassia Alati (Nederlands-Grieks) en de Japanner Yuto Kiguchi werd niet tot de finale toegelaten, maar kreeg wel de kans om op te treden in Spiegelzaal op NPO Radio 4 op de ochtend van de finale. Ze wonnen een engagement voor een lunchconcert in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw.

Voor de finale hadden de duo’s de opdracht een compleet ander repertoire uit te kiezen dan voor de halve finale – met als extra eis een lied van een Nederlandse componist. Ze kozen onder anderen Diepenbrock, Bosmans en Van Eijken.

Bariton Arvid Fagerfjäll en pianist Hikaru Kanki in actie. (© Ronald Knapp)

De vier zangers en hun pianisten leken in de finaleoptredens in een nog betere vorm dan bij hun performance in de halve finales. De Zweed Arvid Fagerfjäll moest openen. Hij stond meer geaard op het podium van de Verkadefabriek, was kalmer en zong doorleefder dan eerder in de week. De afstemming met begeleidster Hikaru Kanki was intens en zijn geinige stemmetjes in een gezongen fabel van De La Fontaine, ‘Le loup et l’agneau’ op muziek van André Caplet, toonden een wat frivolere kant van de bariton.

De Chinese tenor Zhuohan Sun met zijn Servische begeleidster Sara Pavlovic bracht onder meer een uitmuntend ‘Nacht und Träume’ van Schubert. Zijn intonatie was perfect en zijn uitspraak van het Duits voorbeeldig. Hij koos voor repertoire dat goed bij zijn stem paste – daardoor mogelijk wat veilig – maar binnen die vocale comfortzone schitterde hij in zijn expressie en vocaal.

Voor en na de pauze klonk tweemaal het verplichte lied van Visman en Pantus. Sophia Burgos was zo levendig in haar voordracht dat het bijna schmierderig werd. Net als haar tegenstander in deze prijscategorie voor de zanger met de beste vertolking van het plichtlied, Matthias Hoffmann, scoorde ze in mijn oren en ogen een tien voor de uitvoering. Omdat bas-bariton Matthias Hoffmann zich het lied nog meer eigen maakte, verdiende de sopraan wat mij betreft één en de bas-bariton twee griffels. Maar de jury zou anders beslissen.

In het derde finaleoptreden was Sophia Burgos net zo overtuigend als in haar eerdere recital tijdens dit concours. De woorden van een echte kenner over haar zang naar aanleiding van dat eerdere optreden schoten me weer te binnen. Burgos is een uitstekend liedzangeres, maar met haar stijl en haar grote stem is ze mogelijk nog meer op haar plaats op een groter operapodium.

Het laatste finaleduo van bas-bariton Matthias Hoffmann – hij deed al eerder mee aan het IVC in 2019 – en pianist Lisa Ochsendorf continueerde de kwaliteit van het halvefinaleoptreden. Vocaal klonk hij in mijn oren nog wat beter, met een prettiger klank in de luidere passages. Hoffmann maakte voor deze finale wellicht de minst originele keuze van de middag met Hahns ‘L’heure exquise’. Maar wat een vocale beheersing, wat een klankleuren, wat een verstilling bij de soms zo olijke Oostenrijker.

Risico’s

En toen kwamen de oordelen van de hoofdjury en die van het publiek, de pers en de jongeren. Een aantal duo’s kreeg engagementen aangeboden, zodat het Nederlandse publiek ze later nog eens kan zien en horen. Voor een optreden tijdens het Internationaal Lied Festival Zeist in mei 2022 werden Sophia Burgos en haar begeleider uitgenodigd. Vassia Alati zal een lunchconcert geven in het Amsterdamse Concergebouw en Elia Askonov komt zingen in de Willem Twee Toonzaal in Den Bosch.

Eerste prijswinnaar werd het duo van bariton Arvid Fagerfjäll en pianist Hikaru Kanki. De jury kende hen de Eugene Pannebakker LiedDuo Prijs toe, met een bronzen penning en een geldprijs van 7.500 euro. Opvallend dat met name Sophia Burgos en Matthias Hoffmann de andere prijzen verdeelden. Zij was favoriet voor de prijs voor de uitvoering van het plichtlied, hij kreeg de publieksprijs en de prijs van de Junior Jury.

De persprijs ging naar het duo van tenor Ilja Aksionov en pianist Gustas Raudonius. De persjury wilde jong talent stimuleren en onderstreepte het belang van het nemen van risico’s. Aksionov greep het publiek in zijn voordracht, zo meende de persjury.

Prijzen

Hieronder vindt u een overzicht van alle prijzen. Delen van de finale zijn maandagavond te horen in het Avondconcert op NPO Radio 4 op NPO Radio 4. De opnamen van de streams van de laatste rondes zijn te vinden op het YouTube-kanaal van het IVC.

Eugène Pannebakker LiedDuo Prijs € 7.500
Arvid Fagerfjäll, bariton (Zweden, 1991) & Hikaru Kanki, pianist (Japan, 1993)

Staetshuys Fonds Prijs (toegekend aan de runner-up in de Finale) € 3.500
Sophia Burgos, sopraan (VS, 1991) & Daniel Gerzenberg, pianist (Duitsland, 1991)

Van Riemsdijk Prijs (toegekend aan de beste uitvoering van het Prijslied) € 2.500
Sophia Burgos, sopraan (VS, 1991) & Daniel Gerzenberg, pianist (Duitsland, 1991)

Vrienden van de IVC Prijs (toegekend tijdens de halve finales door de Vrienden van IVC) € 2.000
Ekaterina Chayka-Rubinstein, mezzosopraan (Duitsland, 1998) & Maria Yulin, pianist (Israël, 1988)

Rudolf Jansen Prijs (toegekend aan de meest onderscheidende pianist van de Finale) € 1.500
Hikaru Kanki, pianist (Japan, 1993)

Edwin Rutten & Annett Andriesen Publieksprijs (toegekend door het publiek tijdens de Finale) € 1.500
Matthias Hoffmann, basbariton (Oostenrijk, 1991) & Lisa Ochsendorf, pianist (Duitsland, 1991)

Pers Prijs (toegekend tijdens de halve finales door de pers jury) € 1.000
Ilja Aksionov, tenor (Litouwen, 1996) & Gustas Raudonius, pianist (Litouwen, 1996)

Junior Jury Prijs (toegekend tijdens de halve finales door de junior jury) € 500
Matthias Hoffmann, basbariton (Oostenrijk, 1991) & Lisa Ochsendorf, pianist (Duitsland, 1991)

Internationaal Lied Festival Zeist Prijs (optreden in een komende editie van het Lied Festival)
Sophia Burgos, sopraan (VS, 1991) & Daniel Gerzenberg, pianist (Duitsland, 1991)

Overige engagementsprijzen zijn te vinden op www.ivc.nu.

Vorig artikel

‘Authentieke’ Rheingold klinkklaar goud

Volgend artikel

In de zalen: Formidable, Le Grand Macabre, Du Pré

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.