Operarecensie

Deckers Traviata blijft overtuigen

Na de vele opvoeringen en de uitgebreide publiciteit die Willy Decker met zijn La Traviata oogstte, komt de productie niet meer als een verrassing. Toch was de reprise die De Nederlandse Opera maandagavond in première liet gaan, wederom geheel overtuigend. Met een intrigerende Marina Poplavskaya en een prachtige Ismael Jordi.

Marina Poplavskaya als Violetta (foto: Hans van den Bogaard).

Met het programmaboekje in de hand zoek ik door een overvol Muziektheater mijn stoelnummer. Het is een prachtig boekwerkje met mooie verhalen en schilderijen en ik lees een gedicht van Charles Beaudelaire uit de tijd dat Verdi in Parijs woonde en La Traviata componeerde: “Wees altijd dronken… om niet de afschuwelijke last van de Tijd te voelen… Bedrink je…Voortdurend!”

Ondertussen zie ik dat het theaterdoek al geopend en het decor al zichtbaar is. Het toont een grote, halfronde, grijze zaal met een levensgrote klok, waaronder iemand zit die later Il Dottore blijkt te zijn, maar meer nog Doctor Death symboliseert.

De Italiaanse dirigent Giuliano Carella betreedt de orkestbak en neemt applaus in ontvangst. Tijdens de ouverture laat hij de musici van de Radio Kamer Filharmonie langzaam warmdraaien. Hierdoor creëert hij een broeierige maar intense sfeer, die bijna intiem aanvoelt. Vanaf dat moment ben ik verkocht. Hij zuigt je met zijn snelle of juist langzame tempi op in een totaal andere wereld.

Dat is de wereld van de gegoede klasse in Parijs, halverwege de negentiende eeuw, waarin vrouwen gekocht werden door rijke heren en daardoor chique prostituees met kapsones werden. La Traviata is daarmee bijna een ‘farsa’ tegen de zelfingenomenheid van de Franse chique. En Violetta, de ‘dolende vrouw’, probeert hieruit te ontsnappen.

Daarmee begint de eerste akte. We zien hoe een deur opent en Violetta zich ledemaat voor ledemaat naar binnen wringt. Ze blijkt stomdronken of compleet stoned. Ze wankelt op hoge rode pumps richting de figuur onder de klok in de hoop op hulp. Maar de figuur (Doctor Death) kijkt dwars door haar heen en de klok tikt door, richting haar naderende einde.

Violetta weet dat. Vandaar dat ze de hele voorstelling in aangeschoten toestand rondloopt. Ze vlucht bewust en onbewust. Als een zwaar verslaafde laaft ze zich aan seks, drugs en rock-‘n-roll en beleeft ze haar allerlaatste ‘trip’.

Maar: what a hell of a trip! Eentje met adembenemende decors en kostuums van Wofgang Gussman, die al meer dan twintig jaar samenwerkt met regisseur Willy Decker. Iedere scène begint en eindigt met geraffineerde bewegingen, opkomsten en afgangen, waarmee Decker je gewoon meezuigt in een compleet andere wereld waarnaar je ademloos en gefascineerd blijft kijken.

Het koor van De Nederlandse Opera bestaat slechts uit ‘mannen’, omdat ook de vrouwen als mannen verkleed zijn. Zij willen maar één ding: Violetta! Ja ,Violetta blijft als ‘ding’ dolend tussen de vele aanbidders. Het koor blijft zowel qua spel als muzikaal ook in deze reprise van wereldklasse.

Onder de gepassioneerde muzikale leiding van Carella krijgt de Radio Kamer Filharmonie een Italiaanse kleur. Muzikaal stroomt het, stokt het precies zoals de heftige Italiaanse emoties op straat.

In de kleinere rollen vallen vooral Karin Strobos (Flora) en Roger Smeets (Douphol) op. De drie solistische hoofdrollen variëren qua interpretatie en talent. Vader Giorgio Germont – vertolkt door Dimitris Tiliakos – vind ik muzikaal het sterkst, met zijn prachtige bariton met legatolijnen en mooie pianissimi. Als vader-karakter vind ik hem echter totaal onovertuigend en lijkt hij veel meer zelf geïnteresserd in de begeerlijke Violetta. Overtollige, nutteloze handgebaren ondersteunen zijn muzikale présence.

Dimitris Tiliakos als Giorgio Germont, Marina Poplavskaya als Violetta en Ismael Jordi als Alfredo Germont (foto: Hans van den Bogaard).

