FeaturedOperarecensieRecensiesRedactioneel

DDR Film Orpheus in der Unterwelt in IFFR

het International Film Festival Rotterdam vertoont een heel speciale operafilm. In opdracht van DEFA, de staatsfilmstudio van de DDR, maakte de muziektheaterregisseur Horst Bonnet begin jaren ’70 een film gebaseerd op Jacques Offenbachs ‘opéra bouffe’ Orphée aux enfers uit 1858. In het origineel wordt subtiel de heersende klasse ten tijde van het Seconde Empire onder keizer Napoleon III op de hak genomen en dat bood Bonnet een uitgelezen kans hetzelfde te doen met de toenmalige machthebbers in de DDR. Overigens moet je er als kijker wel alert op zijn, al te opvallende kritiek op het regime van Erich Honecker zou beslist weg gecensureerd zijn.

Poster van Orpheus in der Unterwelt. Foto: © Alfred Hirschmeier/Potsdam Filmmuseum der DDR

Bonnet kon beschikken over een ruim budget en toonaangevende artiesten uit die tijd. Het koor was afkomstig van de Staatsoper en De Komische Oper en het Metropole Theater leverden een groep dansers. De muzikale begeleiding kwam voor rekening van het DEFA huisorkest onder leiding van Robert Hanell, die ook de bewerking van Offenbachs muziek maakte. Het resultaat is ernaar: iemand als Barrie Kosky zou het niet kunnen verbeteren. Bonnet komt met een enscenering die visueel over the top is met exuberant acteerwerk, uitstekend geregisseerde scènes waarin zeker 50 hoofdrolspelers, koorleden, dansers en figuranten tegelijkertijd aan het werk zijn. Overigens deed de productie mij in veel opzichten direct denken aan Kosky’s Orpheus die hij enige jaren geleden maakte voor de Salzburger Festspiele.

Filmstill uit Orpheus in der Unterwelt met Gerry Wolf als Jacques (Offenbach) ©Copyright DEFA Stiftung. Fotograaf Herbert Kroiss.

Bonnet heeft afgezien van het personage Publieke Opinie en komt in plaats daarvan met Offenbach zelf als degene die Orpheus weet op te jutten zijn vrouw uit het dodenrijk terug te halen. ‘Als je dat niet doet zal niemand meer zijn dochter bij jou muziekles laten volgen’. Tja, dat werkt. Moeten afzien van direct contact met jonge meiden gaat Orpheus te ver. Das Spiel drumm kann er nicht sparen. Jacques (Offenbach) neemt aanvankelijk alles waar vanuit een luchtballon, te beginnen in het Griekse dorpje Thebe waar Euridice een verhouding is begonnen met de als schaapherder vermomde Pluto. Na haar verscheiden gaan ze samen met die ballon naar de Olympus.

Aldaar breekt een oproer uit: de goden zijn het regime van Jupiter zat en balen ervan elke dag alleen maar nectar en ambrozijn voorgeschoteld te krijgen. Voor Bonnet biedt dit een uitgelezen kans een paar oneliners in te voegen. Zo stelt Juno dat de opstand zijn eigen schuld is: dan had je het binnenlands beleid maar meer aandacht moeten geven. Hij verzucht dat iedereen altijd alleen maar kritiek heeft en dat in de media alles wordt verdraaid. Ook het moreel niveau van de goden wordt door de stervelingen gehekeld, ze leven er maar op los daar op hun berg en laten zich aan niets en niemand iets gelegen liggen.

Rolf Hoppe als Jupiter. Foto: Herbert Kroiss, ©DEFA Stiftung

Jupiter wordt gered door de komst van Offenbach met de weerspannige klager Orpheus in zijn kielzog. Hij besluit naar de Hades te gaan om persoonlijk vast te stellen of Pluto daar die ontvoerde sterveling Euridice gevangenhoudt. Als ze echt zo mooi is als wordt beweerd, dan wil hij haar beslist voor zichzelf hebben; Pluto moet zijn plaats weten. Alle goden drommen om hem heen: ´mogen we mee? We willen zo graag mee´. Pluto belooft te zorgen voor echt eten en goede wijn en Jupiter geeft de godenschaar zijn zin. Een verzetje op zijn tijd houdt het volk in toom. Ook in de Hades wordt het een vrolijk pandemonium en Jupiter komt in de gedaante van een vlieg bij Euridice die dat ervaart als ‘bezocht’ worden door een man. Het is dat ze al dood is, anders had ze zomaar de volgende in de rij kunnen zijn die door de oppergod werd bezwangerd.

Dorit Gäbler als Euridice.Foto: Herbert Kroiss, ©DEFA Stiftung

Vooraf werd benadrukt dat deze film een gerestaureerde kopie is van het origineel dat op 70 mm werd gedraaid, breder dan dat is men nooit gekomen. Het IFFR is voor cinefielen dus zo’n technisch detail is ‘gefundenes Fressen’ voor veel bezoekers. De film werd uitgebracht in 1974 en zou een absolute hit kunnen worden op filmvonden voor operaliefhebbers, als die er tenminste nog zouden zijn.

De hoofdrollen: worden gespeeld door Dorit Gäbler ( Euridice) met de zangstem van Ingrid Czerny.   Jupiter is Rolf Hoppe ( zangstem Siegfried Vogel), Pluto is Kurt Marschner (Achim Wichert), Diana is de actrice Helga Piur met de stem van sopraan Elisabeth Ebert, Orpheus gezongen door Horst Hiestermann is Wolfgang Greese, Cupido wordt in de film gespeeld door Mona Boxberger met de stem van Sigrid Schild en Venus wordt vertolkt door Gisela Bestehorn en verklankt door Gudrun Wichert.

Verder lezen, luisteren en kijken

De officiële trailer van de film Orpheus in der Unterwelt.

Het  ‘Methamorphosenrondo’ uit de film.

Er is nog een voorstelling op zaterdag 4 februari in Lantaren Venster, om 22.00 uur 

Alessandro Anghinoni schreef al in 2011 over een leuke voorstelling in Berlijn  van Offenbachs operette.

 

 

 

Vorig artikel

Onegin De Munt: strak, poëtisch, topzang

Volgend artikel

Giustino:Vivaldi magiër Marcon in topvorm

De auteur

Peter Franken

Peter Franken