CD-recensies

Spyres belooft veel met geweldig cd-debuut

Michael Spyres, schrijf hem maar op als de nieuwste Amerikaanse succestenor. De jonge zanger maakt momenteel goede sier bij tal van operahuizen en heeft nu ook zijn eerste solo-cd opgenomen: een bijzonder creatief samengestelde groep aria’s, stuk voor stuk imponerend gezongen.

Spyres heeft net met succes een reeks titelrolvertolkingen in La Damnation de Faust afgesloten bij de Vlaamse Opera. Afgelopen zomer stond hij op het bekende Rossini Festival in Pesaro – waar een Place de l’Opera-correspondent hem als ‘superbe’ betitelde – en de komende weken zal hij zijn opwachting maken in Carnegie Hall, New York, en het Gran Teatre del Liceu in Barcelona.

Gezien de successen die hij boekt, lijkt Spyres hard op weg te zijn zich naast landgenoten als John Osborn, Matthew Polenzani en Lawrence Brownlee aan de top van het tenorvak te vestigen. Zijn geplande debuut bij het Royal Opera House in juni 2013 (Rodrigo in La donna des lago) is daar misschien nog wel de meest duidelijke voorbode van.

Wie de mogelijkheid niet heeft naar één van deze steden te reizen om Spyres in levenden lijve te ‘ontdekken’, kan nu zijn eerste solo-cd bij Delos kopen. Een fantastisch visitekaartje van een tenor die in mijn ogen heel veel in zijn mars heeft.

Het album zit creatief in elkaar. De aria’s die Spyres zingt, komen weliswaar allemaal uit het ‘hitrepertoire voor de tenor’, maar hij heeft ze onder de titel A Fool For Love een nieuwe context gegeven. In het tekstboekje bij de cd staan twee liefdesbrieven (twee ‘akten’) die de aria’s aan elkaar praten. De brieven zijn geschreven door een hopeloze romanticus en verbeelden een reis ‘langs de verscheidene emoties die alleen de liefde in een persoon naar boven kan brengen’.

Aria’s van Donizetti, Stravinsky, Rossini, Mozart, Bizet, Massenet, Strauss, Puccini, Verdi, Tsjaikovski en Cilea zijn naadloos in dit verhaal ingepast. Zo ontstaat een muzikale vertelling waarin de aria’s een geheel nieuwe betekenis krijgen, los van de opera’s waar ze uit genomen zijn. Erg origineel.

Het Moscow Chamber Orchestra is, het spijt me om te zeggen, de zwakke schakel op de cd. Onder Constantine Orbelian stelt het orkest zich naar mijn idee te veel op de achtergrond op. Zeker in de dramatische aria’s hadden de musici zich wel meer mogen laten gelden. Daarbij kiest Orbelian vaak voor langzame tempi, wat de pit uit bijvoorbeeld ‘La donna è mobile’ en ‘Cessa di più resistere’ haalt.

Pluspunt van de bescheiden opstelling van Orbelian en zijn orkest is wel dat alle aandacht uit kan gaan naar Spyres en zijn stem. In de aria’s van Donizetti en Rossini klinkt de tenor nog vooral als een typische lichte belcanto-atleet. Vlug in de loopjes en knap in de hoogte, met bijvoorbeeld een glorieuze laatste hoge c in ‘Ah! Mes amis’. In ‘Pourquoi me réveiller’ uit Massenets Werther is echter al duidelijk te horen dat Spyres meer in huis heeft. Het drama giert door zijn stem.

Ook in andere aria’s schijnt duidelijk een zwaardere, dramatischer klank door zijn Nemorino-geluid. En niet alleen zijn geluid getuigt van grote daden, zijn hele manier van zingen ademt een bepaald soort bravoure waar het zwaarder slag tenor zich doorgaans van bedient. Zijn opvallend sterke lage register maakt dat alleen nog maar interessanter.

Tel daarbij op dat hij werkelijk iedere partij die hij zingt buitengewoon makkelijk aan lijkt te kunnen en het mag duidelijk zijn dat dit een tenor is die een heel breed repertoire kan bestrijken. Dat blijkt ook wel uit het feit dat hij al 36 verschillende rollen heeft gezongen.

Met al die kwaliteiten in huis, weet Spyres een flink aantal kunststukjes af te leveren op zijn cd. ‘Una furtiva lagrima’ komt als balsem uit zijn mond, ‘Che gelida manina’ is één en al lyrische poëzie en in ‘Je crois entendre encore’ weeft hij op beeldschone wijze hoge tenorklanken met een falsetgeluid waar hij evengoed countertenor mee had kunnen worden.

Zeer aan te bevelen dus, deze cd. Het repertoire biedt weliswaar niks nieuws, maar het concept om de aria’s heen is verrassend en Spyres’ tenor is absoluut een stem om kennis mee te maken.

Vorig artikel

Podcast: Nicolas Mansfield (Reisopera)

Volgend artikel

Andreas weent: speels spektakel

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.