Alfredo, de jonge minnaar van Violetta, uitgevoerd door Ismael Jordi, is in alle opzichten overtuigend. Wat een prachtig verfijnd timbre, boterzacht gezongen ‘sotto voces’ en doordringende mezzo forte’s waar nodig! Ook qua spel is hij geloofwaardig en ongelooflijk aantrekkelijk.

Marina Poplavskaya is verreweg het meest intrigerend. Allereerst omdat ze muzikaal een totaal eigen koers vaart, waarbij zij weinig tot niet let op de aanwijzingen van de dirigent, die daardoor regelmatig wanhopig zoekende naar haar is.

Ondanks een vol klinkend middenregister is haar hoogte zeer wankel, of ze nou forte of piano zingt. Net zo wankel als haar personage. En precies dát maakt haar zo intrigerend: muzikaal zo kwetsbaar, bijna ondermaats, maar qua spel zo overtuigend wankel, zo energiek en met zo veel inzet, dat je toch geen moment van haar wil missen. Je blijft haar angstvallig volgen, misschien wel om haar muzikaal of psychologisch te kunnen opvangen.

Niettemin ben ik door haar optreden wel extra benieuwd naar de vertolking van de andere sopraan, Joyce el Khouri, die op 17 en 20 mei Violetta zal zingen.

Willy Deckers Traviata blijft – ook als reprise – muzikaal en scenisch een boeiende productie. Een onvoorstelbare ‘trip’ die je blijft opzuigen!

Zie voor meer informatie de website van De Nederlandse Opera.

Vorig artikel

Quartet is grappig en ontroerend

Volgend artikel

Düsseldorfer Tannhäuser creëert grote rel

De auteur

Mylou Mazali

Mylou Mazali

47Reacties

  1. Jheronymus
    7 mei 2013 at 20:53

    Dank voor deze enthousiaste recensie, dank aan DNO voor deze prachtige enscenering met mooie zangers. Maar de grootste dank gaat naar de Radio Kamer Filharmonie. Het is de laatste opera die dit fijne orkest mag begeleiden. Daarna nog een paar concerten in Utrecht en Amsteram en dan is het voorbij. Het blijft schandalig dat dit fijne ensemble wordt opgeheven. Maar in plaats van boos te worden, wil ik vooral dankbaar zijn voor al het moois dat de musici hebben gebracht. En ook de komende weken nog gaan brengen. Bravissimi!

    Iedereen die niet naar de voorstelling gaat (het kan nog, er zijn nog wat kaarten): luisteren op Radio 4, zaterdagavond 25 mei om 19 uur.

    PS Redactie: misschien aardig om een stuk te wijden aan de operavoorstellingen die de RKF de afgelopen jaren in het Muziektheater en tijdens de zaterdagmatinees tot memorabele uitvoeringen hebben gemaakt. Het zou een mooi eerbetoon zijn.

  2. Freek van der Heide
    8 mei 2013 at 10:44

    Een uitstekend voorstel van Jheronymus!

  3. Olivier Keegel
    8 mei 2013 at 16:03

    Ik vond het een irritante enscenering. Die klok! Symbolisme van de koude grond, eigenlijk beledigend voor de intelligentie van het publiek. En Bollenti Spiriti, dat over de innerlijke roerselen van Alfredo gaat: totaal verkeerd begrepen, blijkens het gerollebol op het toneel. Nee meneer Decker, u kunt mij niet wijsmaken dat dat niet beter kan 🙂

  4. Antonio
    8 mei 2013 at 16:10

    Ik was er ook niet gek op.
    Wat ik nu lees en hoor (ik heb de reprise niet gezien) stemt niet tot vreugde.

  5. Laura
    8 mei 2013 at 17:40

    Ik vind het anders een prachtige enscenering en ben erg blij deze vanavond weer (de laatste keer was in 2009) te gaan zien. De symboliek is simpel en overduidelijk, maar is dat erg? Ik houd daar juist wel van, het wordt er des te doordringender van.

  6. Lieneke Effern
    8 mei 2013 at 21:21

    Heb niet kunnen genieten van deze reprise. Misschien was Marina Poplavskaya niet helemaal in orde, getuige het feit dat ze vanavond werd vervangen? Ben geen liefhebber van deze regie, omdat ik ze niet vind passen bij de muziek van Verdi. Als er op hoog niveau wordt gezongen en gespeeld stoort deze regie mij beduidend minder dan jl. maandag. Ik vond het orkest hard en ongenuanceerd en ik leg de schuld bij de dirigent, volgens mij kan het orkest echt beter. Hoop dat het in de loop van de run nog beter wordt, want ik ga nog een keer.

