Recensies

Beeldschone Müllerin van Schuen en Heide

Bariton Andrè Schuen en pianist Daniel Heide hebben de Schubert-discografie verrijkt met een voortreffelijke opname van Die schöne Müllerin. De balans, de klank, de tempi: alles overtuigt in deze opname.

Onlangs brachten Martijn Cornet en het Ragazze Quartet een nieuwe, geslaagde opname van Winterreise (1828) uit. Het is interessant om kort daarna Schuberts paar jaar oudere cyclus Die schöne Müllerin (1824) te beluisteren. Het werd ooit in het Nederlands vertaald onder de titel Zomerreis, wat het verschil met Winterreise treffend verwoordt. Hoewel liefdesverdriet de toon in beide cycli bepaalt, is Die schöne Müllerin opgewekter, levendiger, meer extravert dan introvert.

De cyclus vertelt het verhaal van een rondtrekkende jongeman. Hij komt bij een molen te werken, waar hij verliefd wordt op de molenaarsdochter. Het lijkt even te vonken, maar dan verschijnt een jager ten tonele, die direct het hart van het meisje steelt. De jongeman blijft ontgoocheld achter. Aan het einde verdrinkt hij in de molenbeek, vermoedelijk opzettelijk.

De nog jonge Andrè Schuen is geknipt als hoofdpersoon in deze cyclus. Met zijn macho bariton giet hij veel jeugdige energie en passie in de liederen. Zijn expressie is levendig en uitgesproken, maar dat gaat nooit ten koste van zijn werkelijk feilloze dictie. Bij elk volume komt de tekst kraakhelder naar voren; geen klinker of medeklinker wordt vergeten.

Schuen gaat helemaal op in zijn liefde voor de molenaarsdochter, met bravoure gezongen. Tegelijk kan hij zijn gevoelens – en dan vooral zijn verdriet na de afwijzing – met onvoorstelbaar delicate pianissimoklanken verklanken. In bijvoorbeeld ‘Der Neugierige’ en ‘Die liebe Farbe’ kust hij je oor op een manier die ik zelden gehoord heb, zo teder en liefdevol. Wat een complete, wonderschone liedzanger!

Andrè Schuen en pianist Daniel Heide werken al jaren samen. Het cd-boekje beschrijft hoe ze honderden uren samen in de auto doorbrachten, op weg naar concerten. De chemie is duidelijk hoorbaar in de opname, die is gebaseerd op hun ervaringen tijdens concertuitvoeringen van de cyclus.

Schuen en Heide hebben mijns inziens een perfecte gemeenschappelijke klank en stijl gevonden. Het zeer warme en vloeiende spel van Heide werkt vaak als een waterstroom (niet alleen in de letterlijke uitbeeldingen van de beek, ook in andere liederen), waar Schuen de poëzie van Müller en Schubert met grootst mogelijke zorg op laat varen. In hun komma’s en vertragingen is het duo volledig eensgezind en ook in de tempi lijken ze zich helemaal te kunnen vinden. Een zeer harmonische, organische uitvoering. Een verkwikking in deze concertarme tijd.

Vorig artikel

DNO brengt première Die ersten Menschen

Volgend artikel

Eisler Trio geeft online concert

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.