CD-recensies

Domingo zingt hartstochtelijke Hoffmann

Les contes d’Hoffmann wordt aangeduid als een ‘opéra fantastique’. Dat mag je bij een opname uit 1981 wel op z’n Hollands interpreteren: het is fantastisch. Plácido Domingo schittert als een hartstochtelijke Hoffmann, terwijl de Wiener Philharmoniker onder leiding van James Levine meesterlijk begeleidt.

Les contes d'Hoffmann Op 6 augustus 1981 werd Les contes d’Hoffmann van Jacques Offenbach opgevoerd in het grote Festspielhaus van de Salzburger Festspiele. Op het toneel stond een topcast, in de bak zat een toporkest, geleid door een topdirigent. De voorstelling werd live opgenomen. In de reeks Orfeo d’Or is de opname onlangs uitgebracht.

Het nadeel van dergelijke ‘good oldies’ is de ruis. Het klinkt allemaal wat minder fraai en sommige passages komen niet helemaal uit de verf of komen anders over dan ze hoogstwaarschijnlijk destijds overkwamen.

Bij de uitgave van Orfeo is een bijkomend nadeel dat er geen libretto is bijgevoegd. Aan de hand van de korte synopsis in het bijgaande boekje is het verhaal prima te volgen, maar juist bij Offenbach is het meelezen van de volledige tekst zo de moeite waard. Gelet op die beide minpunten vind ik 28,50 euro nogal een prijs.

Niettemin: die nadelen neem je gemakkelijk op de koop toe als je kennismaakt met de uitzonderlijke muzikale kwaliteit van de uitvoering. Plácido Domingo vind ik een geweldige Hoffmann. Hij brandt van hartstocht, dat is in alles te horen. Met name in zijn knalstrakke hoge noten, die elke keer weer een sensatie zijn om naar te luisteren.

Hij krijgt goed tegenpartij van José van Dam als de vier slechteriken. Van Dam acteert sterk met zijn zware stem – lekker gemeen – maar laat ook grote schoonheid horen, bijvoorbeeld in de aria ‘Scintille diamant’.

Catherine Malfitano zingt alle geliefden van Hoffmann: Olympia, Antonia, Guilietta en Stella. Als de pop Olympia vind ik haar wat minder. Alle versieringen zitten erop, maar echt spectaculair is het niet – misschien ook door het vrij langzame tempo.

In de huid van Antonia vind ik haar veel overtuigender. Haar trieste timbre is zeer geschikt voor de lijdende schone. Verder blaast ze je omver met een imponerende hoge noot en laat ze haar stem weergaloos wegsterven aan het einde van de akte.

Toch moet ik zeggen dat ik de prestatie van Ann Murray als Nicklausse/Muse aansprekender vind. Ze acteert er op los met haar stem en laat tal van klankkleuren horen. Ze is vrolijk, jong en heel lenig, maar ook zwaar en dramatisch. Als ze op sarcastische wijze Olympia nadoet, klinkt ze overtuigender dan Olympia zelf.

Ook de kleinere rollen zijn zeer sterk bezet. Rémy Corazza zingt op humoristische wijze vier rollen en de heldere tenor van Gérard Friedmann vind ik verrassend mooi in de rollen van Nathanaël en Spalanzani.

Maar de grootste pluim moet denk ik naar de Wiener Philharmoniker en dirigent James Levine gaan. Er zit veel humor en leven in de manier waarop zij Offenbachs muziek uitvoeren.

Vooral de tweede akte – rondom Antonia – is ijzersterk. Het trio tussen Miracle, Hoffmann en Crespel is zeer spannend en ook de kort daaropvolgende scène met Miracle, Antonia en haar overleden moeder is uiterst meeslepend. Om nog maar te zwijgen over de indrukwekkende climax van de akte, met paukengeroffel waar je haren van overeind gaan staan.

Wat waren de nadelen van zo’n oude opname ook alweer?

Vorig artikel

Leo Nucci overtuigt in regieloze Rigoletto

Volgend artikel

Kameropera zoekt bekendheid in Overijssel

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

3Reacties

  1. Kevin
    1 december 2009 at 13:17

    Yes, this is quite a spectacular recording, and much better than the official DG version with Ozawa conducting and Gruberova. (Very ‘icy’ in sound.) However, for Domingo at his very best in this role, I still find the old Decca recording with Sutherland & Co. unsurpassed. And the trio from the Antonia act is simply stunning, when Sutherland’s voice ’takes off’, also earlier when Domingo opens up and just knocks you flat with his youthful sound. (This is also true for the Venice act, and that grand duett with Giulietta… my God!) – Good to have both versions (and the DG one as bonus). Domingo remains one of the best Hoffmanns ever, for me.

  2. Basia Jaworski
    1 december 2009 at 14:02

    En ook voor mij!!!!!!
    Inderdaad – er gaat niets boven de opname met Dame Joan!
    Ken je ook de live opname uit de Met (1973)? Ook niet te versmaden. Met James Morris in de piepkleine rol van Crespel …. En Dame Joan is live nog leuker dan in de studio!

  3. Gideon Relyveld
    1 december 2009 at 23:13

    Leuk en heel goed dat Basia en Kevin precies hetzelfde zeggen wat ik denk! Het enige wat ik me afvraag is of Ann Murray nét zo goed is als de onovertroffen Huguette Tourangeau van weleer als Nicklausse/La Muse? Al zijn het niet de belangrijkste rollen.