  7. Spen
    8 mei 2013 at 23:37

    Lieneke, volgens mij werd Marina niet vervangen. Ze deelt een aantal voorstellingen met een andere sopraan, deze avond was Marina vrij.

  8. .erda
    9 mei 2013 at 01:47

    Ben het helemaal met O. Keegel eens. Die klok irriteerde mij ook mateloos. Kinderachtige jaren 60 symboliek van de amateur producties van de jeugdbeweging! En die kostumering!? te lelijk voor woorden; en waarom moesten zo nodig alle dames ook in herenkostuums gepropt worden? Zelfs met Netrebko en Villazon (2005 Salzburg) kon deze enscenering mij niet overtuigen noch bekoren. Het zal wel aan mij liggen maar ik snap die hele “ophemeling” van deze productie (die behoorlijk rondtoert) niet. Heb dan ook mijn ticket van de live in HD MET einde vorig seizoen weggegeven.

  9. Antonio
    9 mei 2013 at 08:10

    @Spen – toch wel. Poplavskaya heeft zich _helemaal_ teruggetrokken!

    @.erda – heemaal mee eens!Ik heb de productie een paar keer eerder gezien (o.a. de premiere in Salzburg) en vond er echt helemaal niets aan!
    De klok iriteerde mij mateoos, ik kon ook niet tegen de platte symboliek van doctor Dood. En wat dacht je van de bloemetjes “behang” van de bank en de kamerjassen? Omdat het zich in de tuin moest afspelen?
    Dat er alleen maar “heren” waren getuigt ook van de platte symboliek: Violetta wordt door de mannenwereld uitgebuit!
    DOEI!
    Een courtisane in die tijd was toch echt iets anders dan een prostitue! Het was een “beroep” en de dames werden ook aan het hof ontvangen.

  10. chris horsmeier
    9 mei 2013 at 11:15

    heb daar nog niets van gehoord en wie vervangt haar dan? voor alle voorstellingen?.
    Niet vreemd

  11. Antonio
    9 mei 2013 at 11:21

    Joyce El-Khoury. Een Kanadese.

  12. Olivier Keegel
    9 mei 2013 at 11:24

    @antonio, @.erda : kunnen wij dan concluderen dat de heer Decker met zijn zigeunerjongetje-met-traan symboliek en de voor een deskundig publiek overduidelijke missers (o.m. Bollenti Spiriti) misschien niet zo heel veel heeft begrepen van Traviata?

  13. Laura
    9 mei 2013 at 11:42

    Antonio, heeft Poplavskaya zich voor alle overige voorstellingen afgemeld?

    Ik begreep gisteravond dat ze nog even afwachten hoe het zich verder ontwikkelt (al stemmen de berichten dat ze hiervoor ook al een maand een erg slechte Faust van Gounod heeft gezongen in New York niet helemaal hoopvol dat dit iets van snel voorbijgaande aard is). Ik hoop toch wel dat ik haar nog te zien krijg (ik ga nog op 26 mei), al was Joyce El-Khoury gisteravond een uitstekende Violetta.

  14. Antonio
    9 mei 2013 at 12:04

    @Laura – ik ben geen insider. Ik vertel alleen dat, wat ik weet.Ik hoop van harte dat Poplavskaya zich herstelt.Meer kan ik niets over zeggen
    @Olivier – ja. voor mij was het inderdaad een “zigeunerjongetje met traan” symboliek. Goedkoop. Maar mensen vonden het mooi, dus …. wie ben ik?

  15. Spen
    9 mei 2013 at 13:25

    Maar waarom staat dan op de site van DNO dat Joyce el Khoury op deze data zingt?

    8 17 20 mei

    Gisteren was 8 mei, dus het was dan toch de bedoeling dat Joyce zou zingen. Hopelijk zingt Poplavskaya de 14e gewoon.

  16. lieneke
    9 mei 2013 at 13:44

    @spen Marina Poplavskaya had last van allergie en werd daarom vervangen door de Canadese sopraan die 2 voorstellingen later in de reeks zou zingen. Omdat ze gisteren is ingevallen staat nu ook 8 mei bij haar naam.

  17. Antonio
    9 mei 2013 at 14:07

    @Spen – accepteer de feiten.
    Alweer een zanger(ess) kapot gemaakt. Te treurig voor woorden, maar het gaat (helaas!) door!

  18. Hans van Verseveld
    9 mei 2013 at 15:58

    Begrijp echt niet dat het alleen maar gaat over De produktie van Decker en de wanprestaie van Poplavskaya. De tenor en de bariton verdienen ook niet echt de schoonheidsprijs. Ismael Jordi zong scheller en dan ooit en Dimitris Tiliakos was absoluut miscast als Padre Germont. Verdi en De Nederlandse Opera: Daar rust geen zegen op!

  19. .erda
    9 mei 2013 at 18:21

    @ Hans: Ik heb het alleen maar over de enscenering gehad omdat ik niets van deze opvoeringen in Amsterdam gehoord of gezien heb, en daar dus niets kan over zeggen. @Oliver en @ Antonio: Ik had nog nooit van “zigneunerjongetje-met-traan” gehoord, maar ’t omschrijft exact wat ik van deze productie vond. Mag ik hem later nog eens gebruiken? En ja, ik concludeer ook dat Decker niets van Traviata begrepen heeft. Wat me dus nog meer doet “wundern” (sorry slecht Nederlands) over het feit dat iedereen er blijkbaar zo mee wegloopt.

  20. Mark-Jan
    10 mei 2013 at 14:56

    Voorstel voor Benelux samenwerking als de Fyra ooit weer mocht gaan rijden: Amsterdam houdt zich bij Wagner, Strauss, de grote Russen en modern werk. Antwerpen doet jong talent in vernieuwende regies, Luik sterren-op-leeftijd in oubollige producties, en Brussel de Fransen en Italianen. Iedereen gelukkig en kwaliteit verzekerd 🙂
    Of is het misschien nu al zo? 😉

  21. Olivier Keegel
    10 mei 2013 at 15:25

    @.erda: tja, waarom iedereen met deze productie wegloopt? in Amsterdam loopt men al gauw met een productie weg! het ongehinderd door enige kennis van zaken weglopen met producties is hier de core business 🙂 (BTW Trouwens, lang niet iedereen pruimde deze Traviata, Basia vond het ook niets.)
    @.Mark-Jan: Strauss en de grote Russen voor Amsterdam?? Noch zo’n fijne Konwitschny Salome bijvoorbeeld of de Herheim-flauwekul in Onegin?

  22. Antonio
    10 mei 2013 at 15:58

    @ Mark-jan, ik sanp wel, dat het een grapje was, maar ik kan het niet wwarderen.
    Niet iedereen kan reizen, al is het maar naar Antwerpen.
    In Brussel doen ze juist veel aan minder bekende repertoire en “spraakmakenden” dirigenten. Dat zijn juist de “Italianen” die vergeten dreigen te worden!

    Ik vind het heel erg sneu voor mevrouw Poplavskaya en wens haar beterschap toe!

  23. Olivier Keegel
    10 mei 2013 at 22:05

    Met andere woorden, ter afsluiting: “Deckers Traviata blijft overtuigen” kunnen we dus beter lezen als “Deckers Traviata blijft ernaast zitten”.

  24. Olivier Keegel
    10 mei 2013 at 22:36

    VERDAMMT DUMM

    Professorin für Gesang und Literatur,verbonden aan de Staatliche Hochschule für Musik und Darstellende Kunst Mannheim zegt het zo:

    “Ich habe schon immer gesagt dass dieses Subventionierte Theater einfach der Tod des Theaters sein wird! Vor allem, diese sogenannte Regisseure sind so verdammt dumm dass sie nicht sehr dass sie ihr eigenes Grab graben – vielleicht nicht heute, aber schon in eine Generationszeit ist es aus mit Kultur insgesamt! Welche Deppen!”

  25. Gerrit Jan Fonk
    11 mei 2013 at 09:17

    Helemaal eens met Antonio, dit is de dood voor Verdi’s meesterwerk. Ik ga niet alle kritiek herhalen, maar één ding wil ik kwijt: Verdi’s meesterlijk gebruik van de banda (toneel orkest) is gewoon geschrapt. Tijdens het duet in akte I , hoort de banda dit te begeleiden, nu kwam alles uit de orkestbak, vervlakking. Verder werden opnieuw de laatste noten van Alfredo, Germond, Annina en de dokter geschrapt , Een verwerpelijke traditie! Arme dokter, moet de hele avond zinloos op het toneel staan, en dan wordt zijn enige zin van imoprtantie geknipt Povera Travuata, è spenta!

  26. Gerrit Jan Fonk
    11 mei 2013 at 10:30

    Helemaal eens met Antonio, dit is de dood voor Verdi’s meesterwerk. Ik ga niet alle kritiek herhalen, maar één ding wil ik kwijt: Verdi’s meesterlijk gebruik van de banda (toneel orkest) is gewoon geschrapt. Tijdens het duet in akte I , hoort de banda dit te begeleiden, nu kwam alles uit de orkestbak, vervlakking. Vererden opnieuw de laatste noten van Alfredo, Germond, Annina en de dokter geschrapt , Een verwerpelijke traditie! Arme dokter, moet de hele avond zinloos op het toneel staan, en dan wordt zijn enige zin van imoprtantie geknipt Povera Travuata, è spenta!

  27. Olivier Keegel
    11 mei 2013 at 10:52

    @ Gerrit Jan Fonk: klopt, dat komt er ook allemaal nog eens bij. By the way: Erg prettig om eens een commentaar te lezen van iemand met duidelijk verstand van zaken.

  28. Pieter K. de Haan
    11 mei 2013 at 11:52

    Ik volg de discussies op deze site altijd met veel belangstelling en soms neem ik er ook aan deel. Helaas is de discussie over de reprise van “La Traviata” in de enscenering van Wlly Decker, na en door de vervanging van Maria Poplavskaya, niet alleen in 2 delen uiteengevallen, maar veroont die zo hier en daar ook onaangename trekjes. Al eens eerder heb ik betoogd, dat het mij niet zozeer uitmaakt of een enscenering “modern” of “traditioneel” is als die maar recht doet aan het werk van componist en librettist en overtuigt. Als de heer Keegel een bijdrage van de heer Fonk verwelkomt met “Erg prettig om eens een commentaar te lezen van iemand met duidelijk verstand van zaken” zet hij daarmee alle andere deelnemers aan de discussie, maar m.n. diegenen die het niet in alles met hem eens zijn, in de hoek waar dat verstand van zaken volgens hem ontbreekt. Dat vind ik nogal arrogant. Discussiëren met iemand voor wie de enig mogelijke uitkomst daarvan het eigen gelijk is is zinloos.

  29. Olivier Keegel
    11 mei 2013 at 13:32

    Ben ik een keer zeer te spreken over een bijdrage, is zo’n compliment ook weer niet goed! 🙂 Dat ik “alle andere deelnemers aan de discussie, m.n. diegenen die het niet in alles met mij eens zijn” wegzet in een hoek waar verstand van zaken ontbreekt, is een suggestieve en onbewezen stelling die geheel voor rekening van de heer De Haan komt. Uiteraard gaat men een discussie aan met de eigen overtuiging, maar dat de enige uitkomst voor mij “het eigen gelijk” zou zijn, is eveneens compleet uit de lucht gegrepen. Ja, mensen, zuiver discussiëren is nog niet zo 1,2,3 voor iedereen weggelegd… Neemt niet weg dat ik een enigszins provocatieve stellingname nooit uit de weg ga. Is in het kader van de Regietrash ook hard nodig, ik zeg mét de professor “diese sogenannte Regisseure sind so verdammt dumm”, daar steek ik graag wat ontwikkelingswerk in. Het is erg jammer als er, zoals elders op deze site beschreven, een jonge groep Fidelio-operabezoekers collectief en kritiekloos staat te juichen bij deze Decker-enscenering, zonder dat er ook maar het kleinste vraagteken wordt geplaatst bij alle ongerechtigheden die bijv. Gerrit Jan Fonk en mij wel opvallen. Door de erbarmelijke reputatie die Het Muziektheater heeft als het om Italiaans repertoire gaat en doordat er nauwelijks een libretto-getrouwe voorstelling wordt geprogrammeerd, groeit er een publieksgeneratie op die eenvoudigweg niet beter weet. Hoog tijd dat hun de schellen van de ogen vallen. Om die onwetendheid te bestrijden, om mensen ervan te doordringen dat het ook anders kan, worstel ik mij graag door een grote hoeveelheid kul-argumenten, vastgeroeste opvattingen en suggestieve kwalificaties heen. Ik noem u: “zuurpruimerij”, “houdt alleen van Zeffirelli”, “kan moderne producties niet aan”, “aanhanger van oubollige regie” etc. etc. Maar argumenten, die kom je zelden tegen. Wie discussieert hier nu eigenlijk onzuiver?

  30. Pieter K. de Haan
    11 mei 2013 at 16:45

    Geachte heer Keegel,

    Uit uw compliment aan de heer Fonk valt geen andere conclusie te trekken dan de mijne. Die is dus noch suggestief noch onbewezen en ik neem die uiteraard voor mijn rekening. Wat ík suggestief en onbewezen vind is, dat u (o.a.) mij verwijt niet “zuiver” te kunnen “discussiëren”. Dat is overigens een even oude als bekende truc. U wrijft anderen het gebruik van “kul-armunenten” aan, maar wat zijn de uwe? Roept u niet ook maar wat? U hebt opvattingen over hoe opera zou moeten worden gebracht, die ik overigens in belangrijke mate deel, maar anderen hebben andere. Alleen met goede argumenten zult u hen van uw gelijk kunnen overtuigen. Zo’n goed argument is, dat men libretto en notenbeeld heeft te respecteren. Betreffende de beruchte Salomé-enscenering van Konwitschny heb ik al eens opgemerkt, dat die hooguit (maar liever niet) op de planken gebracht had mogen worden als “Salomé”, opera van Peter Konwitschny op muziek van Richard Strauss. Uw ideaal, dat intendanten “een aardig stukje opera op de planken brengen”, lijkt me overigens, als het nastrevenswaardige alternatief voor wat er nu veelal wordt geboden, nogal mager.

  31. Pieter K. de Haan
    11 mei 2013 at 16:54

    Excuses voor de tikfout in “kul-argumenten”.

  32. Gerrit Jan Fonk
    11 mei 2013 at 17:18

    Twee dingen vond ik mooi in Deckers opvatting: het verschijnen van Violetta’s opvolgster aan het einde van Akte 2 was huiveringwekkend, en de overgang van Flora’s feest naar Violetta’s sterfkamer was fraai. Decker heeft bovendien geweldige dingen gedaan. Wozzeck (d.n.o.) en Tristan(Antwerpen)waren geweldig, bijvoorbeeld. Dus. Laten we elkaar geen mietje noemen, en wat plezier hebben aan de discussies hier.

  33. Gerrit Jan Fonk
    11 mei 2013 at 17:29

    Dit zegt Verdi.trouwens zelf over mensen die rommelen met de partituur:” How can an opera ever win out over the ignorance and arrogance of those who, under the pretence of adapting it to suit their respective audiences, allow themselves to make any kind of change, without ever, ever understanding (not even by accident) the composer’s idea.? I beg you.provide, in your contract with impresario’s , for the operas to be ruined as little as possible.”.

    Verdi aan Ricordi, geciteerd in Phillips-Matz. Dg

  34. Olivier Keegel
    11 mei 2013 at 17:45

    Mijn argumenten heb ik keer op keer gegeven. Een jaar geleden nog beschreef ik op deze plek de fundamentele constructiefout van DNO:

    ” (…) In Amsterdam hadden wij ook zo’n (opera)traditie, met name in een (toen nog) volksbuurt als De Jordaan. De Jordanezen hadden een gedegen kennis van (Italiaans) repertoire en een uitstekende feeling voor stemmen. Opera was een volkskunst en beleefde als zodanig hoogtijdagen in Carré (voor de oorlog) en de Stadsschouwburg. Met de komst van Het Muziektheater heeft men niet dankbaar gebruikgemaakt van deze operatraditie die voor het oprapen lag, maar heeft men ingezet om DNO “internationaal op de kaart te zetten” ter meerdere glorie van, uiteraard, zichzelf. Dit trok een heel ander publiek, het zgn. “moderne theaterpubliek”, dat net als Pierra Audi bij zijn aanstelling van toeten noch blazen wist als het om opera ging, en slaafs alle regisseurshumbug voor zoete koek slikt om toch maar vooral over te komen als modern, grensverleggend, verrassend, confronterend en noem de hele mantra van het treurige regisseursdieventaaltje maar op. Het oude publiek keerde zich teleurgesteld af – zij hadden nog nooit van een “concept” gehoord en wat ze ervan gezien hadden, deed hen absoluut niet naar meer verlangen.

    Maar de boot gaat zolang te water tot hij barst. Op gegeven moment gaat ELK publiek morren als het alleen maar gebruikt wordt voor de internationale aspiraties van Audi c.s. Het gaat morren als het een overdaad aan laboratoriumproducten krijgt voorgeschoteld. Het gaat morren als het op een terechte vraag “Waar blijven de Italiaanse opera’s” hautain wordt afgescheept met de opmerking dat dat er niet in zit omdat “we nu eenmaal een Duitse chefdirigent” hebben.

    En daarom wordt het hoog tijd dat Audi zijn biezen pakt. De Kleren van de Keizer moeten na 25 jaar nodig naar de stomerij.”

    Kunsthistoricus Steven SURDÈL, die wij tegenwoordig node missen op Place de l’Opéra, zei daarover:

    “Kijk eens, zo mag ik het graag lezen: de ideale combinatie van een lichte ironie en een onontkoombare argumentatie.”

  35. Leen Roetman
    11 mei 2013 at 23:36

    @Olivier: je doet erg je best om ons wederom te overtuigen. Nu geloof ik niet dat er op dit forum veel mensen zijn die het geheel met je oneens zijn. Ik moet eerlijk bekennen: ik heb niet zo veel kennis van zaken van opera’s, ik ben dus ‘ongehinderd’. Ik vind iets moois of niet, en dat wisselt in de tijd. Zo vond ik La Traviata in de regie van Willy Decker jaren geleden een aardige productie maar ben het nu wel met je eens (irritante symbolische klok). Die Walküre (regie Pierre Audi) vind ik na 15 jaar nog altijd fantastisch.
    Waar ik allergisch voor ben zijn regisseurs en directeuren die opera zien om “om een debat uit te lokken”.

  36. Antonio
    12 mei 2013 at 08:47

    @Leen – goed gezegd!
    Ik vond Wozzeeck en Werther van Decker prachtig en ontroerend. Zijn Katja en Jenufa waren ook mooi (maar veel minder dan die van Carsen in Antwerpen).
    De Ring van Audi blijft nog steeds overeen en zijn Wilhelm Tell was echt fantastisch.
    Ik probeer mij te herinneren of ik ooit een productie van een _Italiaanse_ opera in Amsterdam mooi vond… L’elisir d’Amore van Guy Joosten vond ik bijzonder geslaagd, zeker de eerste keer en zeker ook dankzij Bryn Terfel.
    Maar voor de rest?
    O ja – ooit hadden we Don Carlo van Visconti, helaas waren de zangers niet adequaat

  37. Olivier Keegel
    12 mei 2013 at 09:27

    Beste Leen, met je eens! Natuurlijk waren de Wagner-regies van Audi prima (zijn Bohème was echter een fiasco). Het is het type regisseur dat zichzelf belangrijker vindt dan de componist (een van de kenmerken is inderdaad het afgekloven en volstrekt onzinnige “debat uitlokken”), dat mij mateloos irriteert. En natuurlijk bewezen idioten als Konwitschny en Bieito. Maar wat ik nog het schrijnendst vind is het aantal (potentiële) operaliefhebbers dat erin trapt. Daar ligt nog een mooi stukje ontwikkelingswerk. En wat Audi als intendant betreft: we weten het nou wel. En nu het door hemzelf aangekondigde afscheid in 2013 niet ver meer weg kan zijn, stel ik als intendant(en) het echtpaar Muti of Ruggero Raimondi voor. Vooral van het echtpaar Muti verwacht ik veel: meneer Muti kan met het stokje zwaaien (en Regietrash komt er bij hem niet in) en mevrouw Muti heeft al bewezen zelf een aardig stukje opera op de planken te kunnen neerzetten. Voor al uw Italiaanse opera’s!

  38. kersten
    12 mei 2013 at 10:51

    @Antonio: naast inderdaad te veel Italiaanse floppen herinner ik me
    bv. toppers als Macbeth, Tosca en Deckers’ Don Carlo.

  39. Antonio
    12 mei 2013 at 11:05

    O ja, Don Carlo van Decker was inderdaad fantastisch.
    Maar Tosca stelde mij teleur, jammer, want ik houd wel van Lehnhoff en heb meer van hem verwacht.
    En Macbeth vond ik ronduit afschuwelijk. De eerste, want van de tweede kan ik mij niets meer van herinneren behalve Carol Vaness

  40. Barbara Sure
    12 mei 2013 at 19:01

    Ik vergat La Fanciulla del West. Moest er opeens aan denken omdat ik nu naar de radio uitzending uit Frankfurt luister.

  41. Barbara Sure
    12 mei 2013 at 19:12

    Sorry! Ik bedoelde natuurlijk “je” ..
    Ik vond namelijk La Fanciullla del West heel erg mooi in Amsterdam.

  42. antoon
    18 mei 2013 at 12:28

    Gister weer naar La Traviata geweest.
    Reactie van publiek was zeer enthousiast!
    Wat mij opviel was wel dat er veel mensen,zelfs onder de beroemde “sterfaria” ongegeneerd zaten te kuchen,hoesten,niezen etc.
    Overigens,komt het door het kale decor dat het (zeker als de zangers naar de zijkanten zongen) af en toe nogal eens galmde??

  43. Theo Bührs
    30 mei 2013 at 17:28

    Gisteravond 29/5 naar het Muziektheater voor La Traviata. De opera viel eigenlijk een beetje tegen. Het was wel zo dat een tranentrekkende prikkeling teder door mijn ooghoeken trok bij bepaalde aria’s. Ik was toch niet het zigeunerjongetje met een biggelende traan op rij 7 stoel 27. Er was gekozen voor een moderne enscenering van een grote grijsgeribbelde wand met een immer aanwezige grote Traviataklok en natuurlijk Violetta in rode jurk. In de tweede gedeelt ook veel rodebloemengordijnstof met rozen. Zoetige kitch. Er valt natuurlijk wat te zeggen voor zo’n gestileerde enscenering. In plaats van een impressionistische enscenering om het feestbeest Violetta als middelpunt te laten gloriëren omstuwd door heel bewonderend en verlangend mannelijk Parijs was gekozen voor zo’n verstilde stilering. Dat kan een prachtig contrasterende dieptewerking hebben en des te beter de zangers, hun spel en tragiek nog schrijnender tegen zo’n enscenering uit laten komen. Maar ja, dat vereist dan wel uitmuntend zang- en acteerwerk. Maar helaas daar vond ik weinig van te bespeuren. Alfredo werd gezongen door Ismael Jordi, een iel menneke uit Spanje die een heel mooie zuivere stem heeft als hij zacht en ingetogen kan zingen, maar zodra hij naar belcanto gaat geen volume heeft en met een geforceerd iel schel galmpje zingt. Echt irritant. Violetta werd gezongen door de Russische sopraan Poplavskaya, die heel matig begon, zich revancherend in de tweede helft met een paar prachtige ingetogen en hartverscheurende aria’s. In essentie is La Traviata een prachtige opera met veel momenten van tragische liefde, die toch solisten van een beter niveau verdient dan het tweede garnituur dat zijn uiterste best deed. Het Operakoor, allemaal in zwarte mannenpakken, was eigenlijk het beste. De orkest gedirigeerd door Giuliano Carella was ook heel goed met een paar onoplettende momenten van de Italiaanse dirigent die de zangers liet droogzingen, d.w.z. je zag hun lippen bewegen, maar hoorde hun zang niet.

    De metro na afloop reed niet. Een paar toevallige passanten die de mensen uit de voorstelling zagen komen en voor de dichte metrodeuren zagen staan, vertelden ons dat wij een eindje verderop met de bus naar station Amstel of Centraal konden. Een gevoel van verbazing en vervreemding voelde ik in mij opkomen dat heel goed paste bij mijn gevoel van teleurstelling.

  44. Antonio
    30 mei 2013 at 17:58

    @Theo – weet je zeker dat je Marina Poplavskaya hebt gehoord en niet Joyce E Khoury????????
    Poplavskaya heeft zich namelijk meteen na de (zeer slecht gezongen – zij was blijkbaar ziek) premiere teruggetrokken.

    Waarom reed de metro er niet?

  45. Theo Bührs
    30 mei 2013 at 22:47

    Antonio, dank voor je opmerking. Je zult ongetwijfeld gelijk hebben. Op de bonnefooi heengegaan en geen boekje gekocht. Doet niets af aan wat ik van haar zang vond. Doet wel af aan de persoonsverwisseling. Werkzaamheden aan de metro ten einde verdere verzakkingen tegen te gaan, neem ik aan.

  46. onno
    31 mei 2013 at 17:15

    Na alle opmerkingen op dit forum was ik zeer benieuwd naar mijn eigen concertervaring, afgelopen woensdag. Ik had de productie nog niet eerder gezien. Om met het positieve te beginnen: ik vond de derde akte prachtig. Het ‘naar de dood toezingen’ van Joyce E. Khoury ontroerde me zeer. Wat mij betreft verdiende ze alle bijval die ze na afloop ontving.
    In de derde akte werkte de enscenering voor mij. De tweede akte daarentegen vond ik slaapverwekkend (en dat zeg ik niet snel over de Traviata). De klok leek op het podium in de weg te staan en de mannenstemmen maakten niet veel indruk. Kleurloos qua zang en kleurloos qua uitstraling. Alleen de zoete kitscherige achterwand met de bloemen maakte nog wat goed.
    De eerste akte was leuk, aangenaam, maar niet op het puntje van de stoel.
    Het operakoor zong prachtig, de dirigent leek af en toe wanhopig op zoek naar contact met de zangers. Al met al toch met een dankbaar gemoed naar huis; het scheelt als de mooiste ervaringen aan het einde zitten.
    En dat met de metro … in plaats van een ondergronds ritje een avondwandeling door de stad. Niks mis mee, toch?